De verboden vruchten van IS

Allerlei spullen die tot voor kort verboden waren, zijn te koop: sigaretten, kleurrijke kleding, speelgoed, make-up, en simkaarten. © Marielle van Uitert
Eduard Padberg
Eduard Padberg Freelancejournalist

Reis mee naar Hayy al-Wahda, onlangs bevrijd uit de handen van IS. ‘Niemand gaat ons ooit nog vertellen hoe we moeten leven.’

De straten van Hayy al-Wahda zijn bezaaid met bomkraters en opgeblazen auto’s, waarvan een deel is gebruikt tijdens zelfmoordaanslagen. Gebarsten rioolleidingen hebben delen van de buurt blankgezet en bijna alle huizen zijn gepeperd met kogelgaten.

Maar de stemming in de recent bevrijde buurt is feestelijk, uitgelaten zelfs. Vrouwen klakken met hun tong als de pantserwagens van het Iraakse leger langsrijden, op weg naar het front een paar straten verderop. Kinderen maken het V-teken en spelen in de straat, een van de vele dingen die als haram, verboden, werden gezien toen ISIS hier de dienst uitmaakte.

Wat tot voor kort nog verboden was, is nu opnieuw te koop.
Wat tot voor kort nog verboden was, is nu opnieuw te koop.© Marielle van Uitert

‘Vanaf nu af aan wil ik elke dag plezier maken’, zegt een vrolijke buurtbewoner die voor zijn huis geniet van een kopje thee en een waterpijp.

Een groep puinruimende mannen neemt een pauze om een sigaret te roken. Dit ogenschijnlijk alledaagse tafereel is nu een daad van verzet, een bewust signaal naar de buitenlandse bezoekers.

Ze blazen de rook opzichtig de lucht in en giechelen als stoute schoolkinderen. ‘Het eerste wat ik deed toen het leger ons bevrijdde was mijn baard afscheren en een sigaret roken’, zegt Safwan Sullaiman, een burgerlijk ingenieur van achterin de twintig, met een grote grijns. ‘En ik rookte voorheen helemaal niet.’ Tijdens het twee en een half jaar durende bewind van IS kon het roken van een sigaret, zelfs achter het spreekwoordelijke fietsenhok, ernstige gevolgen hebben, leggen de mannen gretig uit. Bij de eerste overtreding ging er een vinger af, bij herhaling een hand.

‘Nu zijn we vrij’, verklaart Sullaiman stellig. ‘Niemand gaat ons ooit nog vertellen hoe we moeten leven.’

Toen IS in de zomer van 2014 Mosoel veroverde werd de ultra-orthodoxe islamitische organisatie door veel inwoners verwelkomd als bevrijders.

Net als de meerderheid van de Maslawis, zoals de inwoners van Mosoel worden genoemd, waren de militanten van IS namelijk soennieten.

Dit in tegenstelling tot de overheid van Irak, incusief leger en politie, die sinds de Amerikaanse invasie veelal uit – door Iran gesteunde – sjiieten bestaat.

Grote groepen mannen uit Mosoel, en ook uit al-Wahda, sloten zich bij IS aan. Geholpen door de bewoners, en ondanks de numerieke minderheid, nam IS Mosoel in een paar dagen in.

Om niet helemaal afgesloten te zijn, verstopten veel mensen hun telefoon, zodat ze heimelijk vrienden en familieleden konden bellen.
Om niet helemaal afgesloten te zijn, verstopten veel mensen hun telefoon, zodat ze heimelijk vrienden en familieleden konden bellen.© Marielle van Uitert

‘Ze legden onmiddelijk de shari’a, de islamitische wet, op’, legt Sullaiman uit. ‘Het leken goede moslims. Bovendien waren ze in het begin nog flexibel met de regels; We konden nog met ze praten’.

Maar toen IS na de aanvankelijke snelle overname van grote delen van Irak op fel verzet stuitte, en ze door het leger en een verbond van sjiitische milities steeds verder in het nauw gedreven werd, sloeg de sfeer om.

De regels werden aangescherpt en steevast nageleefd. ‘Het werd verstikkend: als ze hadden gekund zouden ze zelfs de zuurstof in de lucht gereguleerd hebben.’

Het uiterlijk van de inwoners werd strict gereguleerd, en elke overtreding werd gestraft met zweepslagen. Elke man moest zijn baard laten staan: scheren was verboden. Nu zijn alle jonge mannen die op de straten van Al-Wahda lopen gladgeschoren of hebben ze een modieus klein baardje. Alles zie je behalve de lange vlasbaarden, liefst zonder snor, die onder IS verplicht waren. De lokale kapper vertelt uitgelaten dat IS hem altijd nauwlettend in de gaten hield. ‘Ik had bijna geen werk en nu doe ik overuren.’

Alles zie je behalve de lange vlasbaarden die onder IS verplicht waren.
Alles zie je behalve de lange vlasbaarden die onder IS verplicht waren.© Marielle van Uitert

Gevraagd over de opgelegde beperkingen onder IS trekt de kapper met een glimlach zijn broek omhoog om te laten zien dat hij de zoom heeft verwijderd. Onder Daesh, de Arabische scheldnaam voor IS – beide namen waren verboden, de organisatie mocht alleen ‘Islamitische Staat’ of ‘het Kalifaat’ worden genoemd – mochten broekspijpen de grond niet aanraken.

