Aan de vooravond van een zware winter: ‘Het Westen is bang voor een Oekraïense overwinning’
Ook de komende winter dreigt zwaar te worden voor Oekraïne. Dreigt het land door het opflakkerende conflict in Israël en Palestina in de steek te worden gelaten? ‘Oekraïne krijgt voldoende wapens om niet te verliezen, maar te weinig om te winnen.’
Op 26 oktober deed Volodymyr Zelensky er alles aan om zijn burgers een optimistische boodschap te brengen. In een videoboodschap pakte een zichtbaar vermoeide Zelensky uit met twee nieuwe westerse steunpakketten, die het Oekraïense leger van wapens, munitie en voertuigen moeten voorzien. Hij hield zijn bevolking voor dat de EU nieuwe sancties tegen Rusland zal nemen en Oekraïne weldra aanspraak zal kunnen maken op EU-lidmaatschap. Hij pakte uit met een nieuwe wet die de controle op politiek prominente personen moet verbeteren en zo corruptie zal tegengaan.
Ten slotte verzekerde hij de Oekraïners dat ‘een pad naar een Oekraïense overwinning’ stilaan in zicht is. ‘Oekraïne moet en zal sterker worden, zodat het Russische imperium nooit meer naar Oekraïens grondgebied zou komen’, sprak Zelensky.
Ondanks die optimistische boodschap dreigt opnieuw een harde winter voor Oekraïne. Net als vorige winter zal Rusland vermoedelijk alles op alles zetten om de Oekraïense energie-infrastructuur aan te vallen. In 2022 lanceerde Rusland vanaf oktober op grote schaal raket- en droneaanvallen, die meer dan de helft van de Oekraïense energievoorziening minstens tijdelijk uitschakelden. De Russische strategie kreeg in Oekraïne de spottende naam cholodomor, een woordspeling op de door Stalin uitgelokte hongersnood van 1932-1933, waarbij het woord ‘holod’ (honger) werd vervangen door ‘cholod’ (koude).
Volgens een VN-rapport moest het gemiddelde Oekraïense gezin het afgelopen winter 35 dagen zonder energie doen, bij temperaturen ver onder nul. De Russische rakettencampagne heeft, zo berekende de Kyiv School of Economics, voor minstens 8,3 miljard euro aan schade veroorzaakt. Met veel geduld en de nodige zin voor improvisatie kon Ukrenergo, de beheerder van het Oekraïense netwerk, vorige winter nog redden wat er te redden viel. Desalniettemin beschikt Oekraïne bij aanvang van deze winter over minder productiecapaciteit.
Aan die Oekraïense creativiteit zijn grenzen, waarschuwt Julia Soldatiuk-Westerveld, Oost-Europakenner bij het Nederlandse Instituut Clingendael. ‘Vorige winter had Oekraïne nog heel wat materiaal om reparaties uit te voeren en de energiecentrales weer op gang te krijgen. Dat materiaal is er nu niet meer. Bovendien waren het reparaties op de korte termijn, om de energievoorziening draaiende te houden.’ De Russische aanvallen zijn extra problematisch omdat naar schatting 40 procent van de Oekraïense bevolking geen centrale verwarming heeft, en dus aangewezen is op warmtecentrales. Volgens een VN-rapport uit juni 2023 is de Oekraïense energiecapaciteit nog altijd gehalveerd.
(Lees verder onder de preview)
De vrees leeft dat Rusland zijn wintercampagne van vorig jaar zal overdoen. Om die dreiging te counteren heeft Oekraïne de voorbije maanden zijn luchtverdediging proberen op te bouwen. Het is een strategie waarvan de risico’s onzeker zijn. Zelfs als de Oekraïense luchtafweer erin slaagt het gros van de Russische raketten uit de lucht te schieten, volstaan enkele voltreffers om een energiecentrale genoeg te beschadigen om ze buiten werking te krijgen. Zelfs de meest moderne luchtafweertechnologie – getuige de aanval van Hamas op Israël – kan overweldigd kan worden. Het is bovendien onduidelijk in welke mate de Oekraïense luchtafweer nog intact is. In welke mate zijn de Patriot-luchtafweersystemen die Oekraïne het afgelopen jaar ontving nog niet uitgeschakeld? Dat de Duitse kanselier Olaf Scholz begin oktober aankondigde een extra Patriot naar Oekraïne te sturen is misschien een teken aan de wand.
Mislukt zomeroffensief
Sowieso dreigt de winter op militair vlak ongemeen hard te worden voor Oekraïne. Naast de verwachte aanvallen op de energie-infrastructuur probeert het Russisch leger ook zelf in de aanval te gaan. De voorbije week lanceerden Russische troepen een offensief om het stadje Avdiivka te omsingelen, een belangrijk logistiek centrum net buiten de bezette stad Donetsk. Zelfs als het Russische offensief voorlopig nog geen spectaculaire resultaten oplevert, verhoogt het de druk op de Oekraïense verdedigingslijn. Tegelijk is het duidelijk dat het groots aangekondigde Oekraïense tegenoffensief op zijn laatste benen loopt. Bovendien is de bezdorizjzja in Oost-Oekraïne ondertussen opnieuw begonnen: het regenseizoen waardoor wegen en velden moeilijk begaanbaar worden, wat grootschalige manoeuvres bemoeilijkt.
Met zijn zomeroffensief hoopte de Oekraïense legerleiding het Russische front in tweeën te splijten en de Zee van Azov te bereiken. Op die manier zou Rusland het moeilijker hebben om zijn troepen te bevoorraden. De zogenaamde Soerovikinlijn, een zorgvuldig uitgebreid netwerk loopgraven en mijnenvelden dat de Russen tijdens de maanden voor het offensief aanlegden, bleek bestand tegen de aanvallen van het Oekraïens leger. Hoewel het Oekraïense leger om strategische redenen niet communiceert over het aantal gesneuvelden, is het duidelijk dat het offensief voor aanzienlijke verliezen heeft gezorgd. Dat betekent niet dat het Oekraïense leger geen beperkte successen boekte. Her en der werden kleine dorpjes of punten bevrijd, maar een grote strategische doorbraak bleef uit.
Het Oekraïense tegenoffensief kampte van in het begin met onrealistisch hooggespannen verwachtingen. Nadat westerse landen tegemoet waren gekomen aan de vraag van Zelensky om moderne tanks en pantervoertuigen te leveren, leefde de niet zo stille hoop dat Oekraïne het huzarenstukje van het septemberoffensief van 2022 zou kunnen herhalen. Toen sloeg het Oekraïense leger een bres in de Russische verdedigingslijn in de regio Charkiv, en moest het Russisch leger zich terugtrekken achter de Dnipro en de stad Cherson prijsgeven. Het hielp ook niet dat Oekraïense politici het enthousiasme over het op handen zijnde offensief mee aanjoegen. ‘Het zomeroffensief is er gekomen onder druk van de Oekraïense politiek’, zegt Marina Miron, militair expert bij King’s College London. ‘De Oekraïense legerleiding wist dat het zonder luchtsteun onmogelijk zou zijn om een bres te slaan in de Russische verdediging. Het bleek nóg moeilijker dan gedacht. Door de hooggespannen verwachtingen kreeg Oekraïne bovendien het verwijt dat het maar niet lukte. Voor het moreel van de Oekraïense soldaten is dan ronduit vernietigend.’
Toch zorgde het Oekraïense offensief wel degelijk voor enkele lichtpuntjes. Door voortdurende droneaanvallen werd de Russische Zwarte Zeevloot gedwongen om zijn basis te verlaten in Sevastopol op de door Rusland bezette Krim. Door die gedwongen verhuizing wordt het voor Rusland moeilijker om de Oekraïense graanexport te bedreigen, een cruciale bron van inkomsten voor de Oekraïense economie.
Zeitenwende
Ondanks die militaire problemen blijkt de Oekraïense economie op veel gebieden verrassend weerbaar. Waar de inflatie in Oekraïne een jaar geleden nog bijna 28 procent was, bedraagt die volgens het Oekraïens Bureau voor Statistiek nu slechts 7 procent, lager dan aan het begin van de oorlog. Het Internationaal Monetair Fonds voorspelde begin oktober dat de Oekraïense economie dit jaar met 2 procent zal groeien. Vorig jaar verloor Oekraïne bijna 30 procent van zijn bnp. ‘In het huidige tempo zal het nog tien jaar duren eer we opnieuw op het niveau van 2021 zitten’, aldus Soldatiuk-Westerveld. Bovendien wordt de economie in niet geringe mate ondersteund door Europese steun.
Ondanks de hachelijke situatie zet Oekraïne in op democratische hervormingen en Europees lidmaatschap. Op 8 november komt de Europese Commissie met een vooruitgangsrapport, waarin Oekraïne op zeven verschillende onderwerpen beoordeeld zal worden op de geboekte vooruitgang. Op basis van dat rapport zullen Europese leiders halverwege december beslissen over het al dan niet openen van de lidmaatschapsonderhandelingen. In juni stipte Europees Commissaris voor Uitbreiding Olivér Várhelyi nog aan dat Oekraïne op twee van de zeven werkpunten voldeed aan de voorwaarden. Vooral op het gebied van corruptiebestrijding, antiwitwasbeleid en de strijd tegen de oligarchen had Oekraïne nog enig werk voor de boeg.
Viktoria Vdovytsjenko, programmadirecteur van het Center for Defence Strategies, toont zich optimistisch. ‘We hebben de voorbije maanden veel vooruitgang geboekt’, benadrukt ze. ‘Het is nu aan de EU-lidstaten om te oordelen of Oekraïne concrete lidmaatschapsonderhandelingen mag starten. We hebben ondertussen al veel overheidsdiensten gedigitaliseerd, we hebben onze defensiesector en ons buitenlandbeleid hervormd, en we boeken vooruitgang in ons anticorruptiebeleid. Oekraïne heeft de Europese Unie niet nodig om corruptie aan te pakken. Dat is in de eerste plaats een eis van de Oekraïners zelf.’ Het is maar de vraag of die EU-landen het Oekraïense enthousiasme delen. Als Oekraïne zou toetreden, worden zowat alle andere EU-landen nettobijdragers aan het Europese budget. ‘Europa staat voor een cognitieve Zeitenwende’, zegt Vdovytsjenko. ‘Europese landen moeten beseffen dat ook zij het doelwit kunnen zijn van Russische operaties, en dat ze er alle belang bij hebben om Oekraïne lid van de EU te maken zonder eerst de Europese Unie te hervormen.’
Ook op diplomatiek vlak blijft Oekraïne zijn netwerk uitbreiden. Sinds Zelensky in december vorig jaar het tienpuntenplan voorstelde, focust de Oekraïense diplomatie zich op niet-westerse landen. Door garanties over nucleaire veiligheid en voedselveiligheid in het voorstel op te nemen, hoopt Zelensky ook landen uit het Globale Zuiden aan zijn zijde te krijgen. Aan Russische kant is er momenteel geen interesse voor het Oekraïense voorstel, waarbij alle Rusland alle bezette gebieden moet verlaten. In Malta kreeg Oekraïne afgelopen weekend meer dan zestig diplomaten rond de tafel om steun te zoeken voor hun voorstel. Naast Rusland was ook China afwezig. Net als bij de voorbije door Oekraïne georganiseerde conferenties kwam er geen eindtekst.
In normale tijden zou de ambtstermijn van president Zelensky in 2024 aflopen. Toch ziet het er niet naar uit dat Oekraïne volgend jaar presidentsverkiezingen zal houden. Dat is niet geheel onbegrijpelijk: in oorlogstijd is het niet handig om grootschalige samenscholingen te organiseren. Bovendien leven naar schatting 8 miljoen Oekraïners momenteel buiten Oekraïne. En dan zijn er nog de bezette gebieden, waar Oekraïne momenteel geen verkiezingen kan organiseren. ‘Het is vandaag onmogelijk om eerlijke verkiezingen te organiseren’, zegt het voormalige Oekraïense parlementslid Hanna Hopko. ‘Oekraïne kan deze oorlog alleen overleven als de bevolking verenigd blijft. Rusland zou van verkiezingen gebruik maken om twijfel te zaaien en de Oekraïense maatschappij uit elkaar te jagen. Zowel de politieke oppositie als de civil society is het erover eens dat het onmogelijk is om nu verkiezingen te houden.’
