Peter Van Rompuy (CD&V)

‘Veel burgers hebben het gevoel dat ze leven in een democratie, zonder nog echt te kunnen kiezen’

Peter Van Rompuy (CD&V) Vlaams parlementslid voor CD&V

‘Waarom was het vertrouwen van de burger in de politiek nooit zo laag?’, vraagt Peter Van Rompuy (CD&V) zich af. Volgens hem heerst er een ‘gevoel van onmacht’ dat burgers demotiveert om nog politiek te participeren.

Waarom was het vertrouwen van de burger in de politiek nooit zo laag? Politieke partijen zien hun ledenaantal al decennia krimpen. En bij elke verkiezing gaan steeds minder burgers effectief stemmen. Waarom? Dat is de vraag die mij gisteren in een debat over burgerparticipatie voor de voeten werd geworpen.

Gevoel van onmacht

Ik antwoordde dat vele burgers het gevoel hebben dat de politiek onmachtig is geworden om nog echt verandering te brengen. Steeds meer burgers hebben de indruk dat de bepalende keuzes voor hun toekomst niet meer genomen worden in de Wetstraat, maar wel elders. De exponent hiervan was het Griekse referendum over het Europese besparingsplan. De Grieken stemden in overgrote meerderheid tegen, om enkele weken later vast te stellen dat het besparingsplan er toch kwam. Het mag niet verbazen dat het voorbije weekend bijna de helft van de Grieken niet meer ging stemmen. Niet het Griekse parlement, maar wel ‘Europa’ bepaalt volgens hen de koers die Griekenland zal varen.

‘Veel burgers hebben het gevoel dat ze leven in een democratie, zonder nog echt te kunnen kiezen’

Maar ook ten aanzien van de Europese politiek heerst een gevoel van onmacht. Kijk maar naar de vluchtelingencrisis, die het gevolg is van conflicthaarden buiten Europa. In een geglobaliseerde en geconnecteerde wereld groeit de indruk dat de echte beslissingen genomen worden in de hoofdkwartieren van multinationals (Volkswagen …), grootbanken, centrale banken, of erger nog door dictatoriale regimes of terroristische organisaties.

Waar ligt de echte macht?

Het is dit ‘gevoel van onmacht’ dat burgers demotiveert om nog politiek te participeren. Het is dan ook geen toeval dat de Occupy burgerbeweging zich keerde tegen Wall Street en niet tegen de White House, nochtans de ‘machtigste man ter wereld’. Occupy is er van overtuigd dat de echte macht bij de financiële markten ligt, en daarom richten ze hun pijlen daarop.

‘Burgers hebben het gevoel dat ze geregeerd worden door de globalisering, zonder dat deze enige legitimiteit geniet.’

Burgers hebben het gevoel dat ze geregeerd worden door de globalisering, zonder dat deze enige legitimiteit geniet. Ze hebben het gevoel dat ze leven in een democratie, zonder nog echt te kunnen kiezen. Het is dit gevoel van onmacht van de democratie die aan de bron ligt van het dalend vertrouwen in de politiek.

Het dalend vertrouwen is dus niet alleen een vraag naar meer directe inspraak (legitimiteit), maar in de eerste plaats het gevolg van een gebrek aan effectiviteit van de bestaande politieke instellingen en overheden. Hoe kan de politiek nog echt greep op de realiteit hebben in een snel veranderende wereldeconomie? Dat is de vraag die we moeten beantwoorden.

Om de participatie van de burgers in de politiek te herstellen, moeten we eerst de effectiviteit ervan herstellen. Burgers vragen geen participatie in iets waarvan ze niet geloven dat het echt verandering kan brengen. Volksraadplegingen waaraan daarna geen gevolg wordt gegeven, lossen dit probleem niet op. Laat staan het aanduiden van parlementsleden via loting. Niemand wil participatie om de participatie, wel om onze leefwereld een beetje beter te helpen maken. Dat is ook de reden waarom we de opkomst zien van participatie zonder representatie.

