Tandem De Croo-Vandenbroucke of tijdbom? ‘De Croo moet zich weer meer als premier gedragen’

Simon Demeulemeester

Vorige week kwamen Alexander De Croo en Frank Vandenbroucke recht tegenover elkaar te staan. Ze wilden voor deze zomer allebei een andere richting uit, wat lastig is op een tandem. Raken de socialisten en liberalen er samen uit? ‘Wat goed is voor de regering, is niet per se goed voor het land.’

Het overleg zal op basis van wetenschappelijke feiten en cijfers gebeuren’, zei Alexander De Croo (Open VLD) in oktober. Het was in de aanloop naar het Overlegcomité waarop werd beslist dat het hele land voor een tweede keer in lockdown ging. Het was een van die zinnetjes die voor iedereen duidelijk moesten maken dat deze ploeg het anders zou aanpakken dan de regering-Wilmés.

Zij had de tweede golf aangejaagd door in september niet naar de experts te luisteren. Frank Vandenbroucke (Vooruit) was de gedroomde mascotte van een fact-based beleid, en dus vormden de minister van Volksgezondheid en de premier een tandem, zeker tijdens de persconferenties na elk Overlegcomité. Bij de socialisten klonk het zelfverzekerd dat dit de regering-De Croo/Vandenbroucke zou worden.

Nu de vaccinatiecampagne goed loopt maar de risico’s voor de ziekenhuizen (en op varianten van het virus) groot blijven, kon dat niet blijven duren. Nadat de tandem-De Croo-Vandenbroucke tijdens een Overlegcomité in maart al eens was blijven steken (‘Dit is ongetwijfeld niet ons laatste rendez-vous’, merkte Vandenbroucke toen droogjes op tijdens de persconferentie), bleek hij vorige dinsdag tot stilstand te zijn gekomen. Vandenbroucke kwam eenvoudigweg niet opdagen voor de persconferentie. Hij was ongerust over het versoepelingsplan voor deze zomer en bleef op de voorzichtige lijn die ook experts als Erika Vlieghe verdedigden.

Vandenbroucke is erg overtuigd van zijn eigen gelijk, zelfs als hij geen gelijk heeft.

Ive Marx (Universiteit Antwerpen)

In Het Journaal moest Vandenbroucke zich behelpen met de richtcijfers in het Vlaamse Plan van de Vrijheid. Hij zou ze boven zijn bed hangen – terwijl ze niet waren overgenomen in de conclusies van het Overlegcomité. In Villa Politica verzuchtte de minister dat hij het gevoel had als enige het belang van de gezondheidszorg te verdedigen.

Nadat de regering-De Croo de eed had afgelegd, verschenen er al snel artikels waarin politieke tegenstanders van Vandenbroucke off the record hun hart luchtten over zijn onverzettelijkheid. Zulke oprispingen waren er vorige week weer, al valt niemand Vandenbroucke helemaal af.

Zeker de liberalen hoeden zich ervoor het meningsverschil op te blazen. ‘Ik denk dat het altijd beter is om beslissingen samen te verdedigen,’ zegt Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert, ‘maar het is Vandenbroucke vergeven dat hij er niet was. Ik heb veel waardering voor het werk dat hij samen met Alexander heeft verricht. Als minister van Volksgezondheid rijdt hij natuurlijk voor de gezondheidssector – net als de experts, die allemaal verbonden zijn aan een ziekenhuis. Maar de druk op de zorg zal automatisch dalen als de 65-plussers en mensen met een onderliggende aandoening gevaccineerd zijn. Het risico dat nog bestaat, is berekenbaar en aanvaardbaar.’

