David Crosby blijft zichzelf verbazen: ‘Ik had al twintig jaar dood moeten zijn, man’

David Crosby: 'Spotify heeft ons allemaal de das omgedaan. Ik heb mijn boot moeten verkopen.' © Anna Webber

David Crosby, de ultieme hippie, heeft op zijn 77e nog altijd peace, love and music op de tong. 49 jaar geleden stond hij nog op een wei nabij Woodstock, dit weekend staat hij in Deurne. ‘Kon ik maar thuisblijven.’

Hepatitis C, diabetes, een levertransplantatie (betaald door grote fan Phil Collins), twee hartaanvallen, afkicken van freebase cocaïne in een Texaanse isoleercel. David Crosby weet wat incasseren is. Groot is dan ook de verwondering dat hij momenteel, in de winter van zijn bestaan, een bescheiden artistieke hausse mag beleven. Níét als lid van The Byrds, die hem in 1967 buitenkegelden omdat zijn karakter en zijn songs niet meer met de groep spoorden. Evenmin als poot van Crosby, Stills & Nash of Crosby, Stills, Nash & Young, de supergroepen waarvan de leden elkaars bloed konden drinken. Nee, met Croz (2014), Lighthouse (2016) en Sky Trails (2017) heeft David Crosby onverwacht een laat maar mooi soloparcours aangelegd. Dat verlengt hij binnenkort met Here if You Listen, een vierde album in nog geen vijf jaar. Afgaand op het ene nummer dat hij ons in première vanuit zijn laptop laat horen, zou de kwaliteitscurve zelfs nog een zwiepje opwaarts kunnen nemen. ‘ Startling shit, isn’t it?’ zegt hij breed grijnzend, terwijl hij in een Amsterdamse hotelkamer in zijn fauteuil gaat zitten. ‘Echt waar: voor jou zit de gelukkigste vent die je ooit hebt ontmoet.’

Ik boorde de kans op een CSNY-reünie de grond in door Neil Youngs nieuwe vriendin een giftig roofdier te noemen.

Wie had ooit gedacht dat we op een dag zouden kunnen zeggen: de jongste drie platen van David Crosby zijn beter dan de jongste drie van Bob Dylan?

David Crosby: (komt even niet meer bij) Hou dat alsjeblieft voor jezelf, Bob will kill me! (hervat zich) Ik herleef momenteel, man. Bij CSN was ik niet gelukkig meer. De vriendschap, de onderlinge steun en het plezier waren weg. Dat is geen omgeving waarin ik mijn rare songs nog tot volle ontwikkeling zag komen. Want laten we het maar gezegd hebben: mijn songs zijn raar. Al die ongewone akkoordenschema’s, dat ingewikkelde gedoe. De eerste keer dat ik mensen Déjà Vu(titelnummer van de eerste CSNY-plaat, nvdr) liet horen, vroeg iedereen: ‘Waar is het refrein?’ In muziek ga ik graag op verkenning, snap je? Maar met CSN stonden we op de duur op automatische piloot onze hits te spelen. Daarvoor is mijn tijd te kostbaar geworden. Want mijn dagen zijn geteld, man. Met mijn gezondheid gaat het zó (onverbiddelijke duim naar beneden). Het is al een mirakel dat ik hier nog zit. Ik had al twintig jaar dood moeten zijn!

U hebt vermoedelijk dezelfde huisarts als Keith Richards?

Crosby: (lacht) Ik ken hem nauwelijks, maar ik mag ‘m. Ik heb Mick Jagger wel enkele keren ontmoet en ik bewonder hem, hij is slim. Maar met Keith zou ik me geweldig amuseren. Elk een joint en dan over de grond rollen van het lachen.

U omringt zich tegenwoordig afwisselend met twee groepen. Uw zoon James Raymond leidt de ene, Michael League van de fusiongroep Snarky Puppy de andere.