Burgerparticipatie

Burgers geven vandaag steeds meer richting aan de samenleving buiten elk politiek stelsel om, door op straat te komen, door hun woede te delen via sociale media en zo invloed (zonder macht) uit te oefenen op grote ondernemingen, door duurzame producten te kopen en zo niet duurzame bedrijven af te straffen, door zich te groeperen in actiecomités, door bedrijven voor de rechter te slepen, … maar steeds minder in het kieshokje.

‘Burgerschap kan nooit een falend leiderschap volledig opvangen, we hebben beide nodig.’

Omdat we steeds minder vertrouwen hebben in representatie, zetten we steeds meer in op participatie, transparantie en accountability. Ringland is hiervan het beste voorbeeld. Het is een brede burgerbeweging met een gezamenlijk project, dat de ‘powers that be’ onder druk zet om mee te stappen in hun verhaal, zonder zelf enige politieke aspiratie te hebben.

Maar burgerschap kan nooit een falend leiderschap volledig opvangen, we hebben beide nodig. Burgerbewegingen kunnen de eurocrisis niet alleen oplossen en evenmin de vluchtelingencrisis. Burgerbewegingen en politiek staan tegenwoordig al te vaak tegenover elkaar, in plaats van elkaar te versterken. Zo is bijvoorbeeld pleegouderschap een nuttige aanvulling voor de opvang van oorlogsvluchtelingen daar waar de overheid te kort schiet.

Ongeloofwaardigheid

Wat was de reactie van de politiek tot dusver op het dalend vertrouwen? Wanneer politici zich onmachtig voelen, hebben ze al te vaak de neiging dat te willen compenseren door nog meer te beloven, door nog straffer taalgebruik. Daardoor wordt de kloof tussen woord en daad evenwel niet kleiner, maar wel groter. Hoe groter de beloftes, hoe groter de kans op ontgoocheling achteraf. Ongeloofwaardigheid komt dan om de hoek schuilen. En ongeloofwaardigheid is de erfzonde in de politiek. Het is de grootste vijand van het vertrouwen.

Daadkracht

Nochtans kan de democratie niet overleven zonder vertrouwen. Een democratie kan het leven van de burgers enkel verbeteren als het beschikt over politici die volharden om stap voor stap vooruitgang te boeken. Het herstel van het vertrouwen loopt langs het herstel van de effectiviteit van de politieke actie. De Europese instellingen moeten bewijzen dat ze de vluchtelingenstroom kunnen beheersen. Daarbij mogen we niet de indruk willen wekken dat het sluiten van de binnengrenzen of het bouwen van een muur een oplossing zijn. Wel door de Europese buitengrenzen te controleren, hotspots in te stellen, de erkende oorlogsvluchtelingen evenredig te spreiden over de lidstaten, economische migranten terug te sturen en stabiliteit te brengen in het Midden-Oosten.

‘Enkel als het samenspel van effectiviteit en legitimiteit, van burgerschap en leiderschap opnieuw rendeert, zal het vertrouwen van de burger in de democratie herstellen.’

Dat kan alleen op Europees niveau, het enige niveau dat groot genoeg is om daadwerkelijk greep te krijgen op de excessen van de globalisering. Dat zal niet lukken door plots een Europese president rechtstreeks te verkiezen (die daarna machteloos blijkt te zijn). Maar wel door volgehouden politieke onderhandelingen dat na elk overleg ook tot beslissingen komt. Pas als de politieke instellingen er in slagen om tastbare vooruitgang te boeken, kunnen we verwachten dat het vertrouwen bij de burgers opnieuw herstelt en dat ze opnieuw willen participeren in de representatieve democratie.

Maar een effectief beleid is niet genoeg. Poetin is een zeer effectief leider, maar wel niet democratisch of legitiem verkozen. De democratie moet opnieuw tonen wat het echt moet zijn, namelijk geen boulevard van gebroken beloftes, maar wel de macht om het beleid tijdig bij te sturen en de samenleving dag voor dag een beetje beter te maken.

Enkel als het samenspel van effectiviteit en legitimiteit, van burgerschap en leiderschap opnieuw rendeert, zal het vertrouwen van de burger in de democratie herstellen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content