China zet volop in op data als strategische grondstof. Onder leiding van president Xi Jinping centraliseert het land digitale informatie van burgers, bedrijven en overheden in een grootschalig controlesysteem. Die aanpak kan China een voorsprong geven in artificiële intelligentie, maar roept ook vragen op over privacy, machtsconcentratie en de toekomst van online vrijheid.
De 1,1 miljard internetgebruikers in China produceren meer data dan eender waar ter wereld. Dat geldt ook voor het immense netwerk van gezichtsherkenningscamera’s in het land. Naarmate meer autonome voertuigen over de wegen rijden en in de lucht vliegen, zullen de kwaliteit en waarde van de data die voortkomen uit nieuwe technologieën alleen maar toenemen. Maar het is niet enkel de hoeveelheid data die China van de rest van de wereld onderscheidt. De overheid verankert gegevensbeheer ook in haar economie en nationale veiligheidsstrategie. Dat heeft gevolgen voor China, en biedt lessen voor de rest van de wereld.
Chinese beleidsmakers beschouwen data als een volwaardig productiemiddel, net als arbeid, kapitaal en grond. President Xi Jinping noemde data een fundamentele grondstof ‘met een revolutionaire impact’ op de internationale concurrentie. Die visie getuigt van een ongekende ambitie: ze beïnvloedt alles – van burgerlijke vrijheden tot de winst van internetbedrijven en China’s streven naar dominantie in artificiële intelligentie.
Digitale ID-kaart
De uitvoering van Xi’s visie gaat razendsnel. In 2021 voerde China regels in gebaseerd op de Europese privacywetgeving, maar sindsdien wijkt het beleid snel af van de westerse normen. Op elk niveau krijgen overheidsinstanties de opdracht om hun beschikbare data actief aan te wenden. Er loopt momenteel een grootschalig project om de data van staatsbedrijven te inventariseren, met als doel ze als activa te waarderen en ze in hun balans op te nemen of op staatsbeurzen te verhandelen. Op 3 juni kondigde de Staatsraad nieuwe regels aan die alle overheidsniveaus verplichten hun data met elkaar te delen.
De digitale identiteitskaart zou het centrale gezag zicht geven op alle websites en apps die iemand gebruikt. Slecht nieuws voor de grote techbedrijven, die tot voor kort het systeem van online tracking en identificatie beheerden.
Een andere grote stap is de digitale identiteitskaart, die op 15 juli in China wordt gelanceerd. Die zou het centrale gezag zicht geven op alle websites en apps die iemand gebruikt. Slecht nieuws voor de grote techbedrijven, die tot voor kort het systeem van online tracking en identificatie beheerden. Voor hen zal het moeilijker worden om iemands identiteit aan zijn of haar online activiteit te koppelen, omdat ze enkel nog een geanonimiseerde stroom van cijfers en letters te zien zullen krijgen. Het verontrustende is dat zo’n register op termijn tot een systeem van totale staatsobservatie kan uitgroeien.
Charles Michel gaat lesgeven aan Chinese universiteit
China’s ultieme doel lijkt het creëren van een geïntegreerde nationale ‘data-oceaan’, die niet alleen consumentengedrag, maar ook industriële en overheidsactiviteiten omvat. Dit alles zou schaalvoordelen voor het trainen van AI-modellen opleveren, en lagere instapdrempels voor kleine bedrijven.
China als Big brother
Maar er zijn ook duidelijke nadelen. De staat heeft een povere reputatie op het vlak van databeheer: bij een cyberaanval verloor de politie van Shanghai ooit een miljard gegevens. Als private bedrijven de controle verliezen over de data die ze genereren, kan dat hun winstmarges aantasten en hun innovatievermogen verzwakken. Hoewel de digitale-ID het huidige logge online controlesysteem kan vervangen, lijkt de nieuwe aanpak verdacht veel op een paradijs voor big brother.
Bang voor artificiële intelligentie? Werk aan uw EQ
De meeste landen worstelen met de vraag hoe data beheerd en gecontroleerd moeten worden. Volgens sommige berichten overwoog de regering-Trump om technologiebedrijf Palantir in te schakelen om de overheidsdata te centraliseren. De Europese Unie zal haar privacywetgeving wellicht moeten herzien. India’s Aadhaar-identiteitssysteem legt sterk de nadruk op privacy, mogelijks ten koste van economische impulsen.
Alle landen hebben schaalgrootte en efficiëntie nodig in hun databeleid. Maar voor democratieën is die opdracht moeilijker: zij moeten ook de rechtsstaat, privacy en burgerlijke vrijheden beschermen. China neemt het niet zo nauw met die rechten.
Alle landen hebben schaalgrootte en efficiëntie nodig in hun databeleid. Maar voor democratieën is die opdracht moeilijker: zij moeten ook de rechtsstaat, privacy en burgerlijke vrijheden beschermen. China neemt het niet zo nauw met die rechten en kan daardoor een efficiënt maar dystopisch surveillancesysteem bouwen. Decennialang liep het land achter op westerse innovaties. Als China erin slaagt als eerste de financiële waarde van zijn nationale ‘data-oceaan’ te verzilveren, dan wordt zijn centraliserende aanpak niet enkel een economische, maar ook een politieke uitdaging.
@ The Economist