Mieke Verhelle

‘Vermijd een tweede crisis, compenseer het inkomen volledig’

Zolang we de piek van nieuwe besmettingen niet bereikt hebben, moeten we de niet-essentiële productie tijdelijk stilleggen, zegt Vlaams parlementslid Kim De Witte (PVDA). Die tijdelijke stillegging moet samengaan met een volledige bescherming van het inkomen uit arbeid.

Nu moet de focus liggen op meer mensen aan het werk, zo zei Vlaams minister-president Jan Jambon vorige week nog. ‘Ik denk dat er te makkelijk naar technische werkloosheid gegrepen wordt’, aldus de minister-president. Hij beantwoordde daarmee de oproep van VBO-topman Pieter Timmermans. ‘Thuisblijven wordt stilaan interessanter dan werken’, liet Timmermans al optekenen. ‘We moeten uitkijken dat de remedie de kwaal niet verergert.’

Hoezo? Is thuisblijven interessanter dan werken? En wat is de remedie en de kwaal in deze grootste gezondheidscrisis sinds de Tweede Wereldoorlog?

Tijdelijke werkloosheid: 519 tot 814 euro minder per maand

Wie door de coronacrisis tijdelijk werkloos is, krijgt een uitkering van 70 procent van zijn of haar brutoloon. Maar opgelet, dat brutoloon wordt begrensd op 2.755 euro per maand. Dat is 800 euro minder dan het gemiddelde brutoloon in België. Daardoor heeft iemand met een gemiddeld brutoloon een tijdelijke werkloosheidsuitkering van 54 procent van zijn loon. Bij de uitkering komt nog een toeslag van 5,63 euro netto per dag, gemiddeld zo’n 150 euro per maand. In sommige bedrijven of sectoren past de werkgever nog een stukje bij: een aanvullende vergoeding van minstens 2 euro per dag tijdelijke werkloosheid.

De HR-dienstverlener Acerta berekende dat het inkomensverlies tussen 519 en 814 euro per maand bedraagt voor lage en middelgrote inkomens. De Vlaamse regering die de gas-, water- en elektriciteitsfactuur één maand overneemt, zal dat verlies niet compenseren. Ook de banken die uitstel van afbetaling van de woonlening geven, zullen dat verlies niet compenseren. Uitstel is geen afstel. Nadien stelt zich exact hetzelfde probleem.

Vermijd een tweede crisis, compenseer het inkomen volledig.

Voor tal van werknemers is er nu helemaal geen vervangingsinkomen: voor uitzendkrachten van wie het contract niet verlengd wordt, voor freelancers die nu geen opdrachten krijgen, voor mensen met een contract van bepaalde duur dat nu afloopt. ‘Mijn partner en ik hebben momenteel 0,0 inkomen’, mailt een freelance technicus uit de cultuursector mij.

De stroom aan getuigenissen in mijn mailbox zwelt aan. Mensen getuigen dat ze verlofdagen inzetten om het inkomensverlies te beperken. Dat ze zich financieel gedwongen voelen om te gaan werken, ook al kan de social distancing op hun werk niet worden nageleefd. ‘In mijn bedrijf lopen mensen rond met symptomen van het virus. Ik vrees voor mijn vrouw, die ademhalingsproblemen heeft, te besmetten. Daarom heb ik maar verlof genomen.’ Het maakt me boos dat het VBO zelfs in deze coronacrisis de basisbescherming van onze sociale zekerheid kwalificeert als ’té interessant’.

Wat is de remedie en wat is de kwaal in deze crisis?

Zolang we de piek niet bereikt hebben, blijft mijn eerste bekommernis de gezondheid. Het gevaar dat ons gezondheidssysteem het aantal zieken niet aankan, is nog steeds aanwezig. Er zijn al plaatsen met overbezetting. Patiënten uit Limburg worden afgevoerd naar Antwerpen, in Brussel en Henegouwen bereiken de ziekenhuizen hun grenzen.

Niemand wil nu paniek zaaien, maar in deze omstandigheden een oproep lanceren om te gaan werken, is niet erg verantwoord. De vele reacties op de oproep van Jambon spreken dan ook boekdelen: ‘Boven gaan zitten als de poetsvrouw komt? Makkelijk gezegd als je met twee thuis werkt en ook nog de kids les moet laten volgen’, schrijft Kurt. ‘Hoe kan ik boven gaan zitten in een flat van amper 50 vierkante meter’, vraagt Julien. ‘In hoeveel bedrijven kan men de 1,5 meter afstand waterdicht garanderen? Een minderheid’, reageert Johan. ‘Vooraleer de excellentie plaatsneemt voor de microfoon wordt de hele omgeving ontsmet, maar dat is niet zo bij het werkvolk’, merkt Noella op.

