Bram De Ridder

‘Schuilt er een Bart Van Loo in ChatGPT?’

Bram De Ridder Onafhankelijk adviseur toegepaste geschiedenis

Kan artificiële intelligentie een goede historicus zijn? ‘Het antwoord op die vraag leert ons veel over de groeiende impact van AI op bepaalde beroepen’, schrijft historicus Bram De Ridder.

Begin deze week klonk er op sociale media een onverwachte noodkreet. Een Britse podcaster had een studie van Microsoft ontdekt, die volgens hem bewees dat historici de op één na meest waarschijnlijke beroepsgroep zijn om vervangen te worden door artificiële intelligentie.

Uit de studie bleek dat AI momenteel vooral gebruikt wordt om bestaande informatie te vinden, bondig samen te vatten en er efficiënt over te communiceren. En inderdaad, wie de pagina’s van de universitaire geschiedenisopleidingen bekijkt, zal al snel merken dat historici zich graag via deze brede vaardigheden onderscheiden op de arbeidsmarkt.

Online volgde er dan ook een forse reactie. Vooral voor academische historici is het idee van een AI-historicus gewoonweg ridicuul. Historici doen wel wat meer dan informatie opzoeken, herkauwen en weer uitspugen, klonk het. Geen enkel AI-systeem kan in het archief niet-digitale historische bronnen raadplegen. AI is niet in staat om origineel en kritisch onderzoek te doen. En AI hallucineert momenteel zo vaak dat de feitelijke output volledig onbetrouwbaar is.

Een AI-ontwikkelaar, wiens model intussen zeventiende-eeuwse codes kan ontcijferen, merkte echter op dat historici in de toekomst net veel baat gaan hebben bij artificiële intelligentie. Als het trainingsmateriaal betrouwbaar genoeg is (lees: niet vervuild raakt door het hele internet), dan kan AI wel degelijk historische analyses uitvoeren. En AI kan helpen om het verleden op een nog aantrekkelijkere manier naar het publiek te brengen, zowel via tekst als via beeld en geluid.

Op sociale media onthaalden veel historici deze ideeën op hoon, zo niet venijn. Zij wezen de suggestie dat AI ooit nuttig historisch werk zou kunnen verrichten overweldigend van de hand. Elke zichzelf respecterende historicus doet archiefonderzoek, klonk het boos, en hadden we niet gezegd dat AI alleen digitale bronnen kan raadplegen? En probeer maar eens een historische vraag te stellen aan ChatGPT, niets klopt er van die antwoorden. Bovendien, wie wil er nu immersieve geschiedenis? Het verleden dient niet om mensen te entertainen, voor je het weet maken de techbro’s een AI-chatbot van Joseph Goebbels.

Deze pittige verwijten leggen een paar belangrijke zaken bloot. In de eerste plaats blijft er  verwarring bestaan over de verschillende soorten AI en hun impact op het werk van historici. Er bestaan intussen al tientallen verschillende AI-tools, de ene al beter dan de andere, die samen met historici een waslijst aan taken kunnen verrichten. Enthousiasme daarover wordt echter al snel gelijkgeschakeld met verondersteld enthousiasme voor Large Language Models zoals die achter ChatGPT, CoPilot of Grok – terwijl die grote modellen inderdaad niet geschikt zijn voor historische activiteiten.

Ten tweede raakt het debat duidelijk aan het zelfbeeld van de historici. Wie online pleit voor de geleidelijke integratie van AI krijgt met zekerheid het verwijt ‘niet te begrijpen wat historici doen’ of ‘niet te willen zien wat geschiedenis waardevol maakt.’ Meestal volgt dan de stelling dat ‘historicus zijn’ samenvalt met origineel historisch onderzoek doen, in het bijzonder via het raadplegen van archiefbronnen. Een handige definitie voor de tegenstanders, want daar kan AI zich inderdaad veel minder nuttig maken.

Maar door de term zo te vernauwen, zijn er plots ook talloze mensen die zich geen historicus meer kunnen noemen. Leerkrachten geschiedenis, erfgoedwerkers, en publiekshistorici vertellen op hun manier allemaal betrouwbare historische verhalen, maar zij doen dat vaak met veel minder eigen bronnenonderzoek. Niet dat zij niet meer met bronnen werken, maar bestaande historische informatie vinden, samenvatten en communiceren vormt een groot deel van hun takenpakket – en dat waren exact de dingen waar AI volgens Microsoft in zal gaan uitblinken.

Ten derde merkte een collega-publiekshistorica op dat AI historisch werk wel eens sterk zou kunnen gaan democratiseren. Tools die bronnen helpen lezen, datapatronen blootleggen, literatuur kunnen samenvatten, en analyses formuleren zullen veel niet-academici toelaten om meer en beter onderzoek te doen. De bijhorende efficiëntiewinst betekent bovendien dat zij meer tijd zullen hebben om zelf naar het archief te gaan. En wie graag over het verleden communiceert, zal in de toekomst minder belemmerd worden door een gebrek aan schrijfvaardigheden of aan audiovisuele middelen, want ook die rol vervult AI steeds beter. Kortom, AI opent voor veel mensen een alternatieve deur naar kwalitatief historisch werk.

Wil dit alles zeggen dat AI alleen de onderzoekers gaat overlaten en de rest gradueel zal vervangen? Of dat AI tot een stortvloed aan Bart Van Loo’s gaat leiden? Dat lijken beide overdreven stellingen. Maar de gevoeligheid rond deze vragen toont wel aan dat vele historici beseffen dat AI sterk gaat ingrijpen op wat het betekent om historicus te zijn. AI morrelt nu al stevig aan de band tussen werk en identiteit, in dit geval bij historici maar vermoedelijk evenzeer bij andere beroepsgroepen. 

Dr. Bram De Ridder is onafhankelijk adviseur toegepaste geschiedenis.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content