Willemjan Vandenplas

‘We zouden onze grenzen moeten sluiten… voor Belgen die het over ‘kutmarokkanen’ hebben’

Willemjan Vandenplas Werkt rond het geweldloos burgeractivisme in Syrië, spreekt Arabisch en bezocht in Syrië onder andere het vluchtelingenkamp Za'atari in Jordanië

‘Als ik Vlaanderen aan mijn Marokkaanse vriend voorstel’, schrijft globetrotter Willemjan Vandenplas, ‘bestempel ik mensen die hem ‘makak’ of ‘kutmarokkaan’ toeroepen als ‘kutvlamingen’ en grap ik dat de grenzen gesloten moeten worden voor deze ‘binnenlanders’.’

Zes jaar geleden vertrok ik een eerste keer naar Rabat om Arabisch te leren. Daarna keerde ik verschillende keren terug om er mijn studies af te werken. Voor reizen had ik er geen tijd, maar wel voor gesprekken, thee en tajine met zowel internationale als lokale vrienden. Afgelopen week kreeg ik een oude vriend uit Rabat op bezoek. We maakten onder andere een uitstapje naar Gent.

Een bevreemdende ervaring. De afgelopen tien jaar kwam ik nog amper in Vlaanderen, mijn eigen land. Mijn vervreemding kwam voort uit het feit dat mensen opkeken wanneer we ergens binnen kwamen, zich anders gingen gedragen of ons gewoon vierkant negeerden.

In Gent-Brugge ontmoetten we urbane middenklassers. Zij hadden het plattelandse leven ingeruilde voor het stadsleven met trendy kleren, tatoeages en de bijhorende muziek, … Ze keken vreemd op wanneer mijn Marokkaanse vriend hun domein binnenkwam.

Vanuit Gent-Brugge ging het naar de Dampoort, waar een achtergestelde buurt louter wordt opgeschrikt door een Vlaamse vrouw die angstvallig op haar fiets door de menselijke miserie rijdt. Ze is eerder bezig met haar veiligheid in de voor haar gure straten, dan met de Marokkaanse toerist die de eerste teleurstellingen van zijn reis in Vlaanderen probeert te verwerken.

Daarna probeerde ik de Korenmarkt. Na een portie bitterballen, waarvan ik niet eens weet of er nu varken inzat of niet, maakten we een toertje rond het kanaal. De schoonheid en de kleur van het licht dat neerstraalde op het water waar plezierbootjes voor de 1% varen, maakte de dag van mijn Marokkaanse vriend goed.

Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA)
Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) © BELGA

Ik bezorgde hem een politieke update: er waren oude mailtjes van onze eigenste staatssecretaris van Asiel en Migratie, Theo Francken (N-VA), opgedoken waarin hij tekeer ging tegen’ kutmarokaantjes’, islamieten en socialisten. Mijn vriend liet het – voorlopig – niet aan zijn hart komen.

Tijdens de terugreis naar Brussel-Zuid besloot een zatte Vlaming mijn zuiderse broer lastig te vallen. Een Chinees gezin, duidelijk op de terugweg uit Brugge, verzamelde intussen Vlaams, harddrugsgebruikend gespuis naast zich en maakte op de laatavondtrein kennis met joints.

Vanuit Brussel-Zuid baanden we ons een weg langs de Hoogstraat. Terwijl oudere dames in korte rokjes afboden op de tarieven van een Oost-Europese gigolo, kwamen we aan de overkant van de straat een keurig Marokkaans gezin tegen. Een oudere Marokkaanse man volgde ons. Dronken feestvierders kwamen in tegengestelde richting afgestrompeld. Hun einde van een troosteloze avond.

Christenhond

Ik moest al gauw aan Rabat denken. Ik sprak een mondje Arabisch en werd er ik meestal goed ontvangen. Maar ik zal het niet romantiseren. Verschillende keren kreeg ik kelb mesihy of ‘christenhond’ te horen. Ik heb er ook lijmsnuivers gezien en werd wel eens lastiggevallen door straatkinderen die mijn portefeuille probeerden te stelen.

En toch kwetst het blanke racisme. Het is in Vlaanderen zo structureel. In weinig landen krijgen mensen van vreemde origine zo weinig kansen op school en op het werk. Bepaalde origines dragen een stigma. Maar wat heeft mijn Marokkaanse vriend te maken met de mogelijke gebreken die de Marokkaanse gemeenschap in België worden toebedeelt? Hij is hier louter als toerist. Marokkanen worden over één kam geschoren, of ze hier nu wonen of niet, of ze zich nu gedragen of niet.

Als ik Vlaanderen dus aan mijn Marokkaanse vriend voorstel, bestempel ik mensen die hem ‘makak’ of ‘kutmarokkaan’ toeroepen als ‘kutvlamingen’ en grap ik dat de grenzen gesloten moeten worden voor deze ‘binnenlanders’.

Ik ga graag nog een beetje verder door te zeggen dat deze mensen niets bijdragen aan ‘mijn kleine wereld’. Mijn wereld is blijkbaar klein. Ongeveer 38% van de Vlamingen heeft voor partijen gestemd die ‘kritisch’ staan tegenover buitenlanders. Maar deze mensen zien Vlaanderen als een eiland. Ik leef wel degelijk in dé wereld, niet enkel in Vlaanderen.

PS. De warmste 18 oktober in 100 jaar eindigde voor mijn vriend met een verkoudheid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content