Bert Bultinck

‘Transparante moskeeën met moderne, Nederlandstalige imams zijn motoren van integratie’

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

Liesbeth Homans, Vlaams minister van Bestuurszaken, houdt voorlopig de erkenning van twintig moskeeën tegen. ‘Hier gaat iemand op de rem staan. En niet om de juiste redenen’, schrijft Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck.

Ergens tussen het Catalaanse referendum en de nieuwe roman van Griet Op de Beeck viel vorige week een rondzendbrief over moskeeën in ons land tussen de plooien. ‘Ik verwacht een duidelijk signaal van Liesbeth Homans‘, zei minister van Justitie Koen Geens, nadat hij had bekendgemaakt dat hij de screening van moskeeën zou uitbreiden. In dit complexe land is dat namelijk de bevoegdheid van de federale overheid, of toch ten dele.

Niet alleen de diensten van de Staatsveiligheid zullen voortaan gevoelige informatie over de gebedshuizen overmaken, ook onder meer de lokale en federale politie en de militaire inlichtingendienst zullen per direct de werking van de moskeeën evalueren.

Goed nieuws, zou je denken, al kun je je de vraag stellen waarom dat nu pas gebeurt. De aanslagen van Zaventem en Brussel liggen anderhalf jaar achter ons. Men zou verwachten dat iemand er toch al eens eerder aan had gedacht om gevoelige informatie over haatpredikers en dubieuze gebedshuizen naast elkaar te leggen.

Transparante moskeeën met moderne, Nederlandstalige imams zijn motoren van integratie

De demarche is van groot belang, zowel symbolisch als in de feiten. Voor Koen Geens is de screening niet alleen defensief belangrijk – de radicalisering kan nu sneller worden opgespoord – maar ook voor het kostbare weefsel van de samenleving. Daar valt veel voor te zeggen. Transparant georganiseerde moskeeën met moderne, Nederlandstalige imams die geloven in democratie en burgerzin zijn motoren van integratie en wapens tegen radicalisering.

Imams die moslimjongeren weghouden van fundamentalisme, rancune en geweld bestáán, en ze oefenen veel meer invloed uit dan politie, leraars of in sommige gevallen zelfs ouders. Erkende moskeeën krijgen bovendien een toelage van de overheid, waardoor de afhankelijkheid van financiering vanuit, bijvoorbeeld, Saudi-Arabië, kleiner wordt.

Dat inzicht ligt ongetwijfeld gevoelig bij een deel van de Vlaamse autochtone bevolking, en niet alleen bij militante vrijzinnigen of islamofoben. Die gevoeligheid is begrijpelijk. Het geeft geen pas om Vlamingen die bang zijn voor de groei van de moslimpopulatie te kleineren of hooghartig te gaan uitleggen waarom hun angst niet terecht is.

Maar een erkende moskee is een betere moskee. Met een zogenaamde ‘garagemoskee’ – een gebedshuis in een achterafgebouwtje zonder erkenning – loopt Vlaanderen een veel groter risico om er een plek van haat bij te krijgen.

Dat lijkt de logica zelve, maar Liesbeth Homans, in dit complexe land als Vlaams minister van Bestuurszaken volledig bevoegd voor de erkenning van moskeeën, of toch in Vlaanderen, reageerde zonder meer defensief op de voorzet van haar federale collega: ‘De omzendbrief verandert niets aan de lopende dossiers’, zei ze, en ze voegde eraan toe dat het federale veiligheidsadvies maar één aspect is in de hele erkenningsprocedure.

Homans houdt op dit ogenblik de erkenning van twintig moskeeën tegen, niet omdat ze broeihaarden zouden zijn van terreur maar omdat ze ‘onvoldoende informatie’ had.

Imams die moslimjongeren weghouden van fundamentalisme, rancune en geweld bestáán, en ze oefenen veel meer invloed uit dan politie, leraars of in sommige gevallen zelfs ouders

Die krijgt ze nu dus wel, maar Homans zet de hakken in het zand. Ze wil bijvoorbeeld ook graag weten, stipte ze nog aan, hoe goed de moskee geïntegreerd is in de gemeenschap voor ze haar erkenning geeft. Dat is niet gek. Wie echt geïnteresseerd is in terreurbestrijding, weet dat het belangrijk is om niemand het gevoel te geven dat hij of zij wordt uitgesloten.

Maar bij Homans heeft het er alle schijn van dat ze ook de moskeeën waar niets op aan te merken valt liever niet zo snel erkent. Ze heeft een grootschalig onderzoek naar de erkenningscriteria op de sporen gezet, een onderzoek dat pas in november volgend jaar wordt opgeleverd.

Voor een goed begrip: het gaat niet over een onderzoek naar de twintig moskeeën zelf, maar over een rapport dat moet nagaan ‘of de huidige erkenningscriteria nog adequaat zijn en hoe het proces van handhaving optimaal vormgegeven moet worden om te garanderen dat een lokale geloofsgemeenschap, eens erkend, ook aan deze criteria blijft voldoen’.

Sjonge. Bij dat soort suboptimaal vormgegeven ambtenarentaal, met ‘criteria’ en ‘handhaving’ en ‘proces’ en ander onheil, en vooral met een deadline volgend jaar in november, weet iedereen hoe laat het is: hier gaat iemand op de rem staan. En niet om de juiste redenen. Homans: ‘Het spreekt voor zich dat er tot dan geen enkele moskee of andere lokale geloofsgemeenschap erkend zal worden.’ November 2018, dat is na de gemeenteraadsverkiezingen. Zou het kunnen dat er iemand niet het risico wil lopen om moskeeën voor die tijd te moeten erkennen?

Deze opinie verschijnt morgen 4/10 in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content