De Verenigde Staten zijn verbaasd en verheugd: eindelijk is er met Leo XIV een Amerikaanse paus. Daarmee bedoelen ze allemaal, van links tot rechts: een paus uit the United States of America. En dat voor een globetrotter als Robert Prevost.
Donald Trump was eerst: ‘It’s just an honour to praise the first American pope. What greater honour could there be?’ Joe Biden: ‘Habemus Papam! Moge God paus Leo XIV uit Illinois zegenen. Jill en ik feliciteren hem en wensen hem succes.’ Barack Obama: ‘Michelle en ikzelf sturen onze gelukwensen naar een fellow Chicagoan, Zijne Heiligheid Leo XIV. Het is een historische dag voor de Verenigde Staten.’ George W. Bush: ‘Laura en ik zijn verrukt om voormalig kardinaal Robert Prevost te kunnen feliciteren met zijn verkiezing tot paus. Dit is een historisch en hoopvol moment voor katholieken in Amerika en voor gelovigen wereldwijd.’ Bill Clinton: ‘Als eerste Amerikaan die de katholieke kerk leidt, markeert zijn verkiezing een historisch moment.’
Het is waarlijk ongezien: de vijf levende Amerikaanse presidenten zijn het voor één keer roerend eens met elkaar. De eerste Amerikaanse paus? Zou het?
Vleugels uitslaan
Meer dan veertig jaar geleden, in 1984, verscheen bij The New York Times het boekThe American Pope. Het was geen sf-roman maar een biografie: The Life and Times of Francis Cardinal Spellman. De titel was natuurlijk een provocatie. Een echte Amerikaanse paus, de suggestie klonk veertig jaar geleden nog als van de pot gerukt. De auteur gebruikte het beeld als scherpe kritiek op kardinaal Spellman: die had zich als aartsbisschop van New York als een heuse paus gedragen. Dat betekende toen: machtsmisbruik, hoogmoed, conservatief, verheven boven het volk.
‘Pope’ had in die tijd een negatieve bijklank, niet alleen bij de traditioneel antipaapse protestanten maar ook bij de Amerikaanse katholieken. Traditioneel waren die Amerikaanse katholieken gezagsgetrouw. Als afstammelingen van arme Ierse en Italiaanse immigranten (en van minstens even verpauperde Mexicanen in het zuiden) waren ze weliswaar voor een sociaal beleid, maar tegelijk waren ze ethisch conservatief en uitgesproken anticommunistisch. Alle heil kwam van de kerk, niet van de staat.
Vanaf de jaren zestig veranderde dat. Zeker na the Summer of Love van 1967 sloten de geëngageerde en vaak hoogopgeleide katholieken uit Noord-Amerika de linkse geloofsgenoten uit het Zuiden in hun armen, ook de marxistische. Zowel Washington als Rome stond zéér wantrouwig tegen die evoluties. Godsdienst en politiek gingen hand in hand, zowel aan de linker- als de rechterzijde. Onverschilligheid was geen optie.
In die woelige jaren zeventig en tachtig stond Robert Prevost (°1955) voor de grote keuzes van zijn leven. Hij verliet zijn geboortestad Chicago om wiskunde te studeren aan de Villanova University in Pennsylvania. Deze eerder bescheiden katholieke universiteit wordt gerund door de orde van de Augustijnen en is een instelling met spirit gebleven. Op zijn webpagina definieert Villanova zich vandaag nog altijd als volgt: ‘Villanovanen zijn intellectueel geïnspireerd, moreel gefundeerd en globally minded. Villanova trekt wereldveranderaars aan en vormt ze – mensen die overal waar het leven hen brengt positieve verandering teweegbrengen.’
In 1977 behaalde Prevost aan die instelling zijn bachelordiploma. Hij sloot zich ook aan bij de Augustijnen. Zijn orde moedigde hem aan om voor zijn verdere academische opleiding zijn vleugels uit te slaan. Hij studeerde aan universiteiten in Saint-Louis, Chicago en Rome. Wereldverbeteren was voor later, eerst moest hij zichzelf bekwamen: dat is het klassieke parcours van veel ordes voor hun meest beloftevolle jonge priesters. Ze stimuleren het ‘plus est en vous’.