Tijdens het verplichte vijfmaal daagse gebed werd het dragen van een broek die de grond had aangeraakt beschouwd als ‘onpuur’ en dus verboden.

Ook kleren met ‘ongelovige’ woorden of afbeeldingen waren uit den boze, legt een man in een Tupac ‘Thug Life’ T-shirt uit op straat.

Voor vrouwen waren de regels nog strenger. Zonder voogd, liefst de echtgenoot of een mannelijk familielid, mochten ze niet over straat lopen. Make-up was verboden, ondanks het feit dat de gezichten van vrouwen volledig bedekt moesten zijn met een gezichtssluier die ook de ogen bedekte, iets wat zelfs in de meest conservatieve delen van de Arabische wereld ongebruikelijk is.

Vanaf een jaar of tien golden meisjes kennelijk als seksueel object, en moesten ze een zwarte niqaab – zonder oogbedekking, dat wel – dragen om de mannen niet in de verleiding te brengen. ‘Buiten op straat werd elke stap die je deed nauwlettend in de gaten gehouden. De meeste vrouwen bleven voor de zekerheid gewoon binnen’, legt een vrolijke huisvrouw op de markt uit. ‘Godzijdank kan ik nu weer kleuren dragen. Geen zwart meer voor mij!’

Kleurrijke kledij is opnieuw te koop.
Kleurrijke kledij is opnieuw te koop.© Marielle van Uitert

Ondanks de constante barrage van doffe explosies en het geratel van machinegeweren uit een nabijgelegen buurt, zijn de koopmannen op de markt er als de kippen bij om de recent hervonden vrijheid ten gelde te maken. Allerlei spullen die tot voor kort verboden waren, staan uitgestald: sigaretten, simkaarten, kleurrijke kleding, speelgoed, make-up, en speakers waar haram muziek uit klinkt.

In een zijstraat speelt een groepje jongetjes met knikkers. Hoewel niet expliciet verboden, werd spelen op straat meestal niet getolereerd. ‘Dan schoten ze een keer in de lucht en richtten ze hun geweer op je’, vertelt een jongen van acht stoer.

‘Alles ging om religie.’ Hij en zijn vriendjes waren niet bang, beweert hij, maar hun moeders soms wel. ‘Dan moesten we binnen blijven. Het was heel saai. Godzijdank kunnen we nu weer buitenspelen.’

In een zijstraat speelt een groepje jongetjes met knikkers.
In een zijstraat speelt een groepje jongetjes met knikkers.© Marielle van Uitert

Maar de ideologie van IS stopte niet bij de voordeur. Het monopolie op informatie was absoluut: televisie, internet en mobiele telefoons waren verboden. Alleen het radiokanaal van IS en hun officiele krant waren religieus verantwoord en toegestaan.

Buurtbewoners vertellen dat de militanten van huis tot huis gingen om alle links met de buitenwereld in beslag te nemen en te vernietigen. Het eerste wat veel mensen deden nadat het Iraakse leger de buurt had heroverd was een nieuwe satellietschotel kopen.

Om niet helemaal afgesloten te zijn, verstopten veel mensen hun telefoon, zodat ze heimelijk vrienden en familieleden konden bellen. ‘Dat was heel gevaarlijk’, vertelt Mohamed Ruweida, die Mosoel een jaar geleden ontvluchtte nadat een van zijn buren IS had verteld dat hij de beheerder van een Facebookpagina was. ‘Het had niets met politiek te maken, het was gewoon een pagina waar mensen die medicijnen nodig hadden hulp konden vinden.’ Toch is hij ervan overtuigd dat IS hem zou hebben doodgeschoten, net als veel van zijn vrienden. ‘Ze doorzochten je huis, en als ze iets vonden, sleepten ze je gewoon de straat op en kreeg je een kogel door je achterhoofd.’ De aanklacht luidde volgens Ruweida steevast dat je het leger zou hebben gecontacteerd om informatie over IS door te geven ‘ook al had je gewoon je moeder gebeld’. Elke andere verklaring dan spionage werd van de hand gewezen, gaat Ruweida verder. ‘Ze waren extreem paranoïde. Of je was met hen, of tegen hen.’

Het eerste wat veel mensen deden nadat het Iraakse leger de buurt had heroverd was een nieuwe satellietschotel kopen.
Het eerste wat veel mensen deden nadat het Iraakse leger de buurt had heroverd was een nieuwe satellietschotel kopen.© Marielle van Uitert

Terug op straat toont een vrijgezel van in de dertig – volgens buurtbewoners een ‘viespeuk’ al noemt hij zichzelf liever een ‘casanova’ – trots een net gedownloade pornovideo op zijn telefoon. ‘Alle andere beperkingen maakten me niets uit, maar ik haatte IS omdat ik geen vrouwen kon oppikken of seks kon hebben.’

Zijn buurtgenoten duwen de man snel weg en leggen uit dat hij een ‘beetje gek’ is en dat dit soort gedrag nooit was of zal worden toegestaan in hun samenleving. Hetzelfde geldt voor alcohol. ‘Nu niet en nooit niet’, zegt een meeluisterende oudere man stellig met opgeheven vinger. ‘Dat is iets voor christenen.’ Maar, voegt hij eraan toe ‘Allah vergeeft. IS niet.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content