‘We moeten uitkijken dat de remedie de kwaal niet verergert’, aldus VBO-topman Pieter Timmermans. Exact dezelfde woorden als die van Donald Trump in de VS, om de impact van de crisis op de economie toch zoveel mogelijk te beperken. Het is nochtans duidelijk: de kwaal heet corona en de remedie is: social distancing en alle sanitaire voorschriften zo strikt mogelijk naleven. Voor essentiële sectoren is er geen keuze. Die moeten verder werken. Ik denk dan in de eerste plaats aan de zorgsector, maar ook aan de voeding, het transport van essentiële goederen, de voorzieningen van water en energie, de bedrijven die mondmaskers maken, testmateriaal of beademingsapparatuur.

Maar voor de niet-essentiële sectoren lijkt mij een tijdelijke stillegging toch beter. De regering heeft de lijst van essentiële sectoren opnieuw uitgebreid. Twee derde van de werknemers vallen daar nu al onder, ook werknemers uit bijvoorbeeld de wapenindustrie. Ter herinnering, bedrijven in sectoren die erkend zijn als essentieel, hoeven zich niet te houden aan elementaire gezondheidsregels, zoals social distancing. Hoe zot is het eigenlijk om FN in Herstal, waar 1.300 mensen werken, of Nike European Logistics in Laakdal, waar 5.000 mensen werken, nu gewoon verder te laten draaien? Productie van wapens of verpakking van sportkleding kan toch perfect met enkele weken worden uitgesteld? Het risico op een langere en diepere gezondheidscrisis is groot. En zo’n crisis zal niet alleen onze gezondheid maar ook onze economie nog veel harder treffen.

Tegenstrijdige berichten

Blijf in uw kot, maximum met drie op straat, verbod op bijna alle verplaatsingen, maar tegelijkertijd met miljoenen werknemers verder werken in allerlei niet-essentiële sectoren? Dat zijn tegenstrijdige berichten. Dat is ook spelen met vuur, want zolang de piek van nieuwe besmettingen niet bereikt werd, blijft de situatie doodernstig.

Het tijdelijk stilleggen van de niet-essentiële productie moet samengaan met een volledige bescherming van het inkomen uit arbeid, zoals in Spanje nu het geval is. Want anders gaat de aanbodcrisis door het stilleggen van de productie in de niet-essentiële sectoren nog versterkt worden door een vraagcrisis, meer bepaald een scherpe daling van de koopkracht van mensen. Het moet ook samengaan met een noodplan voor KMO’s, die veel minder reserves hebben en die riskeren in deze crisis failliet te gaan. Er moet dus een stevig noodfonds komen. De vraag stelt zich wie dat gaat betalen?

In tijden van crisis wordt de discussie over eerlijke belastingen, eerlijke verdeling van de welvaart altijd een stuk scherper. Eén maand geleden verscheen nog het bericht dat bedrijven in ons land maar liefst 172 miljard euro aan betalingen naar belastingparadijzen hebben gedaan in 2019. Meer dan het dubbele van drie jaar eerder. ‘Je zou denken dat dat fenomeen aan het verdwijnen was, maar dat is dus niet het geval’, reageerde Axel Haelterman, hoogleraar Fiscaal Recht aan de KU Leuven. Aan de ene kant dreigen duizenden gezinnen en KMO’s kopje onder te gaan, aan de andere kant is massa’s geld geparkeerd bij een handvol multimiljonairs en miljardairs die de achterpoortjes van de fiscale wetgeving blijven opzoeken.

De beste manier om een tweede crisis te vermijden – een economische crisis bovenop de gezondheidscrisis – is een sterk noodfonds. De financiering van dat noodfonds mag niet verhaald worden op de werkende klasse. Want dan heeft het natuurlijk geen enkele zin. Het noodfonds moet gespijsd worden met een eenmalige belasting van 5 procent op de grootste vermogens boven de drie miljoen euro, eigen woning niet meegerekend. Zo’n eenmalige belasting kan 15 miljard euro opbrengen. Daarmee kunnen we de uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid verhogen. En een noodplan lanceren voor KMO’s die het hardste getroffen worden. Deze uitzonderlijke miljonairstaks zou slechts twee procent van de bevolking treffen. De twee procent allerrijksten, die samen een vermogen hebben 660 miljard euro.

‘Het getuigt van goed burgerschap om te zorgen dat de maatschappij blijft draaien’, zei Jan Jambon aan de mensen die thuisblijven uit angst voor hun gezondheid en die van hun collega’s. Welnu, het getuigt van goed burgerschap om een deeltje van de grootste vermogens te herinvesteren in de samenleving, om deze gezondheidscrisis en de economische gevolgen met zo weinig mogelijk slachtoffers te kunnen afronden.

Partner Content