Heilig en intelligent
In Rome ontmoette seminarist Prevost de Belgische priester Jean Jadot. In 1982 diende Jadot zijn 27-jarige poulain persoonlijk de priesterwijding toe. Jadot was niet de eerste de beste. Als aartsbisschop werkte hij in het Vaticaan als pro-prefect van het Secretariaat voor de Niet-Christenen, een job voor mannen met tegelijk een zeer open blik en een vaste theologische fundering. De jaren daarvoor was hij een van de belangrijkste Vaticaanse diplomaten geweest. Van 1973 tot 1980, dus in volle Koude Oorlog, was Jadot zelfs apostolisch delegaat in Washington. In wereldse termen: een absolute topjob. Jadot had opmerkelijk genoeg uitgesproken progressieve standpunten en maakte daar geen geheim van. Wel integendeel.
Voor de jonge Amerikaan Robert Prevost waren er slechtere, grijzere en zeker minder dappere mentoren denkbaar dan de Belg Jean Jadot.
In 1975 wijdde het populaire tijdschrift Time zelfs een uitgebreid en flatterend portret aan hem: Man from the Vatican. Volgens Time had Jadot een beslissende vinger in de pap bij de benoeming van nieuwe Amerikaanse bisschoppen: ‘Het zijn doorgaans pastorale leiders, “heilige mannen met intelligentie”, zoals een bisschop het noemde, die zich onder de mensen begeven’, schreef Time. ‘Mannen zoals Robert Sanchez uit Santa Fe (41), de eerste Mexicaans-Amerikaanse aartsbisschop in de VS. De meer afstandelijke en autoritaire bestuurders van de afgelopen decennia zijn een geleidelijk verdwijnende soort.’ Hij leek wel een voorloper van Franciscus.
Het leverde Jadot vrienden maar ook vijanden op – op het hoogste niveau in Washington, maar na enige tijd ook in Rome: paus Paulus VI (1963-1978) steunde Jadot voluit, onder paus Johannes-Paulus II (1978-2005) belandde hij na enkele jaren op een zijspoor. Maar beloftevolle jonge priesters vormen en wijden: dat kon niemand hem afnemen. Voor de jonge Amerikaan Robert Prevost waren er slechtere, grijzere en zeker minder dappere mentoren denkbaar dan de oude Jean Jadot.
Lichtend Pad
Zeker in het begin van zijn loopbaan durfde Prevost niet-evidente keuzes te maken. Tussen 1985 en 1999 koos hij voor een leven als missionaris in Peru. Hij maakte de beruchte ‘Fujimorato’-periode mee: president Alberto Fujimori pleegde in 1992 een coup tegen de instellingen van zijn eigen land – hij ontbond onder meer het parlement en het hooggerechtshof – en werd er feitelijk een dictator. Zal dit meespelen in Prevosts beoordeling van Donald Trump, als die en/of zijn entourage zich ooit zou wagen aan het uitroepen van een politieke noodtoestand?
In die jaren woedde in Peru bovendien een meedogenloze strijd tussen het leger en de maoïstische guerrilla’s van ‘Sendero Luminoso’, Lichtend Pad. In die heksenketel spaarde Prevost zijn kritiek niet: niet tegen Fujimori zelf, noch tegen diens doodseskaders – ‘gewetenloze massamoordenaars’ – en ook niet tegen de gewelddaden van het Lichtend Pad.
Fujimori voerde ook een hard neoliberaal bewind. Prevost zag in Peru hoe armoede een samenleving kan ontwrichten. Het tekende hem voor de rest van zijn leven. Zijn pausennaam ‘Leo’ is een rechtstreekse verwijzing naar Leo XIII, de paus van de sociale encycliek Rerum Novarum. Dat is de paus die aan de basis stond van katholieke sociale organisaties die zich op hun beurt gingen verzetten tegen economische uitbuiting en verpaupering. Dat mocht in geen geval het exclusieve domein van de socialisten blijven.
Tegelijk kan het niemand ontgaan zijn dat Robert Prevost een manier had gevonden om zware kritiek te geven op een anticommunistische president en toch in de gunst van het Vaticaan kon blijven. Wellicht door uiteindelijk niet echt een kant te kiezen, hij toonde alleen solidariteit met het verdrukte volk.
Het zal wel geen toeval geweest zijn dat de Augustijnen hem terugriepen voor hoge interne bestuursfuncties, eerst in Chicago en dan in de hoofdzetel in Rome. Sinds 2023 werd hij ook nog geselecteerd voor een aantal hoge functies in de Romeinse Curie, onder meer als prefect van het Dicasterie van de Bisschoppen.