Russische oorlogseconomie
Waar de klok lange tijd in het nadeel van Rusland tikte, lijkt de escalatie van het conflict in Israël daar nu verandering in te brengen. De Amerikaanse president Joe Biden benadrukte al wel dat Amerika als ‘het machtigste land in de geschiedenis’ probleemloos zowel Israël als Oekraïne kan blijven steunen. Maar de politieke realiteit is minder rooskleurig. Het gros van de westerse landen ziet geen onmiddellijk risico op verdere escalatie van de oorlog in Oekraïne. De vrees dat het conflict in Israël uitgroeit tot een regionale oorlog is een stuk groter. En elk wapen, elke kogel of elk militair voertuig kan maar eenmaal overgedragen worden.
De Russische economie zit vrijwel volledig in oorlogsmodus. Russische munitiefabrieken produceren in een veel hoger tempo dan de westerse wapenfabrieken. Daarnaast verzekerde het Russisch leger zich in oktober van (goedkope) Noord-Koreaanse munitie. Tegelijk kan de Europese Unie haar beloften niet nakomen. De EU loopt hopeloos achter met de levering van een miljoen artilleriegranaten aan Oekraïne die tegen maart 2024 beloofd waren. In juni 2023 wees NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg er al op dat de wapen- en munitievoorraden in veel NAVO-landen uitgeput zijn en eerst aangevuld moeten worden. Bovendien zorgt de toenemende vraag voor stijgende prijzen, waardoor NAVO-landen gevoelig meer zullen betalen dan Rusland. Volgens Rob Bauer, het hoofd van het militaire comité van de NAVO, is de prijs voor een artilleriegranaat sinds het begin van de invasie in Oekraïne verviervoudigd. Het wordt een absolute heksentoer om die productie op te voeren, weet Marina Miron. ‘Tot voor kort kon niemand zich een artillerieoorlog voorstellen waarbij op zulke enorme schaal munitie gebruikt zou worden. Het kan jaren duren voor westerse wapenbedrijven hun achterstand hebben ingehaald.’
Het is bovendien onduidelijk hoe de westerse wapensystemen om zullen gaan met de forse Oekraïense winter. ‘De meeste westerse tanks zijn nooit getest bij temperaturen onder het vriespunt’, waarschuwt Miron. ‘De Oekraïners drijven de westerse wapensystemen in deze oorlog tot het uiterste. Ze zijn niet ontwikkeld om zo intens ingezet te worden. Het is niet duidelijk hoeveel wapensystemen de winter zullen overleven.’ Veel Oekraïense hoop wordt ondertussen gesteld in de F16-vliegtuigen die westerse landen beloofd hebben. Die gevechtsvliegtuigen moeten Oekraïne de mogelijkheid geven om operaties met luchtsteun uit te voeren. Het is nog onduidelijk hoeveel vliegtuigen Oekraïne zal krijgen, en in welke mate Oekraïense piloten voldoende opgeleid zullen zijn om ze succesvol in te zetten. Bovendien vergen gevechtsvliegtuigen als de F16 een intensief onderhoud, en is het onduidelijk hoeveel munitie westerse landen nog kunnen leveren. Tot slot kunnen Russische radars ook F16’s traceren.
Westerse landen staan voor een verschrikkelijke keuze. Houdt het Westen vast aan de belofte om Oekraïne te blijven steunen ondanks de dreigende brandhaarden in het Midden-Oosten? Of dreigt ook deze oorlog finaal op het achterplan te belanden? ‘Het grote probleem is dat het Westen bang is voor een Oekraïense overwinning’, stelt Hopko. ‘Oekraïne krijgt voldoende wapens om niet te verliezen, maar te weinig om te winnen. Het Westen vreest dat een nederlaag van Rusland te grote gevolgen zal hebben. Dat klopt gewoon niet. De wereld wordt veiliger als Oekraïne wint.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier