Waarom voetbal en politiek moeilijk van elkaar te scheiden zijn

Romelu Lukaku knielt op het EK vlak voor de eerste groepswedstrijd tegen Rusland. © belga

Controverse over ‘knielende voetballers’ als antiracistisch statement leidt tot pleidooien om ‘politiek en voetbal te scheiden’. Maar dat is niet vanzelfsprekend, want politici instrumentaliseren zelf graag de voetbalsport.

Iedere week zoekt Knack naar misleidende informatie op het internet.

‘Sport en politiek gaan niet samen.’ Dat stond vorige week op de voorpagina van het rechtse Vlaams-nationalistische weekblad ’t Pallieterke. Een opinieschrijver van de krant kantte zich tegen het ‘knielen’ door voetballers, onder wie de Rode Duivels, voor de aftrap van de wedstrijden van het Europees Kampioenschap voetbal. De laatste tijd zijn er wel meer relletjes over gebaren die al dan niet als ‘politiek’ kunnen worden beschouwd.

Kalasjnikov

De reglementen van de voetbalbond FIFA verbieden ‘politieke, religieuze of persoonlijke slogans, boodschappen of afbeeldingen’ op de uitrusting van spelers. Nog voor er een bal was getrapt op het EK voetbal 2021 ontstond daarover al een relletje. Op de truitjes van de Oekraïense spelers stond een gestileerde kaart van Oekraïne, inclusief het schiereiland de Krim en de regio’s Donbas en Luhansk. De Krim is in 2014 geannexeerd door Rusland, in Donbas en Luhansk woedt een separatistische oorlog waar Rusland zich ook in mengt. Ondanks een Russische klacht keurde de Europese voetbalbond UEFA het Oekraïense ontwerp toch goed. Ook de militaire slogan ‘Glorie aan de helden’ op de Oekraïense truitjes was het onderwerp van lange onderhandelingen. Eerst werd die afgekeurd als ‘duidelijk politiek’, maar uiteindelijk mochten de woorden toch blijven staan.

Bij de EK-match van de Rode Duivels tegen Rusland supporterden sommige parlementsleden van Vlaams Belang hardop voor de tegenstander.

Minder duidelijke regels zijn er over de gebaren die voetballers zelf maken. Op één knie gaan zitten voor de aftrap laat de organisatie van het EK expliciet toe, zelfs voor de scheidsrechters. Maar het gebaar veroorzaakt ook ophef: een deel van de fans fluit consequent zelfs de eigen spelers uit die het antiracistische statement maken. Grotendeels ligt dat aan onduidelijkheid over de precieze betekenis van het gebaar.

De Amerikaanse quarterback Colin Kaepernick van het American footballteam San Francisco 49ers wilde tijdens het Amerikaanse volkslied voor een wedstrijd niet rechtstaan, maar ging op één knie zitten. Hij wilde zo aandacht vragen voor politiegeweld en racisme. Het gebaar werd later geadopteerd door de weglaten Black Lives Matter-beweging.

Voor Rode Duivel Romelu Lukaku is het een breder gebaar voor respect en diversiteit: ‘Niet alleen voor de zwarte gemeenschap, ook voor vrouwen. Kleur, seksualiteit, geloof: het maakt niet uit. Iedereen moet gerespecteerd worden.’ Maar aan uiterst rechtse zijde beschouwen velen het knielen als een uiting van een ‘marxistische ideologie’ of zelfs als een ‘racistisch Black Power-symbool’. Bij de eerste EK-match van de Rode Duivels tegen Rusland supporterden sommige parlementsleden van Vlaams Belang hardop voor de tegenstander – en zelfs dubbel zo hard toen de Russische spelers rechtop bleven staan nadat Lukaku en ploegmaats op één knie waren gaan zitten. Vlaams Parlementslid Stefaan Sintobin tweette de dag van de wedstrijd een bizarre tekening van een beer met een kalasjnikov en een Russische vlag om de schouders.

Maakte Marko Arnautovic een racistisch handgebaar?
Maakte Marko Arnautovic een racistisch handgebaar?© GETTY IMAGES

Trolling

Maar er zijn nog meer voetbalcontroverses. In de slotminuten van de EK-match tussen Oostenrijk en Noord-Macedonië, die eindigde op 3-1, scoorde de Oostenrijkse spits Marko Arnautovic de derde goal voor zijn land. Hij vierde dat door op agressieve wijze zijn Noord-Macedonische tegenspeler Ezgjan Alioski op te zoeken. Arnautovic stak een tirade af en maakte een opvallend ‘oké’-handgebaar, tot hij gekalmeerd werd door de aanvoerder van zijn team. Het was geen kwestie van persoonlijke animositeit. Arnautovic heeft een Servische vader en Alioski heeft Albanese roots. Tussen Servië, Noord-Macedonië en Albanië bestaan historische spanningen, onder andere over Kosovo.

Over het ‘oké’-handgebaar, waarbij de toppen van wijsvinger en duim een cirkeltje vormen, ontstond ophef. Het zou volgens sommigen een racistische ondertoon hebben, maar het verhaal daarachter is nogal dubbelzinnig. Het claimen van het bewuste gebaar begon als een trollingactie op extremistische messageboards als 4chan: je zou er de letters W en P in kunnen herkennen, wat dan weer staat voor ‘White Power’. Maar uiteindelijk ging het gebaar een eigen leven leiden als een soort extreemrechts hondenfluitje: de ‘ingewijden’ herkennen de boodschap en de satirische oorsprong, de buitenwereld heeft niet door of je het ernstig meent of niet. Brenton Tarrant, de extreemrechtse terrorist die twee jaar geleden 51 moslims doodschoot in twee moskeeën in het Nieuw-Zeelandse Christchurch, maakte het bewuste handgebaar bijvoorbeeld tijdens zijn rechtszaak.

Waarom voetbal en politiek moeilijk van elkaar te scheiden zijn

Had ook Arnautovic een bijbedoeling met dat handgebaar? Dat is dus lang niet zeker. Hetzelfde ‘oké’-gebaar is bijvoorbeeld ook populair bij etnisch-nationalistische Macedoniërs die strijden voor een ‘verenigd historisch Macedonië’, inclusief delen van Bulgarije en Griekenland. Het gebaar verwijst dan naar de drie ‘vingers’ waarmee het Griekse Chalkidiki-schiereiland zich uitstrekt in de Egeïsche Zee.

De UEFA schorste Arnautovic uiteindelijk voor één wedstrijd wegens het beledigen van een tegenstander. Ze pleitten hem wel vrij van discriminerend gedrag: voor ernstigere beledigingen ’tegen de menselijke waardigheid’ reserveert de UEFA traditioneel langere schorsingen tot 10 speeldagen.

Adelaar

Het is niet de eerste keer dat gebaren van voetballers tijdens wedstrijden controverse oproepen. Maar de ambiguïteit van het gebaar dat Arnautovic maakte, is wel een nieuw fenomeen. De voormalige Italiaanse voetballer en trainer Paulo Di Canio stond bijvoorbeeld bekend voor zijn openlijk fascistische tatoeages en groeten met gestrekte arm naar de fans van SS Lazio. De Griekse middenvelder Giorgios Katidis werd voor het leven geschorst als international nadat hij in 2013 een doelpunt gevierd had met een Hitlergroet. (Achteraf beweerde hij dat hij de betekenis van het gebaar niet kende.) En tijdens het WK voetbal van 2018 kregen de Zwitserse spelers Granit Xhaka en Xherdan Shaqiri, respectievelijk van Kosovaarse en Albanese afkomst, hoge boetes opgelegd omdat ze hun goals tegen Servië vierden door met uitgespreide handen het adelaarssymbool te maken dat terug te vinden is op de Albanese vlag.

Van een antiracistisch statement, een zwarte armband na een terroristische aanslag, tot een minuut stilte voor een pas overleden staatshoofd: er zit in het voetbal veel meer ‘politiek’ dan we denken. Geopolitieke rivaliteit maakt de inzet van bepaalde wedstrijden groter. Vooral grote internationale toernooien leiden vaak tot nationalistische oprispingen – ook in België. Zo is het allesbehalve toeval dat de radicaal-linkse partij PVDA vlak voor het Europees Kampioenschap haar Belgische campagne ‘We Are One’ lanceerde, met gratis tricolore vlaggen, of dat Vlaams Belang zo pinnig reageert op de Rode Duivels-hype. Misschien moet de voetbalwereld niet zozeer de politiek proberen te weren, maar moet de politieke wereld minder gretig de voetbalsport recupereren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content