Peruviaanse staatsburger
Tussendoor had de nieuwe paus Franciscus hem in 2014 wel teruggestuurd naar Peru. In 2015 werd Prevost bisschop van Chiclayo. Volgens een oude afspraak tussen de Peruviaanse overheid en de Heilige Stoel kon dat maar nadat hij zich had laten naturaliseren tot Peruviaanse staatsburger.
Plus est en vous, zeg dat wel. Prevost was nu een Amerikaanse en een Peruviaanse burger. Hij had al een vader van Frans-Italiaanse afkomst en een creoolse moeder. Hij sprak inmiddels net zo vlot Engels, Italiaans als Spaans, hij had geen moeite met Frans en Portugees en slechts een beetje met Duits en Latijn. Hij was stilaan een wereldburger, een getrainde globalist. Een man ook met diepe wortels in Latijns-Amerika.
Peru was de laatste decennia geen vanzelfsprekend land voor katholieken. De Peruviaanse theoloog Gustavo Gutiérrez, die ook in Leuven studeerde, had er al in 1968 een lezing gehouden die de koers van het hele Zuid-Amerikaanse continent mee zou bepalen: ‘Hacia una teología de la liberación’ (‘Op weg naar een theologie van de bevrijding’). In jaren van harde, rechtse politieke repressie was dat voor sociaal-geëngageerde katholieken een oogopener geweest. De linkse katholieke kerk is niet in Peru geboren, maar kreeg vanuit dat land wel haar theologische fundamenten aangereikt.
Ethisch conservatief, sociaal progressief, een uitgesproken globalist: benadert Leo XIV niet van zeer nabij het profiel van Franciscus, die andere paus uit Zuid-Amerika?
In datzelfde Peru was ook de conservatieve en uiterst Rome-getrouwe organisatie Opus Dei actief. Prevosts eigen bisdom Chiclayo had dertig jaar lang, van 1968 tot 1998, met Ignacio María de Orbegozo y Goicoechea[een bisschop gehad die lid was van Opus Dei. En met de beruchte Juan Luis Cipriani Thorne kreeg zelfs hoofdstad Lima van 1999 tot 2019 een aartsbisschop-kardinaal die Opus Dei-lid was en een duidelijke medestander van Fujimori. Als kerkleider wilde die niet horen van mensenrechtenorganisaties, ‘dekmantels voor politieke bewegingen, meestal van het marxistische en maoïstische type’.
Franciscus
Heeft die complexe Peruviaanse ervaring Robert Prevost doen kiezen voor een uitgesproken ‘middle of the road’-houding – als persoonlijke manier van overleven, en zeker als minst gevaarlijke en zelfs veiligste bedding voor een samenleving? Zo werd hij de voorbije weken alvast geportretteerd.
Als bisschop zou Prevost zich uitermate behoedzaam, zelfs behoudsgezind opstellen in ethische kwesties: euthanasie, abortus, gender, gelijke rechten voor lgbtqia – het was niet aan hem besteed. Hij nam het wel op voor migranten en toonde zich ook een gedreven ecologist. Ethisch conservatief, sociaal progressief, een uitgesproken globalist: benaderde de man die nu Leo XIV is op die manier niet van zeer nabij het profiel van Franciscus, die andere paus uit Zuid-Amerika?
Ja, zegt de redactie van The National Catholic Reporter, het grote, gezaghebbende en eerder progressieve katholieke tijdschrift in de VS. Met veel plezier citeert ze Prevosts commentaar op X: ‘Yes, JD Vance was wrong.’ Momentje, reageert de veel conservatievere concurrent, The National Catholic Register. Daar zijn ze ‘dankbaar dat paus Leo XIV op de loggia verscheen, gekleed zoals pausen zich kleden (dus niet alleen in het wit van Franciscus, nvdr), met rode mozetta, die vele malen over eenheid sprak en een Weesgegroet bad.’ Versta: deze paus staat in de eeuwenoude traditie en is géén nieuwlichter.
Misschien is Leo XIV nog het meest een globale Amerikaan. Tijdens zijn eerste toespraak na zijn verkiezing sprak hij Italiaans en Spaans, géén Engels – toeval is dat niet. Maar hij kan zijn eigen verleden ook niet uitwissen, geen enkel deel daarvan. Uit het Noorden stamt de eerste helft van zijn persoonlijkheid: sociaal progressief en ethisch conservatief. Uit het Zuiden de tweede: de ecologist, de verdediger van migranten. En, wie weet, een paus die zich durft uit te spreken tegen presidenten en politici.