De Britse regering vindt dat het land een te softe migratiepolitiek voert en wil onder meer de steun aan behoeftige asielzoekers terugschroeven. Denemarken, het land van boter, hygge en een streng migratiebeleid, moet daarbij als inspiratiebron dienen. De vraag is of dat wel zo’n goed idee is.
Op 17 november debatteerden twee Britse vrouwelijke politici uit etnische minderheden over immigratie en ras. Beiden waren somber. Shabana Mahmood, de Labour-minister van Binnenlandse Zaken, zei dat migratie van Groot-Brittannië ‘een meer verdeeld land’ had gemaakt. Kemi Badenoch, leider van de Conservatieve Partij, waarschuwde dat mensen steeds bozer en hatelijker werden.
Mahmood schetste enkele dramatische veranderingen in het Britse asielsysteem. Ze betoogde dat Groot-Brittannië te soft was geworden en verklaarde dat de staat zijn wettelijke verplichting om behoeftige asielzoekers te ondersteunen zou laten vallen. Ze beloofde mensenrechtenwetten die deportaties verhinderen af te zwakken en meer gezinnen het land uit te zetten.
In de toekomst zouden asielzoekers 30 maanden een vluchtelingenstatus genieten. Vandaag is dat 5 jaar.
De minister van Binnenlandse Zaken beloofde ook een nieuwe aanpak voor mensen van wie de regering erkent dat zij bescherming nodig hebben tegen geweld en vervolging. De meeste mensen krijgen nu een vluchtelingenstatus voor vijf jaar en kunnen kort daarna burgerschap aanvragen. In de toekomst, legde Mahmood uit, krijgen zij asiel voor 30 maanden. Ze kunnen verdere termijnen van 30 maanden aanvragen, maar kunnen worden afgewezen als hun land van herkomst veiliger is geworden. Sommigen zullen 20 jaar moeten wachten op burgerschap.
Obsessie met immigratie
Mahmood en Badenoch hebben gelijk dat Britten geobsedeerd zijn met immigratie. Peilingen van Ipsos laten zien dat meer Britten dit als het belangrijkste nationale thema beschouwen. Het publiek heeft het dan vooral over asielzoekers, dus mensen die een vluchtelingenstatus aanvragen – vorig jaar ging het om 108.000 mensen, een record. Degenen die het Kanaal oversteken in rubberbootjes – ongeveer 40.000 per jaar – nemen in de publieke perceptie een grotere plaats in dan veel grotere migrantengroepen zoals arbeidskrachten en studenten.
De inspiratiebron voor de nieuwe harde Britse koers is een land dat zeven keer wordt genoemd in een beleidsnota van de regering die op 17 november werd gepubliceerd. Denemarken verstrakte begin jaren 2000 zijn asielwetten. Na een piek in het aantal aanvragen tien jaar geleden ging het land nog verder: het maakte de vluchtelingenstatus tijdelijk en dreigde sieraden van migranten in beslag te nemen. Het aantal asielaanvragen daalde al snel aanzienlijk. Van bijzonder belang voor Labour-politici – die doodsbang zijn voor nog poverder peilingen – is dat de centrumlinkse partij die veel van deze veranderingen doorvoerde, aan de macht bleef in Denemarken.
Het probleem-Brexit
Labour heeft een enorme meerderheid, en Mahmood is een bekwame politica die het grootste deel van haar hervormingen zou moeten kunnen doorvoeren. Maar er zijn twee gevaren. Het eerste is dat de hervormingen niet het beloofde effect zullen hebben. Het tweede is dat Groot-Brittannië, door het Deense asielsysteem te kopiëren, uiteindelijk Denemarkens bredere en veel gemengdere staat van dienst op het gebied van immigratie zal evenaren.
Asielzoekers zien en reageren op veranderingen in beleid, maar minder alert dan Britse politici vaak denken. Sunder Katwala van de denktank British Future wijst erop dat enkele van Mahmoods hervormingen in 2022 ook waren beloofd door een voorganger van de Tories, Priti Patel. Het jaar daarop kondigde de regering aan dat zij veel mensen zou verhinderen asiel aan te vragen in Groot-Brittannië en hen naar Rwanda zou sturen. Het aantal aanvragen daalde nauwelijks.
De regering kan sommige factoren die asielzoekers naar Groot-Brittannië trekken niet veranderen, zoals de grote immigrantenbevolking en het feit dat het Engels over zowat de hele wereld gesproken wordt. Ook lijkt ze niet geneigd één ding te veranderen dat het land aantrekkelijk maakt als tweede kans: continentale Europese landen gebruiken een databank met vingerafdrukken om te controleren of asielzoekers elders in Europa al een aanvraag hebben gedaan, en proberen hen zo nodig terug te sturen. Groot-Brittannië kan dat sinds de Brexit niet meer.
Gemengd trackrecord
Britten associëren Denemarken met boter en hygge, en beoordelen het land positief, hoewel niet zo positief als Noorwegen of Zweden. Sociaal beleid klinkt vaak aannemelijker als het in een Scandinavisch accent wordt gepresenteerd. Maar Denemarken heeft een gemengd trackrecord op het gebied van immigratie. Het heeft uitstekend werk verricht in de terugdringing van asielaanvragen, maar scoort pover wat betreft de integratie van immigranten. In Groot-Brittannië is precies het tegenovergestelde het geval.
Denemarken heeft uitstekend werk verricht in de terugdringing van asielaanvragen, maar scoort pover wat betreft de integratie van immigranten.
In Groot-Brittannië hebben autochtonen en mensen die in het buitenland zijn geboren bijna identieke werkgelegenheidscijfers, en migranten verdienen er meer. In Denemarken daarentegen werken autochtonen aanzienlijk vaker dan immigranten of hun kinderen. De PISA-toetsen van de OESO, een club van voornamelijk rijke landen, tonen dat kinderen van migranten het in Denemarken slecht doen en in Groot-Brittannië goed. Sterker nog: migrantenkinderen in Groot-Brittannië scoren beter in zowel wiskunde als lezen dan autochtone Denen.
Verschillende immigratietradities
De twee landen hebben verschillende immigratietradities. Zoals veel Europese landen stelde Denemarken in de jaren zestig zijn arbeidsmarkt open voor ‘gastarbeiders’, wat impliceerde dat iedereen die op het aanbod inging er tijdelijk kon verblijven. Groot-Brittannië trok mensen aan uit zijn huidige en voormalige koloniën. Hoewel migranten uit het Gemenebest verschrikkelijk racisme moesten doorstaan, hielden zij vast aan het idee dat zij volledig Brits waren. Uiteindelijk kregen ze vrijwel alle witte Britten zover dat ze het daarmee eens waren.
Eva Singer, hoofd asiel bij de Danish Refugee Council, zegt dat haar land gemengde signalen afgeeft aan vluchtelingen. Onderdelen van de staat doen hard hun best om hen vooruit te helpen: ze leren hen Deens en helpen hen aan training en werkervaring. Ondertussen herinnert de nationale regering hen eraan dat ze slechts tijdelijk in het land zijn. Verwarring en onzekerheid zijn waarschijnlijk slecht voor integratie.
Onderzoek suggereert dat burgerschap twee signalen afgeeft: aan migranten dat ze veilig zijn, en aan werkgevers dat iemand blijft, en dus de moeite waard is om in te investeren.
Burgerschap helpt enorm. Christina Gathmann van het Luxembourg Institute of Socio-Economic Research heeft aangetoond dat in Duitsland het lot van migrantenvrouwen veranderde door hervormingen die hen toestonden burger te worden. Ze verdienden niet alleen meer, maar trouwden ook later en kregen minder kinderen. Onderzoek naar vluchtelingen in Europa laat iets soortgelijks zien. Gathmann suggereert dat burgerschap twee signalen afgeeft: aan migranten dat ze veilig zijn, en aan werkgevers dat iemand blijft, en dus de moeite waard is om in te investeren.
Minister Shabana Mahmood denkt dat een verminderde bescherming van vluchtelingen velen zal afschrikken. En door sommige nieuwkomers buiten de mainstream van de Britse samenleving te plaatsen, probeert ze in feite het multiculturalisme te versterken. Of dat in de praktijk werkt, valt nog te bezien. Het is in elk geval een eigenaardige theorie.