Nico Pattyn

‘Vermogens billijk laten bijdragen: voor die verandering vindt Michel I blijkbaar de kracht niet’

Nico Pattyn Verbonden aan het Metis Instituut en de Gerrit Kreveld Stichting

Alle elementen voor een vermogenswinstbelasting liggen op tafel, schrijft Nico Pattyn van denktank Metis. Hij zet alle misverstanden rond en drogredenen tegen een billijkere bijdrage van vermogens op een rijtje.

Het debat rond een al dan niet billijke bijdrage van inkomsten uit vermogens in onze belastinginkomsten woedt volop. De federale regering zwakt de strijd tegen de fiscale fraude af, en beperkt zich tot de aankondiging van een kaaimantaks. En dat terwijl de inkomens uit arbeid, die fiscaal al het meeste bijdragen, via bijvoorbeeld de indexsprong, de sanering van de overheidsfinanciën en het verbeteren van de concurrentiepositie van de Belgische bedrijven grotendeels moeten dragen.

Marc Coucke
Marc Coucke© Karl

Daar contrasteren de onbelaste meerwaarde van de verkoop van Omega Pharma en de rulings die via LuxLeaks en het onderzoek van de BBI naar de constructie rond AB Inbev aan het licht kwamen volledig mee. Het zijn krachtige argumenten om voor een vermogenswinstbelasting te pleiten. Of toch niet? Want dan wordt er opnieuw geschermd met wat de al hoge belastingen op kapitaal in België zouden zijn. Daar heersen heel wat misverstanden rond, en die zetten we even op een rij.

Enkel de omvang van de vermogens is relevant als vergelijkingsbasis

Eurostat brengt jaarlijks het rapport ‘Taxation trends in the European Union’ uit, en telkens wordt daar naar verwezen om een discussie rond vermogenswinstbelasting af te blokken. In de versie van 2013 stond België wat betreft belastingen op kapitaal in procent van het BBP op de zesde plaats. Dat Luxemburg op de eerste plaats staat zou al een belletje moeten doen rinkelen: dit betekent geenszins dat vermogens het zwaar te verduren hebben in de landen die hier hoog scoren. In het rapport van 2014 is deze tabel niet langer opgenomen. Wel staat België tiende in een andere tabel, die het aandeel van de belastingen op kapitaal berekent t.o.v. de totale belastinginkomsten. Ook hier staat weer Luxemburg op nummer een. En ook deze tabel zegt weinig.

‘Vermogens billijk laten bijdragen: voor die verandering vindt Michel I blijkbaar de kracht niet’

De vergelijking met het BBP of de belastinginkomsten is al meermaals verworpen als maat om de belastingdruk op vermogen te meten, door Metis maar ook door de Nationale Bank en in verschillende media. Relevant is wel de grootte van het vermogen. En de vermogens in België zijn zeer omvangrijk. In een enquête van de Europese Centrale Bank (ECB), maar ook in andere ranglijsten, staat België steeds bij de top in Europa. Voor financieel vermogen zijn we zelfs de nummer één. Als het vermogen vele malen groter is dan het BBP, dan moet men de belastinginkomsten uit vermogen afmeten tegenover de grootte van dat vermogen, en niet het BBP.

Verwar privaat vermogen niet met kapitaal

In de aangehaalde statistieken van Eurostat, die voor sommigen moeten aantonen dat vermogen al zwaar belast wordt in België, gaat het niet om vermogen maar om kapitaal. Belastingen op kapitaal zijn veel ruimer dan die op privaat vermogen, waar het in de discussie rond vermogenswinstbelasting om gaat. Daar valt b.v. de vennootschapsbelasting onder en alle belastingen die men kan beschouwen als belastingen op winst. Zelfs de verkeersbelasting op het wagenpark van een firma wordt hier bij gerekend.

'Vermogens billijk laten bijdragen: voor die verandering vindt Michel I blijkbaar de kracht niet'
© iStock

Ook de personenbelasting en sociale bijdragen van zelfstandigen vallen voor Eurostat onder belastingen op kapitaal. Wanneer iemand verandert van een werknemers- naar een zelfstandigenstatuut verandert zijn/haar personenbelasting en sociale bijdragen dus van de rubriek arbeid naar kapitaal en lijkt in België arbeid minder en kapitaal meer belast. Een hoge belastingdruk op arbeid kan zo als effect hebben dat er een verschuiving is richting het zelfstandigenstatuut en een tendens tot vervennootschappelijking, wat de bijdrage van kapitaal aan de belastinginkomsten lijkt te doen toenemen. Het is duidelijk dat met een vermogenswinstbelasting iets helemaal anders wordt bedoeld.

De OESO heeft vorig jaar de tarieven op de winst van verschillende vormen van privaat vermogen voor 34 lidstaten op een rij gezet, uitgaande van een rendement van vier procent. Voor interesten staat België veertiende, voor dividenden heeft België op vier landen na het laagste tarief, voor winsten uit eigendom is ons land een van de veertien landen die niets heft en voor winsten uit aandelen staan we eenzaam aan de leiding met een tarief van acht procent (Hongarije en Tsjechië staan tweede met negentien procent). Globaal is België binnen de OESO dus hét fiscale paradijs voor wie inkomens uit vermogen genereert, wat sommigen ook beweren. Alleen transactiekosten zoals de registratierechten bij de aankoop van onroerend goed of de successierechten bij erfenissen liggen in België hoog.

Verwar de kleine spaarder niet met de grote vermogens

Vaak wordt er geschermd met categorieën als hardwerkende Vlamingen en kleine spaarders om de invoering van een vermogenswinstbelasting af te blokken. Gegevens over de vermogensverdeling in België zijn schaars. Het voedt de illusie bij vele Belgen dat ze ook tot de vermogenden behoren, waardoor ze zich mee kanten tegen een vermogenswinstbelasting en de bondgenoten worden van de echte vermogenden.

ECB-voorzitter Mario Draghi
ECB-voorzitter Mario Draghi© Reuters

Uit de al vermelde enquête van de ECB leren we dat de verdeling van het totale vermogen vergelijkbaar is met andere Europese landen, doordat het bezit van een eigen woning wijd verspreid is, en die woningen relatief hoog gewaardeerd worden. Maar kijken we naar het financiële vermogen, dan zien we dat dit in België veel meer dan in andere landen van de eurozone bij de meest vermogenden geconcentreerd zit. Een belasting op b.v. de meerwaarde op aandelen treft maar 15 procent van de Belgen, en bovendien degenen die tegen een stootje kunnen. Dit is absoluut geen aanval op de kleine spaarder.

Er is al voldoende studie rond gebeurd

Nog een argument dat wordt bovengehaald om een vermogenswinstbelasting niet door te voeren is dat er nog meer studiemateriaal nodig is. Maar het studiewerk is verricht, het is tijd voor verandering. De pluralistisch samengestelde Hoge Raad voor Financiën verdedigde zowel in 2007 als in 2014 reeds de noodzaak van een vermogenswinstbelasting. En al in 1995 bleek volgens het Planbureau een bijdrage van kapitaalinkomens een van de beste keuzes om de verlaging van werkgeversbijdragen te financieren.

Hogere bijdragen op vermogensinkomsten zijn in tal van andere landen (zelfs in de Verenigde Staten) een integraal deel van het fiscale kader. Internationale instellingen als de OESO hebben in hun adviezen herhaaldelijk gewezen op de noodzaak van een tax shift, onder meer naar vermogenswinst. Alle elementen liggen op tafel om een billijke bijdrage van de vermogens te eisen. De nieuwe fiscale regels daarvoor worden best geschreven door de administratie van financiën, en niet door consultants die er alvast de achterpoortjes mee kunnen in bouwen, zodat ontwijking en ontduiking de norm worden.

Bij een tax shift moet men niet wachten op een belastingverlaging

'Vermogens billijk laten bijdragen: voor die verandering vindt Michel I blijkbaar de kracht niet'
© Capital in the 21st century van Thomas Pikkety

De huidige regering wil eerst de globale belastingdruk doen dalen. Een hoge belastingdruk is uiteraard geen na te streven doelstelling. Er is nood aan een tax shift, geen tax lift. Maar die belastingdruk is evenmin per definitie een rem op de economische ontwikkeling, zoals de ervaringen met de Scandinavische landen en de gouden periode na WO II ons leren. Wat wel een rem zet op economische ontwikkeling is de toename van de ongelijkheid, zo leert ons o.a. econoom Thomas Piketty.

De ideologische keuze om de belastingen te verminderen en de overheid af te bouwen wordt als voorwendsel gebruikt om niets te doen. Met een staatsschuld boven de 100% van het BPP, ondermaatse overheidsinvesteringen, nieuwe noden inzake milieu en mobiliteit, de uitdagingen in de sociale zekerheid en de kosten van de vergrijzing is de eerste opdracht de overheidsfinanciën op orde brengen om die vele uitdagingen aan te gaan. Ondertussen worden de kosten voor het terugdringen van het begrotingstekort, de afbouw van de overheid en de vermindering van de werkgeversbijdragen vooral door de middenklasse en de groepen daaronder gedragen, via maatregelen als duurdere overheidsdiensten en een indexsprong. De sociale onrust toont dat zij dit beseffen. Een bezuinigingspolitiek zonder dat de vermogens daar een rechtvaardig deel van dragen, verhoogt de scheve verhoudingen verder.

Naar een billijker belastingstelsel

Er is in ons land dus nood aan een globale belastinghervorming. Maar die heeft niet als prioritaire doelstelling de globale belastingdruk te verlagen, wat voor de huidige regering blijkbaar het allerbelangrijkste is. Wel moet die er voor zorgen dat we hetzelfde niveau aan voorzieningen van publieke goederen en sociale bescherming kunnen waarborgen maar met minder welvaartsverliezen. Dit betekent prioritair het respecteren van het principe van horizontale billijkheid (wie zich in dezelfde inkomenstoestand bevindt moet in principe op dezelfde manier belast worden) en van de verticale billijkheid (iedereen moet een bijdrage leveren volgens draagkracht). Doordat arbeid via deze tax shift gericht goedkoper gemaakt wordt zal het creëren van werkgelegenheid bevorderd worden.

Een opheffing van het bankgeheim is onontbeerlijk

Een vermogenswinstbelasting kadert binnen die globale belastinghervorming. Om die rechtvaardige bijdrage te kunnen innen is het absoluut noodzakelijk om zicht te hebben op alle vormen van kapitaalinkomens. Dit maakt een opheffing van het bankgeheim en een sluitend vermogensregister onontbeerlijk.

Het momentum aangrijpen

Alle elementen liggen op tafel. De manier waarop de kosten van het besparingsbeleid in vooral bij wie leeft van arbeid, een uitkering of een vervangingsinkomen worden gelegd versterkt de roep naar een billijker belastingstelsel. Via allerlei constructies ontsnappen multinationals aan hun belastingplicht, sommige inkomsten worden helemaal niet belast. Dit alles maakt dat de eis tot een rechtvaardige bijdrage van vermogens, die al jaren aanzwelt en ook in de verkiezingscampagne aanwezig was, nog moeilijk kan genegeerd worden. Maar voor die verandering vindt deze regering blijkbaar de kracht niet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content