Verlaging parlementaire vergoeding zorgt voor discussie

© Belga

Kamer en Senaat beslisten begin dit jaar de vergoeding van hun parlementsleden met 5 procent te verminderen. Er is nog altijd geen beslissing over hoe dit concreet zal worden ingelost.

Een tweede overleg tussen de voorzitters van de zeven parlementen over de parlementaire vergoedingen en pensioenen heeft weinig of niets opgeleverd. Op 18 april volgt een nieuwe poging.

Kamer en Senaat beslisten begin dit jaar de vergoeding van hun parlementsleden met 5 procent te verminderen. De extra’s voor bijzondere functies zoals commissievoorzitters, fractieleiders of quaestoren vallen nog een pak lager uit. Parlementsleden hebben voortaan ook pas na een carrière van 36 jaar – en niet meer na 20 jaar – recht op een volwaardig pensioen.

Geen voorafgaandelijk overleg

Dat er voorafgaand geen overleg werd gepleegd over de beslissing zit de deelstaatparlementen hoog. Zij eisten overleg. Eind januari staken de zeven parlementsvoorzitters van ons land een eerste keer de koppen bij elkaar. Nu gebeurde dat een tweede keer. Het enige echt concrete dat uit de bus kwam, is dat alle assemblees zelf mogen beslissen hoe ze parlementsleden met bijzondere functies willen vergoeden.

Benchmarkstudie

Voor het overige wordt gewacht op een benchmarkstudie die het Vlaams parlement heeft besteld. Daaruit moet blijken hoe het zit met de uittredingsvergoedingen en pensioenen in de andere parlementen van onze buurlanden. Het rapport wordt eind maart verwacht. Daarom staat het volgende overlegmoment pas midden april geprogrammeerd. Het Vlaams parlement wil alvast dat het als autonome instelling zelf kan beslissen.

Juridisch wringt het schoentje bij een wet die zegt dat de vergoeding van parlementsleden niet hoger mag zijn dan die van Kamerleden en senatoren. Hoe dit zal worden opgelost, is nog niet duidelijk. De loonsverlaging voor de federale volksvertegenwoordigers ging begin dit jaar al in.

Gemeenschapssenatoren

Aan de loonsvermindering van gemeenschapssenatoren, die in twee assemblees zetelen en in principe harder zouden moeten werken, kunnen de deelstaatparlementen weinig doen. Bij de voorzitter van het Vlaams parlement Jan Peumans valt te horen dat de gemeenschapssenatoren die beslissing overigens zelf hebben goedgekeurd.

N-VA stelt ondertussen dat het debat ruimer moet worden gezien. Parlementsleden die hard werken, mogen daarvoor ernstig worden betaald. Er kan in het politieke bedrijf in het algemeen echter veel

grondiger worden bespaard, door onder meer te snoeien in het aantal parlementsleden, overbodige instellingen of in de kost van kabinetten, luidt het bij de partijwoordvoerder.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content