5 jaar geleden brak de Arabische Revolutie uit: wat is de erfenis van Mohammed Bouazizi?

Mohammed Bouazizi, Muammar Khaddafi, Bashar al-Assad, Zine Abidine Ben Ali, Hosni Mubarrak. © Reuters
Kevin Van der Auwera
Kevin Van der Auwera Online coördinator Trends

Exact vijf jaar geleden stierf de Tunesiër Mohammed Bouazizi aan de gevolgen van zijn persoonlijke, maar zeer politiek geworden wanhoopsdaad. Wat is op vandaag de erfenis van de man die de Arabische revoluties in gang zette? Knack.be zoekt het uit in vijf afleveringen.

4 januari 2011. Een jonge Tunesische straatverkoper overlijdt in een ziekenhuis in Ben Arous aan de verwondingen die hij opliep door zichzelf in brand te steken. Die zelfverbranding was een protestactie nadat politieagenten zijn koopwaren (voor de zoveelste keer) in beslag hadden genomen omdat hij niet over een geldige vergunning beschikte.

Tunesische vlag
Tunesische vlag

Zijn naam zegt u mogelijk niets meer, maar de daad van Mohammed Bouazizi (26) blijkt de katalysator voor een volksopstand, die klein begint in zijn woonplaats Sidi Bouzid maar snel het hele land in vuur en vlam zet en op 14 januari culmineert in de val van dictator Zine El Abidine Ben Ali, die na 24 jaar autocratisch bewind naar het buitenland vlucht. De Arabische wereld zou nooit meer hetzelfde zijn.

De zogenaamde Jasmijnrevolutie in Tunesië veroorzaakt immers een kettingreactie in verscheidene landen, van Marokko over Jordanië tot Bahrein. Maar het zijn vooral Egypte, Libië, Jemen en Syrië die – grotendeels door een foute aanpak van de opstand door de machthebbers – in totale chaos verzanden.

In Egypte probeert dictator Hosni Mubarak, president sinds 1981, met harde hand en halfzachte beloftes te counteren. Tevergeefs: op 11 februari 2011 gooit hij de handdoek. Anno 2016 lijkt Egypte, na een intermezzo met Moslimbroeder Mohammed Morsi aan het roer, terug waar het 5 jaar geleden was, met legerchef Abdul-Fatah al Sisi als president.

Het Tahrirplein in Egypte was vaak het centrum van de protesten in Egypte
Het Tahrirplein in Egypte was vaak het centrum van de protesten in Egypte© Belga

De Libische leider kolonel Muammar Khaddafi wordt, na negen maanden brutaal geweld te hebben gebruikt tegen de opstandige bevolking, op 20 oktober 2011 gelyncht. Libië ligt – mede door de bombardementen van de westerse coalitie, die het land in chaos achterliet – nog steeds in puin en lijkt wel het beloofde land voor Afrikaanse vluchtelingen die de gevaarlijke oversteek via de Middellandse Zee naar Europa willen wagen.

Ook president Ali Abdullah Saleh van Jemen slaagt er in 2011 niet in de bevolking, die op straat komt tegen de werkloosheid, stijgende prijzen, armoede en corruptie, te sussen met halve beloftes en halve hervormingen. Na een mislukte aanslag op zijn leven, treedt hij af – de facto op 23 november van dat jaar, officieel op 27 februari 2012. Intussen is het land het toneel geworden van een proxy-oorlog tussen Saudi-Arabië en Iran – die de opgerukte sjiitische Houthirebellen respectievelijk bekampen en steunen.

Het Syrische Aleppo in puin
Het Syrische Aleppo in puin© Reuters

Veruit het meest tragische verhaal is dat van Syrië. De opstand begon er vreedzaam maar sloeg om in rauwe volkswoede na de barbaarse reactie van het regime van president Bashar al-Assad: kinderen die antiregimeslogans op muren kalkten, worden gefolterd en vrijgelaten zonder vingernagels. Het protest mondt in maart 2011 uit in een bloedige burgeroorlog die nu al bijna vijf jaar duurt.

De gevolgen zijn helaas genoegzaam bekend. De staat Syrië die wij kenden, is intussen een rompstaat, uiteengevallen in verschillende delen. Die staan ofwel onder controle van het Assad-regime, jihadisten zoals de Islamitische Staat (IS), (gematigde) rebellengroepen of de Koerden. In totaal heeft de oorlog in Syrië al aan meer dan 250.000 mensen het leven gekost en ongeveer de helft van de bevolking (circa 10 miljoen inwoners) op de vlucht gejaagd. Meer dan drie miljoen ontheemden verblijven over de grens in Turkije, Libanon en Jordanië.

Honderdduizenden anderen vluchten naar Europa, wat de fragiele Europese Unie danig ontwricht. De Duitse kanselier Angelawir schaffen dasMerkel, die al 10 jaar nogal onbetwist de Europese dans leidt, moet plots opboksen tegen de Hongaarse premier Viktoralle terroristen zijn migrantenOrban.

De erfenis van Bouazizi?

Vijf jaar na het uitbreken van de Arabische Revolutie lijkt met andere woorden alleen Tunesië er beter uit te komen. De bloedige aanslagen door de IS op onder meer het Bardomuseum in Tunis, de badplaats Sousse en de presidentiële garde in opnieuw Tunis worden daar – paradoxaal – als bewijs voor gezien: het kwetsbare lichtpuntje is de terroristen een doorn in het oog.

In andere landen stierf het protest een stille dood of werd het snel in de kiem gesmoord. Zo voerde Marokko snel sussende maatregelen door, hief de Algerijnse president Abdelaziz Bouteflika na 19 jaar de noodtoestand op en sloeg het regime in Bahrein met behulp van Saudische tanks bloedig terug.

Niemand die kon voorspellen dat dit allemaal het gevolg kon zijn van de wanhoopsdaad van een eenvoudige fruitverkoper. Daarom maakt Knack.be, vijf jaar na dato, een balans op: ‘De Erfenis van Mohammed Bouazizi’.

Die balans valt uiteen in vier delen:

Dinsdag 5/1: De vluchtelingencrisis

Woensdag 6/1: Dubbelinterview Koert Debeuf en Sami Zemni over ‘lichtpunt’ Tunesië en ‘status quo’ Egypte

Donderdag 7/1: Syrië, Irak en de opkomst van de IS

Vrijdag 8/1: De landen die in de schaduw bleven

Partner Content