Arbeidsprotest in Bangladesh leidt tot sluiting van honderden textielfabrieken
Tientallen textielfabrieken die werken voor grote westerse kledinggroepen hebben in Bangladesh de productie stilgelegd. De fabrieken moeten de deuren sluiten wegens arbeidersprotest. De arbeiders willen dat het minimummaandloon wordt opgetrokken naar 190 euro.
Dat heeft een vakbondsvertegenwoordiger meegedeeld.
In Bangladesh zijn duizenden arbeiders op straat gekomen om hogere lonen te eisen. De demonstraties werden soms gewelddadig. In de industriewijken Gazipur en Ashulia, in de buurt van de hoofdstad Dhaka, zijn fabrieken, bussen en winkels beschadigd. Volgens de politie hebben minstens 300 fabrieken de deuren moeten sluiten door het protest. Vakbondsvoorzitter Kalpona Akter spreekt zelfs van een 600-tal gesloten sites. Daarbij bevinden zich sommige van ‘de grootste fabrieken van het land, die leveren aan alle grote westerse merken’, zoals onder meer Gap, Walmart, H&M, Zara, Levi’s, Marks and Spencer, Primark en Aldi, zo zegt Akter.
Volgens de politie hebben de gewelddadige betogingen al aan minstens twee arbeiders het leven gekost. Tientallen mensen zijn gewond geraakt.
De boze arbeiders willen dat het minimummaandloon bijna wordt verdrievoudigd, van 8.300 taka (70 euro) naar 23.000 taka (190 euro). Die loonsverhoging is volgens hen noodzakelijk om de stevige stijging van de kosten voor levensonderhoud op te vangen. De Bangladesh Garment Manufacturers and Exporters Association, die de fabriekseigenaren verenigt, had een loonsverhoging met slechts 25 procent voorgesteld.
Bangladesh is de op één na grootste kledingproducent ter wereld, na China. Bijna vier miljoen mensen, voornamelijk vrouwen, werken in ongeveer 3.500 fabrieken in het land. De sector vormt een van de belangrijkste inkomstenbronnen voor Bangladesh.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier