Jonathan Holslag

‘Afkeer van het Westen bindt de groeilanden meer dan onderlinge samenwerking’

Jonathan Holslag Politoloog en publicist.

Afkeer van het Westen bindt de groeilanden meer dan onderlinge samenwerking.

Deze week verzamelen de leiders van Brazilië, India, China en Zuid-Afrika voor een topontmoeting van BRICS. De Russische leider Vladimir Poetin is in onderling akkoord, zoals dat heet, thuisgebleven. BRICS bestaat sinds 2006 en moet de groeilanden verzamelen om een nieuwe wereldorde te bouwen waarin het Westen minder doorweegt. Maar de vergadering van deze week blijft toch vooral een kwestie van uiterlijk vertoon, want het gaat de BRICS-landen niet voor de wind.

Om te beginnen groeien die groeilanden niet meer zo snel. Het bruto binnenlands product van Brazilië, Rusland en Zuid-Afrika is vandaag zelfs aanzienlijk kleiner dan tien jaar geleden. De Chinese groei vertraagt, de groei in India is niet standvastig. Leken de BRICS-landen in 2006 een onstuitbare economische pletwals, vandaag heeft die flink wat vaart verloren. Ze vertegenwoordigen ongeveer 25 procent van de wereldwijde productie, Europa en de Verenigde Staten samen 42 procent.

Die beperkte economische macht heeft gevolgen voor de ambities. De BRICS-landen willen af van de dollar als reservemunt. Ze willen ook een eigen betaalsysteem, BRICS Pay, en coördinatie tussen de centrale banken. Maar dat lukt amper. Zelfs in de BRICS-bank, een ontwikkelingsbank die moet concurreren met de Wereldbank, zijn dollars en euro’s het gangbare betaalmiddel.

De verklaring daarvoor is dat het Westen voor de BRICS-landen de grootste afzetmarkt blijft en als klant bepaalt in welke munt betaald wordt. Het aandeel van de onderlinge uitvoer tussen BRICS-landen is amper 10 procent.

Dat heeft dan weer te maken met de bijzondere rol van China. Niet alleen vertraagt de Chinese groei, ook de binnenlandse vraag in China is veel te klein. China voert veel meer uit naar andere BRICS-landen dan het invoert. Het resultaat is een aanzienlijk handelsoverschot van 200 miljard euro vorig jaar. De BRICS-landen zitten nog steeds vast in een arbeidsverdeling waarbij China de industrie voor zijn rekening neemt en de rest de grondstoffen. India en Brazilië, bijvoorbeeld, hebben bij de Wereldhandelsorganisatie verschillende procedures lopen tegen Chinese dumping.

De BRICS-landen worden vooral bijeengehouden door hun gezamenlijke afkeer van het Westen, veel minder door samenwerking. De duidelijke machtsverschuiving in de eerste jaren van BRICS is vandaag veel minder zichtbaar. We verkeren in een soort stilstand waarbij het aandeel van het Westen in de wereldwijde economie relatief stabiel blijft. Het is moeilijk in te schatten wat de komende tijd zal gebeuren. Het Westen kan maar beter niet op zijn lauweren rusten. Maar ook de BRICS-landen zijn allerminst zegezeker.

Jonathan Holslag is politoloog en publicist.

Lees meer over:
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content