Crosby: Allebei briljante muzikanten, songschrijvers en producers. Vooral samenwerken met mijn zoon is pure magie. In de sixties had ik hem voor adoptie afgestaan, maar halverwege de jaren negentig is hij me komen zoeken. Ik stond ervan versteld hoeveel muzikaal talent hij had. We hebben meteen samen een nummer geschreven, Morrison.

David Crosby

– 1941: geboren in Los Angeles

– 1964: vormt met Roger McGuinn en Gene Clark The Byrds

– 1967: weggestuurd uit The Byrds

– 1968: oprichting Crosby Stills Nash (& Young), een van de grootste Amerikaanse bands ooit

– 1969: speelt met CSNY op Woodstock

– 1971: eerste soloplaat, If I Could Only Remember My Name

– 1982: wordt in Texas gearresteerd voor cocaïne- en wapenbezit

– 1996: richt met zijn zoon James Raymond de jazzrockgroep CPR op

– 2014: brengt Croz uit, eerste soloplaat in meer dan twintig jaar.

– 2018: na Lighthouse (2016) en Sky Trails (2017) verschijnt met Here If You Listen een vierde comebackplaat.

Over Jim Morrison van The Doors. Die u klaarblijkelijk niet kon luchten.

Crosby: Ik heb hem altijd een poseur gevonden, en het beviel me niet hoe regisseur Oliver Stone hem in zijn film (The Doors uit 1991, nvdr) had neergezet.

Tegenwoordig gebruikt u Twitter als het u niet aanstaat. Wat pakweg Kanye West (‘een idioot en een aansteller’), Mike Love van The Beach Boys (‘waarschijnlijk de grootste lul in de rock-‘n-roll’), Yoko Ono (‘kan niet zingen, schrijven of spelen’) of de rechtse rocker Ted Nugent (‘een hersenloze sufferd’) al mochten ondervinden.

Crosby: (grijnst) Ik denk niet dat ik er al iemand vanlangs heb gegeven die het niet zelf had gezocht.

Tussen jou en Roger McGuinn en Chris Hillman was er de voorbije jaren dan weer geen vuiltje aan de lucht. Nadat ze u uit The Byrds hadden gegooid, maakte u met CSN in 1969 een plaat die meer dan twee jaar in de Billboard-hitlijsten stond. Waarna McGuinn wel moest toegeven dat hij u had onderschat.

Crosby: Het speet hem, zei hij, dat hij de beste harmoniezanger van Amerika de deur had gewezen. Oké, dat was een beetje overdreven. Roger en ik hebben een hele vreemde verstandhouding. We hebben elkaar altijd gewaardeerd. Enigszins. Van een afstand. Ik geef graag toe dat The Byrds voor 50 procent helemaal zijn band was, en zijn verdienste als gitarist en arrangeur. Ik zou niets liever willen dan een reünie van The Byrds, maar hij wil er niet van weten.

Als ik mag: de beste songschrijver in The Byrds was de inmiddels overleden Gene Clark.

Crosby: Ik maak er geen rangschikking van, daarvoor verschilden we allemaal te veel van elkaar. Gene was wonderlijk onschuldig in zijn manier van schrijven. Hij had geen idee hoe hij het moest doen, geen enkele formele muzikale kennis – net zomin als ik. Maar dat hebben we in ons voordeel omgebogen. We maakten muziek die volkomen vrij was van vaste patronen. Hij heeft prachtige songs geschreven. Een lieve gast. Ik mis hem. Wat dat betreft, heb ik een heel lange lijst, man. Janis Joplin, Jimi Hendrix, Cass Elliott… Allemaal vrienden, allemaal weg.

U bent opgegroeid met folk, jazz en klassiek.

Crosby: Mijn ouders hielden van klassieke muziek. Toen de eerste langspelers uitkwamen, begon mijn moeder ook folk te kopen. Odetta – voor mij altijd een oerkracht gebleven. De zwarte zanger-gitarist Josh White. The Weavers. Ik verafgoodde Pete Seeger. Toen we met The Byrds een grote hit te pakken hadden met zijn Turn! Turn! Turn! heeft hij ons een geweldige brief geschreven. ‘Vroeger kwamen mensen een kruis op mijn gazon branden of scholden ze me uit voor vuile communist. Nu vragen ze om mijn handtekening.’ (lacht) De jazz kwam via mijn broer. Hij liet me eind jaren vijftig de beste nieuwe platen horen: Dave Brubeck, Chet Baker, Gerry Mulligan. Daarna vond ik al snel John Coltrane en Miles Davis. Dat Miles mijn song Guinnevere heeft opgenomen, beschouw ik nog altijd als een geweldige eer. In de seventies kreeg ik niet genoeg van Weather Report. Gewéldige muziek die nooit meer uit mijn hoofd verdwenen is.

Niet Elvis Presley maar de Everly Brothers zogen u als tiener naar het populaire lied.

Crosby: All I have to do is dream, die song. Hoe zij samen zongen, die goddelijke harmonieën: ik wist meteen dat ik dat ook wilde doen. Maar ze waren niet de enigen: The Weavers deden harmoniezang, The Kingston Trio ook. Bij The Byrds bestond de harmonie meestal uit twee delen. Dat gaf de tweede zanger – mij dus – veel vrijheid om spanning en verlossing te creëren. Dikke lol. Maar toen stootte ik op een plaat genaamd Music of Bulgaria. Dat heeft mijn leven veranderd. Die koren brachten de beste harmoniezang voort die ik ooit heb gehoord. De tweede plaat, Le Mystère des Voix Bulgares is ook goed, maar die eerste is ongeëvenaard. Een gróte invloed op CSNY. Die koren moedigden me aan om te experimenteren. Zoals de vocale improvisatie I’d Swear There Was Somebody Here op mijn eerste soloplaat, If I Could Only Remember My Name.

U hebt ooit uw toenmalige manager David Geffen gechanteerd: ofwel smokkelde hij een zak wiet mee op een lijnvlucht, ofwel trad u niet op met Graham Nash in Carnegie Hall in New York. Niet zo gek dat hij u ‘aanstootgevend, luid, veeleisend, vadsig en zelfingenomen’ heeft genoemd. Wél gek is dat ik die uitspraak heb gelezen in uw autobiografie, Long Time Gone.

Crosby: (lacht) Ik heb een hoge dunk van mezelf, dat geef ik toe. Maar de gezondste manier om daarmee om te gaan, is er zelf de spot mee drijven. Daarom gaat er geen dag voorbij zonder dat ik mezelf te kijk zet. Noem het een vorm van zelfcontrole. Hoewel ik op dat vlak verder nooit een deskundige ben geweest.

Dolphin’s Smile, Wooden Ships, Shadow Captain, Lee Shore, Compass, Southern Cross: uw levenslange liefde voor zeilen hebt u in ontelbaar veel songs uitgedrukt.

Crosby: Ah, zeilen, daar was ik wél goed in. Sinds mijn elfde al. Vijftig jaar lang heb ik een beeldschone schoener gehad, de Mayan. Ontelbare keren ben ik over de Stille Oceaan gevaren, door de Cariben, langs vele, vele kusten. Ik heb van iedere minuut genoten, man. De oceaan pepert je nederigheid in, maar ze schenkt je ook diep geluk. Zonder die boot zou mijn ego nog veel groter zijn geweest. (lacht)

U hebt de Mayan niet meer?

Crosby: Nee. De reden? Streaming. Spotify en wat weet ik allemaal hebben ons de das omgedaan. Daar ging meteen de helft van mijn inkomen. Ik verdien geen rotte cent meer door platen te verkopen. Ja, ik maak ze nog wel. Platen zijn mijn kunstvorm, die zal ik achterlaten. Binnenkort. (grijnst) Maar het is onrechtvaardig dat iemand anders rijk wordt met mijn werk. Of dat van CSNY, of CSN. Ik heb mijn boot moeten verkopen, en dat doet nog altijd pijn. Spotify en de rest? Ik haat hen hartgrondig.

U hebt al bijna drie jaar niet gesproken met Graham Nash, toch een van uw beste vrienden. Doet dat ook pijn?

Crosby: Dat is veeleer frustrerend. Maar ik kan er geen fuck aan veranderen. Hij is verschrikkelijk kwaad op de wereld in het algemeen en mij in het bijzonder. Hij heeft een harde scheiding meegemaakt, waardoor hij zo goed als alles is kwijtgespeeld. Maar dat had hij min of meer verdiend, nadat hij zijn vrouw zowat veertig keer héél publiekelijk had bedrogen. Hij rekende erop dat CSNY weer samen zou komen en hij daardoor weer wat inkomsten zou krijgen. Maar ik boorde die kans de grond in door Neil Youngs nieuwe vriendin (actrice Daryl Hannah, nvdr) een giftig roofdier te noemen. Daar ging zijn plannetje! (schatert) Dus heeft hij in ongeveer een week tijd een belabberde soloplaat in elkaar geflanst, puur uit woede en ver beneden zijn niveau.

Stephen Stills heeft intussen ook een (zoekt het woord) triestige plaat gemaakt, met Judy Collins. Zij kan tenminste nog zingen, iets mooiers kan ik er niet over zeggen. Het heeft er toch alle schijn van dat, als je mijn vier laatste platen samenlegt, ik momenteel de juiste keuze maak.

Het is niet ongewoon dat artiesten in interviews hun nieuwste werk als hun beste voorstellen. Uit uw mond klinkt het om een of andere reden geloofwaardiger.

Crosby: Music really trips my trigger, man. Maar ik hou niet van on the road zijn. Ik ben oud en moe. Ik zou liever thuisblijven en van mijn pensioen genieten, maar daar heb ik het geld niet voor. Waar ik wél innig van hou, is van zingen en schrijven. Muziek tilt je op. Het maakt de dingen beter. Het maakt ménsen beter. Zoals oorlog het mensdom verlaagt en er het slechtste in bovenhaalt, zo doet muziek het tegenovergestelde. Dat is wat ik verondersteld ben te doen. Ik moet niet zitten kniezen over wat ik vroeger verkeerd heb gedaan. De drugs, de doorgespoelde miljoenen…

Dat ik dit op mijn leeftijd nog allemaal mag meemaken… (valt stil, veegt opwellende tranen weg) Even ernstig nu, man. De wereld is een akelige plek geworden. De enige bijdrage, de enige verlichting die ik nog kan bieden, is deze muziek. Daarom werk ik nu al vijf jaar als een gek, om het beste werk af te leveren dat ik nog in me heb. Veel mensen willen dat ik wacht tot Neil Young CSNY nog eens samenroept. Ik zou dolblij zijn, daar niet van. Maar ik moet het ijzer smeden terwijl het heet is. Want binnenkort is het met mij gedaan.

Voor een volbloed hippie blijft het vreemd dat u altijd een – weliswaar beperkt – wapenbezit hebt voorgestaan. Doet u nog altijd schietoefeningen?

Crosby: Als je een handvuurwapen wilt hebben, dan hóór je daar ook mee te oefenen. Het is niet zoals in de films. Toen ik als drugsverslaafde totaal van de wereld was, vond ik dat ik een vuurwapen nodig had. Soms droeg ik het zelfs bij me. Helemáál stompzinnig.

Kijk, ik ben opgegroeid op een boerderij. Het was normaal dat je voor je twaalfde verjaardag een .22 kreeg, dat hoorde erbij. Ik heb leren schieten door lessen te volgen in de kelder van de turnzaal in Santa Barbara High School, in Californië. Toen hoefde je nog niet bang te zijn dat een zwart joch met een 9 millimeter op je af zou stappen om je wagen te pikken. Vandaag is het land zo licht ontvlambaar, zijn er zo veel mensen zo kwaad op elkaar, dat de Verenigde Staten een rampgebied zijn geworden. Voornamelijk omdat grote bedrijven, zoals de wapenfabrikanten, het Congres in hun zak hebben zitten. Dat was 48 jaar geleden al zo, toen ik What Are Their Names schreef, een song die ik nog elke avond zing. Want er is helaas nog niets veranderd.

U hebt ooit uw hachje en dat van uw zwangere vriendin gered toen er ’s nachts gewapende inbrekers naast uw bed stonden.

Crosby: Ik heb éérst kunnen schieten, dat was oké. Maar ik hoop dat ik zoiets nooit meer hoef te doen. Als we in een wereld konden leven waarin wapens overbodig waren, en er niet zoveel gestoorde lui zouden rondlopen, dan zou ik het mijne met alle plezier inleveren. Ik heb geen wapen nodig om me compleet te voelen. Maar ik voel me funny zonder.

Younger Than Yesterday - The Byrds (1967)
Younger Than Yesterday – The Byrds (1967)

5 essentiële Crosby-platen

Younger Than Yesterday – The Byrds (1967)

De laatste plaat van The Byrds waarop Crosby te horen is bevat met Renaissance Fair, Everybody’s Been Burned en Why enkele van zijn beste (co-)composities voor de groep, en met het atonale Mind Gardens ook een van zijn meest gecontesteerde. Zoek de cd-uitgave met bonustracks, dan krijgt u er nog zijn briljante single Lady Friend bovenop.

Crosby, Stills & Nash - Crosby, Stills & Nash (1969)
Crosby, Stills & Nash – Crosby, Stills & Nash (1969)

Crosby, Stills & Nash – Crosby, Stills & Nash (1969)

Hét werk waaraan de Amerikanen David Crosby en Stephen Stills en de Britse expat Graham Nash hun naam en faam te danken hebben. Miljoenen kopers hoorden in hun unieke vocale harmonieën de expressie van het hippiedom. In Long Time Gone behandelt Crosby de moord op Robert Kennedy, zijn Guinnevere wordt later gecoverd door Miles Davis.

Déjà Vu - Crosby, Stills, Nash & Young (1970)
Déjà Vu – Crosby, Stills, Nash & Young (1970)

Déjà Vu – Crosby, Stills, Nash & Young (1970)

Nog groter en explosiever. Met de toevoeging van Neil Young krijgt de softe folkrock van het originele trio meer vuur, maar hun legendarische individuele eigendunk maakt van Déjà Vu een zware bevalling. Crosby levert met het verbeten Almost Cut My Hair het strijdlied van de tegencultuur.

If I Could Only Remember My Name - David Crosby (1971)
If I Could Only Remember My Name – David Crosby (1971)

If I Could Only Remember My Name – David Crosby (1971)

Crosby’s eerste soloplaat is uit vele bedwelmingen geboren: de euforie na het succes van CSN(Y), het verdriet na het dodelijke verkeersongeluk van zijn grote liefde Christine Hinton, en uiteraard drugs. Vrienden in de studio (Young, Joni Mitchell, leden van Grateful Dead en Jefferson Airplane) zorgen voor een los, liederlijk resultaat.

Croz - David Crosby (2014)
Croz – David Crosby (2014)

Croz – David Crosby (2014)

Het begin van Crosby’s artistieke wedergeboorte. Op Croz mengt hij delicate folk met mijmerende jazz, en de spiritualiteit van de sixties met actuele verontwaardiging en empathie. Een voorbeeld van dat laatste is If She Called, geschreven nadat hij vanuit zijn Brusselse hotelraam prostituees dronken klanten zag ronselen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content