Matthias Vanderhaegen

‘Versnel de energietransitie, bouw kerncentrales’

Matthias Vanderhaegen Professor Nucleaire Energietechniek (UGent)

‘Willen we de energietransitie versnellen, dan moeten we niet wachten op onbewezen en futuristische reactoren’, schrijft Matthias Vanderhaegen, professor  nucleaire energietechniek aan de UGent. ‘Er bestaan vandaag reeds voldoende nucleaire technieken om een antwoord te bieden aan de uitdagingen van de toekomst.’

Hoe kunnen we onze afhankelijkheid van aardgas zo snel mogelijk afbouwen? Door zo snel mogelijk nieuwe en flexibele kerncentrales te bouwen, in plaats van nieuwe gascentrales. Dat kan met technieken die vandaag al beschikbaar zijn. Voor het klimaat, en voor een betaalbare energieonafhankelijkheid.

Hoewel de oorlog in Oekraïne genadeloos doorgaat, Rusland de gaskraan dichtdraait als oorlogswapen, en het Europees parlement oproept om de aankoop van Russisch gas te stoppen, ziet de Belgische regering nog steeds niet af van de bouw van nieuwe gascentrales. De recente beslissing om een project in Seraing te ondersteunen, moet de sluiting van vijf van de zeven Belgische kerncentrales opvangen. Gascentrales zijn inderdaad flexibel en snel gebouwd, maar zo blijven we wel afhankelijk van de leveringen van buitenlands gas. Omdat gascentrales steeds vaker de prijs zetten in ons huidige marktprincipe (als ‘laatste eenheid’), zal onze elektriciteitsrekening nog lange tijd onderhevig zijn aan de grillen van dictators als Vladimir Poetin. 

Iedereen is het dan ook eens: we moeten de energietransitie versnellen om gas zoveel mogelijk uit te faseren, bijvoorbeeld door te investeren in windenergie. Maar terwijl zonnecellen steun blijven genieten met een btw-verlaging, hoewel ze in de winter niet eens ons verbruik voor verwarming kunnen dekken, blijft de inzet van kernenergie beperkt tot een bescheiden verlenging van 10 jaar voor slechts twee eenheden.

Een recente peiling van de VRT toont aan dat meer dan 80% van de Vlamingen kernenergie wil behouden na 2025. Waarom dan niet ambitieuzer zijn? Technisch-economische studies, uitgevoerd door het wereldvermaarde Massachusetts Institute of Technology, wijzen op het belang van een aandeel kernenergie om de kosten van elektriciteit te drukken, naast uiteraard hernieuwbare energie.  Elektriciteit bedraagt vandaag slechts 20% van het totale Belgische energieverbruik, maar door de verdere elektrificatie van de maatschappij (warmtepompen, elektrische auto’s,…) zal dat aandeel nog fors toenemen. 

Daarom gaan ook politieke stemmen om de wet van 2003 over de kernuitstap te wijzigen om kernenergie van de toekomst mogelijk te maken, bovenop de bescheiden verlenging van 2GW. Hierbij spreken bijvoorbeeld de liberale leiders over ‘kleine modulaire reactoren’ (SMR) en ander nieuwe reactorconcepten, maar gezien de urgentie en de nakende sluiting van vijf oudere eenheden, hebben we vandaag al extra nucleaire capaciteit nodig. Wachten is dus geen optie meer.

Er is echter reeds technologie op de markt die gebruik maakt van SMR-principes, zoals veiligheid met passieve koeling en modulaire constructietechnieken voor een versnelde en eenvoudige bouw. Een voorbeeld hiervan zoals de Amerikaanse AP1000-centrales (vermogen van 1000MW) is reeds goedgekeurd door de Amerikaanse regulator. Er zijn ook al meerdere exemplaren gebouwd, waardoor we ook operationele ervaring hebben. Dat maakt het vergunningstraject minder uitdagend, wat de uitrol kan versnellen en het behoud van Belgische competenties verzekeren. 

Toegegeven, de eerste projecten kampten met vertragingen en kostenstijgingen, net als de Europese EPR, maar dat is het gekende FOAK (First of A Kind)  effect. Een recent rapport van MIT wijst erop dat we de kosten en bouwtijd voor de volgende eenheden gevoelig kunnen drukken. Er is ook een kleinere variant beschikbaar van 600MW, mogelijk beter aangepast aan het Belgische elektriciteitsnet. Deze AP600 kan bovendien terugvallen op dezelfde operationele ervaring en is evenzeer goedgekeurd door de Amerikaanse regulator. 

Natuurlijk, ook deze ontwerpen zijn geen wondermiddel. We hebben een langetermijnvisie nodig waarbij verschillende technologieën worden ingezet voor een flexibel en betrouwbaar energiesysteem. De nieuwe kernreactoren moeten bijvoorbeeld kunnen ‘moduleren’ om variaties in vraag en aanbod op te vangen. Maar ook diversificatie is nodig waar bijvoorbeeld de brandstof tijdens operatie kan vervangen worden om flexibeler een reactorstop in te plannen. Dit alles is geen inbeelding van een verwarde professor, maar beproefde technologie die al succesvol wordt toegepast in landen zoals Canada. 

Nieuwe kerncentrales vragen natuurlijk een belangrijke investering. Net zoals bij hernieuwbare energie, is deze investeringskost één van de belangrijkste kostenplaatsen, onafhankelijk van het geproduceerde vermogen. Een kerncentrale kan flexibel energie leveren, met hoge beschikbaarheid, maar wordt daar niet voor vergoed binnen de huidige markt. Waarom het CRM-mechanisme, waarvan de nieuwe gascentrales gebruik zullen maken, niet openstellen voor nieuwe kerncentrales?

In tegenstelling tot gas, is de markt voor uranium (of andere nucleaire brandstof) breed en stabiel, met meerdere betrouwbare internationale partners. Bovendien kan je eenvoudig strategische reserves voor meerdere jaren opbouwen. En mocht er toch een tekort ontstaan, kunnen we gebruikte brandstof ook recycleren. Sowieso is brandstofkost voor kerncentrales veel kleiner dan bij gascentrales, wat de elektriciteitsprijs enkel kan stabiliseren.

Willen we de energietransitie versnellen, dan moeten we niet wachten op onbewezen en futuristische reactoren. Er bestaan vandaag reeds voldoende nucleaire technieken om een antwoord te bieden aan de uitdagingen van de toekomst. Hoog tijd om die aan te wenden en te ondersteunen. Voor het klimaat, en voor betaalbare energieonafhankelijkheid.

Matthias Vanderhaegen is benoemd tot Professor in de Nucleaire Energietechniek aan de Universiteit van Gent aan de Vakgroep Elektromechanica, Systeem- en Metaalengineering. Ingenieur werkzaam binnen de nucleaire industrie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content