Armeniërs beschuldigen Azerbeidzjan ervan chemische wapens te hebben gebruikt

De graven van Armeense soldaten © getty

Volgens de militaire autoriteiten van de omstreden regio Nagorno-Karabach heeft Azerbeidzjan chemische wapens met witte fosfor ingezet. Bakoe zelf ontkent de aantijgingen.

Hoewel Armenië en Azerbeidzjan vrijdag tijdens een nieuwe bemiddeling overeen zijn gekomen om tijdens de gevechten in Nagorno-Karabach niet opzettelijk burgers of burgerdoelwitten te viseren, blijven de gevechten zaterdag duren.

Beide kanten beschuldigen elkaar van nieuwe aanvallen. Volgens de militaire autoriteiten in Nagorno-Karabach vielen de Azeri’s de steden Stepanakert en Susa aan. ‘De vijand blijft vreedzame nederzettingen en burgerinfrastructuur aanvallen. De vijand heeft wapens met chemische elementen (witte fosfor) gebruikt, wat verboden is door de Geneefse Conventies’, luidde het ook.

Bakoe ontkent het gebruik van witte fosfor. ‘We verklaren officieel dat het Azerbeidzjaanse leger niet beschikt over wapens en munitie verboden door het internationaal recht’, klinkt het in een mededeling van het ministerie van Defensie. Dat beschuldigde op zijn beurt Armenië ervan de regio rond de Azerbeidzjaanse stad Terter te hebben beschoten. Er werden geen slachtoffers gemeld.

Nagorno-Karabach, een bergachtig gebied met een overwegend Armeense bevolking, scheidde zich in de jaren 90 af van Azerbeidzjan na een oorlog die 30.000 levens eiste en honderdduizenden mensen dakloos maakte. De onafhankelijkheid van de regio, economisch en militair gesteund door Armenië, is niet erkend door de internationale gemeenschap.

Sinds 27 september zijn de Azerbeidzjaanse troepen en die van Nagorno-Karabach opnieuw met elkaar in botsing gekomen. Volgens gedeeltelijke rapporten zijn daarbij meer dan 1.250 mensen, onder wie meer dan 130 burgers, gedood. Het gaat om de zwaarste gevechten sinds de oorlog van de jaren 90. Drie pogingen tot een staakt-het-vuren draaiden op niets uit.

Partner Content