De hongersnood in Gaza is nu officieel uitgeroepen, maar voor de hulpverleners ter plekke verandert er voorlopig weinig. Caroline Willemen van Artsen Zonder Grenzen ziet elke dag hoe honger, watertekort en bombardementen de bevolking treffen. ‘So what als een ondervoed kind een onderliggende aandoening heeft? Reden te meer om het toegang tot voedsel te geven.’
Afgelopen week riep het IPC, de internationale organisatie die de honger in de wereld in kaart brengt, officieel de hongersnood uit in Gaza. Wat voor concrete gevolgen heeft dat op beleidsvlak?
Caroline Willemen: Het IPC-rapport heeft geleid tot heel veel morele verontwaardiging, maar het is maar de vraag of die omgezet zal worden in iets concreets. Zo’n rapport heeft geen directe gevolgen. Er is wel de hoop dat het een extra drukkingsmiddel kan vormen om verandering in de noodlottige situatie in Gaza te brengen. Maar het cynisme waarmee oorlog wordt gevoerd – we zijn letterlijk getuige van een genocide – stemt weinig hoopvol.
Voorlopig is enkel de hongersnood in Gaza-Stad uitgeroepen. Hoe is de situatie in andere regio’s?
Willemen: Niet veel beter. Gaza-Stad zit op basis van de IPC-parameters op niveau 5. Dat staat gelijk aan hongersnood. Khan Younis bijvoorbeeld zit op niveau 4, gedefinieerd als ‘ernstige voedselonzekerheid’. Het is een kwestie van tijd voordat ze ook daar niveau 5 bereiken.
Is jullie lokaal zorgpersoneel nog in staat om naar behoren te functioneren?
Willemen: Zij ervaren dezelfde moeilijkheden als de rest van de Gazaanse bevolking, met dat verschil dat zij tenminste nog een salaris ontvangen. Voor onze medewerkers is de schaarste iets minder acuut, maar dat betekent niet dat ze hun families altijd voldoende te eten kunnen geven. Er zijn momenten geweest waarop ze 24 tot 48 uur niets gegeten hadden. Voedsel blijft bovendien enorm duur en de prijzen schommelen sterk. Een kilo suiker kostte enkele weken geleden nog 110 dollar. De prijs is inmiddels gestabiliseerd rond de 12 dollar, maar dat blijft een hallucinant bedrag voor één kilo suiker. Omdat veel mensen bovendien geen toegang hebben tot cash, wordt de situatie nog nijpender.
Het N-VA-standpunt over Gaza is duidelijk, zegt Zuhal Demir. Klopt dat wel?
Jullie hebben een ondervoedingsprogramma: hoeveel mensen zitten er daar nu in?
Willemen: Momenteel verzorgen we 1684 mensen. De groep bestaat uit kinderen tussen de 6 maanden en 5 jaar, en zwangere en borstvoedende vrouwen. Dat is een vrij beperkte groep, maar we zien dat de cijfers blijven stijgen. Dat komt onder meer omdat het erg lang duurt voor we patiënten kunnen ontslaan. Er is simpelweg te weinig voedsel om aan te sterken. Wij beschikken bovendien niet over de middelen om de zwaarst uitgehongerde patiënten te verzorgen. We moeten hen doorverwijzen naar de weinige bedden die in andere centra in Gaza-Stad ter beschikking zijn.
Wat we ook zien, is dat breuken of andere verwondingen niet naar behoren genezen omdat mensen onvoldoende toegang hebben tot noodzakelijke voedingsstoffen.
Er is niet alleen hongersnood,maar ook een groot watertekort in Gaza.
Willemen: Dat leidt onder meer tot een gebrek aan basishygiëne. Daardoor zien we steeds meer huidinfecties. Daarnaast is er is ook een tekort aan drinkwater. AZG verdeelt dagelijks zo’n 300 kubieke meter drinkwater, en ook andere organisaties doen dat. Maar onze inspanningen volstaan niet om aan de noden van de één miljoen mensen in Gaza-Stad, waar het momenteel ontzettend warm is, te voldoen.
Ondertussen is het Israëlische leger Gaza-Stad binnengevallen. Wat zijn de gevolgen daarvan voor jullie werking?
Willemen: Voorlopig ligt de militaire focus van Israël op Jabalia, ten noorden van Gaza-Stad, en op enkele zuidelijke wijken. Daardoor verplaatsen zich steeds meer mensen naar het westen, waar ook wij gevestigd zijn. Dat leidt tot meer patiënten.
Of we hier kunnen blijven werken, hangt af van de snelheid van het offensief. Voorlopig zetten we onze werking hier gewoon voort. Maar als de hele stad overgenomen wordt, zal dat waarschijnlijk niet houdbaar zijn.
Filosoof Ludo Abicht over Gaza: ‘Een genocide is dit niet, al is voedsel achterhouden op het randje’
De afgelopen weken publiceerden westerse media foto’s van ondervoede kinderen. Israël beschuldigde de pers ervan de publieke opinie te manipuleren, aangezien enkele kinderen ook onderliggende gezondheidsproblemen hadden. Wat zegt een hulpverlener daarop?
Willemen: Ik zie die uitgehongerde kinderen en zwangere vrouwen elke dag met mijn eigen ogen. Het is hallucinant dat die discussie zelfs maar gevoerd wordt. En so what als een ondervoed kind een onderliggende aandoening heeft? Reden te meer om het toegang tot voedsel te geven, zodat die ondervoeding er niet bovenop komt.
Voor welke oplossing pleit Artsen Zonder Grenzen?
Willemen: Eerst en vooral willen we een onmiddellijk staakt-het-vuren dat ook standhoudt. Ten tweede willen we effectieve humanitaire hulp, gecoördineerd door de Verenigde Naties. De verdeelsites van Gaza Humanitarian Foundation, waar mensen dagelijks beschoten worden, zijn niet het antwoord. Humanitaire hulp dient door een neutrale speler te worden verdeeld en dat is met het GHF hoegenaamd niet het geval.