Armenië en Azerbeidzjan willen vredesverdrag

Een bewoner van Nagorno-Karabach laat zijn koeien grazen nabij een rakethuls

De leiders van Armenië en Azerbeidzjan zijn zondag op een bijeenkomst in Brussel overeengekomen om de besprekingen over een vredesverdrag voor Nagorno-Karabach vooruit te helpen. De regio was het toneel van een oorlog in 2020.

De Armeense premier Nikol Pashinian en de Azerbeidzjaanse president Ilham Aliyev hebben een “openhartig en productief” gesprek gevoerd onder bemiddeling van de Europese Unie. Dat zei Charles Michel, de voorzitter van de Europese Raad. ‘De leiders zijn overeengekomen om de besprekingen over het toekomstige vredesverdrag vooruit te helpen’, aldus Michel in een verklaring.

De besprekingen zullen ‘in de komende weken’ aanvangen, zei hij. In de komende dagen zal er ook een vergadering van de grenscommissies plaatsvinden, waarin de kwesties van de grensafbakening en “de beste manier om een stabiele situatie te waarborgen” aan de orde zullen komen.

Het grensconflict tussen Azerbeidzjan en Armenië sleept al aan sinds de val de Sovjet-Unie in 1991. Het gaat om de enclave Nagorno-Karabach, een regio in Azerbeidzjan die overwegend bevolkt wordt door Armenen. Bij de ineenstorting van de Sovjet-Unie scheurde het gebied zich af van Azerbeidzjan. Dat leidde tot een eerste oorlog in de jaren 1990, waarbij 30.000 mensen om het leven kwamen en honderdduizenden mensen wegvluchtten.

In de herfst van 2020 vochten beide landen opnieuw zes weken lang om de controle over de enclave. Daarbij kwamen meer dan 6.500 mensen om het leven. Af en toe leeft het conflict opnieuw op met geweld in de grensregio.

Partner Content