Donderdagavond stelde OpenAI, het bedrijf achter ChatGPT, zijn nieuwste generatieve AI-model voor. GPT-5 is volgens OpenAI het slimste, snelste en nuttigste model tot nu toe. Computerwetenschapper Jeroen Baert is niet danig onder de indruk. ‘Hallucinaties blijven een fundamenteel probleem.’
Meer dan twee jaar na de lancering van GPT-4 presenteerde OpenAI donderdagavond GPT-5. Dat nieuwe model is volgens OpenAI slimmer, sneller en nuttiger dan zijn voorganger. Het systeem zou minder hallucineren en dankzij ‘safe completions’ zelfs veilige antwoorden formuleren op gevoelige of risicovolle vragen.
Terwijl GPT-3 nog vergeleken werd met een scholier en GPT-4 met een universiteitsstudent, voelt praten met GPT-5 volgens topman en medeoprichter van OpenAI Sam Altman als ‘praten met een expert op doctoraatsniveau, over om het even welk onderwerp’.
Toch is computerwetenschapper Jeroen Baert niet bijzonder onder de indruk. ‘Voor eindgebruikers is het wel eenvoudiger geworden. Vroeger had OpenAI meerdere modellen die elk goed waren in één specifiek domein. Als gebruiker moest je zelf maar uitzoeken welk model je nodig had. Nu zijn er nog maar twee keuzes: GPT-5 en GPT-5 Thinking, dat iets langer nadenkt over complexe vragen.’
Maar Baert is er niet van overtuigd dat de output van GPT-5 zoveel indrukwekkender is dan die van GPT-4. ‘Het helpt ook niet dat er in de presentatie van OpenAI grafieken werden getoond die verschilden in waarde, maar wel even groot waren. Als die gemaakt zijn met GPT-5, dan denk ik niet dat OpenAI echt een grote stap voorwaarts heeft gezet.’
Nochtans reserveerde OpenAI de ‘5’ voor een grotere nieuwe doorbraak. Botst generatieve AI dan stilaan tegen een plafond?
Jeroen Baert: Dat denk ik wel. Verschillende experts stellen dat de tijd van de easy wins voorbij is. Vroeger kon je systemen verbeteren door er veel meer data tegenaan te gooien of door ze langer te trainen. Vandaag is de kwalitatieve data die gebruikt kan worden zo goed als op. En trainen met synthetische data is moeilijker en minder effectief.
‘Verschillende experts stellen dat de tijd van de easy wins voorbij is.’
Volgens Altman is GPT-5 nochtans een belangrijke stap richting General Artificial Intelligence of AGI.
Baert: OpenAI flirt al een hele tijd met dat idee. Maar de huidige aanpak – associatiemachines bouwen die verbanden leggen tussen woorden en concepten – garandeert niet dat je dat daarmee ooit bereikt. Vraag aan een chatbot bijvoorbeeld om je alle Amerikaanse staten te geven met de letter r in de naam, en zelfs GPT-5 gaat soms nog de mist in. Staten zonder de letter r belanden soms ook in het antwoord, puur omdat het een Republikeinse staat is.
Dat komt dus omdat die modellen op associaties werken. Hallucinaties blijven een fundamenteel probleem. Er bestaat zelfs wiskundig bewijs voor dat ze nooit volledig geëlimineerd zullen kunnen worden, hoogstens geminimaliseerd.
Wat betekent het nieuwe model voor de positie van OpenAI in de wereldwijde AI-wedloop?
Baert: OpenAI moet enorm veel geld ophalen. Vorig jaar draaide het bedrijf 5 miljard dollar verlies. Intussen zijn er gesprekken gaande om aandelen te verkopen om zo weer 500 miljard dollar op te halen. Het runnen van AI-systemen vraagt gigantisch veel rekenkracht. Ze maken momenteel geen winst – en dat geldt voor bijna alle AI-bedrijven. De boodschap ‘we hebben een nieuw, revolutionair model’ is dan ook bedoeld om investeerders te overtuigen.
Of andere regio’s, zoals China, achterlopen, hangt af van welke benchmarks je bekijkt. Bedrijven kiezen vaak de meetlat die hen het best uitkomt. OpenAI blijft wel het bekendste merk, mede dankzij de samenwerking met Microsoft. ChatGPT telt bijna 700 miljoen actieve wekelijkse gebruikers en is daarmee de populairste AI-chatbot.
Moeten kenniswerkers zich dan geen extra zorgen maken om hun job te verliezen aan chatbots?
Baert: Niet echt, want het kernprobleem blijft dat de modellen hallucineren. Kenniswerk draait om verifieerbare, juiste informatie. En ja, mensen maken ook fouten, maar de fouten van taalmodellen zijn vaak absurd. Als kennis mijn verantwoordelijkheid is, moet ik alles checken en dubbelchecken. Je kunt in geen enkel kennisberoep simpelweg iets in ChatGPT zetten, copy-pasten en doorsturen. Dan ben je je job snel kwijt.
‘Het idee van virtuele werknemers is pure marketing.’
Ziet u op korte termijn grote maatschappelijke veranderingen plaatsvinden die zijn aangestuurd door AI-chatbots?
Baert: Niet door de technologie zelf, wel door de hype en de investeringsgolf. In heel wat bedrijven wordt al met AI geëxperimenteerd, maar meestal blijft het bij proefprojecten. Het idee van virtuele werknemers is pure marketing. Want de realiteit is dat de toepassingen van AI nog beperkt zijn. Bedrijven hebben vaak fomo, maar tenzij je zelf AI ontwikkelt, is het verstandiger om nog even de kat uit de boom te kijken. Goede technologie wordt vanzelf ingebouwd in software of hardware.
Maatschappelijk zie ik wel een paar zorgwekkende trends. Mensen die chatbots gebruiken voor medisch advies of er een emotionele band mee opbouwen, bijvoorbeeld. In een tijd van eenzaamheid kan dat gevaarlijk zijn.