Laurens De Brucker

‘Vergunning windturbines: herverdeling bevoegdheden is belangrijke stap in broodnodige energietransitie’

Laurens De Brucker Doctoraal onderzoeker KU Leuven en advocaat milieu- en energierecht

Advocaat Laurens De Brucker verwelkomt de nieuwe herverdeling van de bevoegdheden op het vlak van vergunning voor projecten voor windenergie.

Na jaren van palaveren en meermaals draaien met de wind, lijkt een cruciale kogel eindelijk door de kerk te zijn. Op de ministerraad van 25 maart 2022 keurde de Vlaamse Regering met de herverdeling van de bevoegdheden inzake de vergunning van windturbines immers één van de belangrijkste hernieuwbare energie gerelateerde hervormingen van de laatste jaren goed. In tegenstelling tot de huidige juridische constellatie, waarin de Vlaamse Regering, de provincies en de gemeenten de vergunningverlenende bevoegdheid onderling verdelen, zal de Vlaamse Regering vanaf de wijziging van het reglementaire kader exclusief bevoegd zijn om zich uit te spreken over vergunningsaanvragen die verband houden met grootschalige windprojecten.

De goedgekeurde bevoegdheidsoverdracht werd evenwel voorafgegaan door een ware calvarietocht, waarbij de Vlaamse regering meermaals het geweer van schouder veranderde. In het regeerakkoord voor de legislatuur 2019-2024 werd inzake de vergunning van windturbines immers nog voorzien in een gedeeltelijke bevoegdheidsoverdracht van de provincies naar de gemeenten.

Vergunning windturbines: herverdeling bevoegdheden is belangrijke stap in broodnodige energietransitie.

Een volledig tegenovergestelde opvatting werd door de Vlaamse Regering dan weer wereldkundig gemaakt in de midden december 2020 gepubliceerde visienota Windplan 2025, alwaar in het kader van de creatie van een robuust en consequent vergunningsbeleid het standpunt werd verdedigd dat het aangewezen is om alle beslissingen ten aanzien van grote windturbineprojecten bij één en dezelfde vergunningverlenende overheid te leggen.

Nog een andere stellingname kon vervolgens worden ontwaard in het in december 2021 bekendgemaakte eindevaluatierapport m.b.t. de werking van het Omgevingsvergunningendecreet. In voormeld rapport leek men immers de bestaande bevoegdheidsverdeling te bewieroken, aangezien er volmondig in gesteld werd dat windenenergieprojecten best minstens op provinciaal niveau, maar bij voorkeur op Vlaams niveau behandeld worden.

Uiteindelijk werd ook op dit standpunt teruggekomen. In de conceptnota “bijsturing van de regelgeving inzake de omgevingsvergunning” van 11 februari 2022 stelde de minister van Omgeving immers voor om alle vergunningsaanvragen ten aanzien van grootschalige windturbines en windturbineprojecten bij Vlaanderen te leggen omwille van de eenvormigheid, cumulatieve effecten en vereiste expertise.

Middels de beslissing van 25 maart 2022 lijkt de Vlaamse Regering de knoop nu finaal te hebben doorgehakt en er duidelijk voor geopteerd te hebben om haar beleidsengagementen uit de visienota Windplan 2025 en de conceptnota van 11 februari 2022 te honoreren.

Zulks betreft zonder meer een uitstekende zaak. Als zijnde de overheid die een verdubbeling van de reeds geïnstalleerde capaciteit voor wind tot 2,5 GW vooropstelt, is het immers de Vlaamse Regering bij uitstek die geschikt is om deze doelstelling te realiseren.

Bovendien zal een algemene bevoegdheid voor de Vlaamse Regering inzake de vergunning van windenergie-installaties ook procedureel en qua timing een goede zaak zijn in het kader van de realisatie van de klimaatdoelstellingen. Vermits er na de inwerkingtreding van het nieuwe bevoegdheidskader geen administratiefrechtelijk beroep meer zal openstaan tegen vergunningsbeslissingen van de Vlaamse Regering, maar er louter nog een jurisdictioneel beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen zal kunnen worden ingesteld, lijkt de vergunningsprocedure namelijk aanzienlijk te zullen worden versneld.

Ook op andere vlakken zal de nieuwe bevoegdheidsoverdracht ogenschijnlijk een aantal gunstige effecten genereren. Met de besproken ingreep wordt de tegenwind die er vanuit de provincies en gemeenten vaak bestaat t.a.v. windprojecten immers enigszins gecounterd. Meer bepaald wordt het vergunningsproces door de besproken ingreep beduidend geobjectiveerd. Minder dan leden van de deputaties of colleges van burgemeester en schepenen, is de Vlaamse Regering immers rechtstreekse electorale verantwoording verschuldigd aan lokale belangengroepen of omwonenden van windprojecten. De kans op politieke beïnvloeding of beleidsmatige njets zal ten gevolge van de goedgekeurde bevoegdheidsoverdracht naar alle waarschijnlijkheid dan ook exponentieel afnemen, hetgeen enkel kan worden toegejuicht.

Toch dient er in het kader van de actuele euforie ook enige voorzichtigheid aan de dag te worden gelegd. Naar aanleiding van haar uitgebreide bevoegdheidspakket zal de Vlaamse Regering voortaan immers de verantwoordelijk moeten dragen voor de organisatie van nagenoeg alle openbare onderzoeken die bij het vergunningsproces van windturbines komen kijken. Meer in het bijzonder zal de Vlaamse Regering bij haar motivering van vergunningsbeslissingen uiterst zorgvuldig moeten ageren, aangezien meer dan ooit op haar vingers zal worden toegekeken m.b.t. de vraag of bezwaren van derden op afdoende wijze worden weerlegd.

Evenwel oogt de toekomst in dit verband behoorlijk rooskleurig. Op een uitzonderlijke uitschuiver na, kunnen de door de Vlaamse Regering afgeleverde vergunningen immers steeds vaker als juridisch solide worden beschouwd. We kunnen dan ook enkel hopen dat er naar aanleiding van de nieuwe bevoegdheidsoverdracht op dit elan zal worden verder geborduurd.

De nieuwe bevoegdheidsoverdracht kan niet op een gelegener moment vallen. Hoewel Vlaanderen in 2021 een recordjaar kende voor wat betreft de bouw van nieuwe windturbines, werd de Vlaamse 2020 doelstelling voor windenergie toch een jaar te laat gerealiseerd. Ook op Europees niveau hollen we nog hopeloos achter de feiten aan. Uit de jaarlijkse statistieken van WindEurope blijkt immers dat in de EU in 2021 slechts 11 GigaWatt aan nieuwe windparken werd gebouwd, terwijl jaarlijks 30 GigaWatt aan nieuwe windenergie nodig is om de EU 2030-doelstelling voor hernieuwbare energie te halen.

Een paradigmashift lijkt evenwel op til te zijn. Hoewel er duidelijk nog heel wat werk aan de winkel is, werd met de goedgekeurde bevoegdheidsoverdracht namelijk een uiterst belangrijke stap gezet in het kader van de broodnodige energietransitie. We duimen dan ook dat de Raad van State een gunstig advies zal verlenen, zodat de beslissing van de Vlaamse Regering zo spoedig mogelijk in afdwingbare regelgeving kan worden vertaald.

Laurens De Brucker is advocaat Milieu- en Energierecht bij Xirius Public. Hij is doctoraal onderzoeker aan het KU Leuven Centre for Public Law.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content