‘In de regering staat Frank helemaal niet alleen’, zegt Petra De Sutter. Zij is arts en vicepremier voor Groen, maar zit niet in het Overlegcomité. ‘Ik moet hem daar misschien toch eens aan herinneren. Ook ik dénk er niet aan om de zorg in de steek te laten.’ De Sutter deelt de bezorgdheden van Vandenbroucke. ‘De afspraak is dat er minder dan vijfhonderd coronapatiënten op de intensieve zorg mogen liggen en dat het aantal daarna moet blijven dalen. Dat is heel duidelijk voor mij. Als de cijfers in de slechte richting evolueren, zullen wij op beslissingen terugkomen. Oók als dat twee weken voor een groot festival gebeurt. Iemand moet die onaangename boodschap nu brengen, anders denken mensen dat we van het virus af zijn. Dat is helemaal niet zo.’

Derde Weg

Frank Vandenbroucke is de minister in de regering-De Croo die het meest tot de verbeelding spreekt. Uit het niets – ‘ He’s back, bitches!‘ – dropte Vooruit-voorzitter Conner Rousseau zijn naam. In 2009 had toenmalig SP.A-voorzitster Caroline Gennez hem nog laten vallen, of hem in ieder geval een verlenging van zijn Vlaamse ministerschap ontzegd. Jaren daarvoor was hij op aansturen van de PS uit de federale regering verdwenen. ‘Onhandelbaar’, luidde het. Zelfs (of vooral) zijn eigen partijgenoten konden niet meer met hem samenwerken. Vandenbroucke, die verweten werd populairder te zijn buiten zijn partij dan erbinnen, verliet in 2011 ‘definitief’ de politiek voor de academische wereld.

‘Hij is erg overtuigd van zijn eigen gelijk, zelfs als hij geen gelijk heeft’, zegt professor Ive Marx over zijn oud-collega bij het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck van de Universiteit Antwerpen, waarvan hij tegenwoordig directeur is. ‘Hoewel hij op zulke momenten niet te stoppen is, blijft hij altijd bereid om te discussiëren. Over de dienstencheques bijvoorbeeld, een stelsel dat hij vroeger heeft opgezet en waar ik kritisch tegenover sta. En hij doet dat altijd met veel respect. Zoals Frank Vandenbroucke lopen er maar weinig rond.’

Even legendarisch als zijn halsstarrigheid in discussies is Vandenbrouckes ideologische standvastigheid. Vandenbroucke, die niet mee onderhandelde over het regeerakkoord van Vivaldi, zal altijd verbonden blijven aan de actieve welvaartsstaat, de Belgische vertaling van de Derde Weg tussen het socialisme en het liberalisme. De regering-Verhofstadt I, met hem als minister van Sociale Zaken en Pensioenen, wilde zo veel mogelijk mensen aan het werk krijgen, en daar mochten de uitkeringen gerust voor naar beneden.

De Croo moet zich weer meer als premier gedragen en minder als Alexander die alles voor zichzelf doet.

Een partijvoorzitter

Vandenbroucke was nooit te beroerd om zijn eigen ideeën te herzien, maar tot een rituele verwerping van de Derde Weg is het nooit gekomen. Nochtans is dat onder socialisten, zeker sinds de financiële crisis van 2008, een populair nummertje. Vandenbroucke bleef een professorale sociaaldemocraat, werd nooit fan van linkse idolen als oud-Labour-leider Jeremy Corbyn. Tijdens de campagne voor de verkiezingen van 2019 liet hij zich ook kritisch uit over flink wat SP.A- voorstellen.

‘Frank was, is en blijft een man van de Derde Weg’, zegt Marx. ‘Dat is de academicus die hij nu eenmaal is. Zijn analyses leiden niet tot sommige ouderwetse voorstellen die de PS vandaag nog steeds verdedigt, en waar Vooruit weer naar lijkt te grijpen. Daar valt electoraal misschien iets voor te zeggen. Roepen over een basispensioen van 1500 euro en dat de minimumlonen omhoog moeten, heeft het voordeel van de duidelijkheid. De middenweg die de Derde Weg uiteindelijk was, is vandaag niet gemakkelijk te verkopen.’

‘Vooruit had een absoluut zwaargewicht nodig in deze regering’, denkt Matthias Somers, die verbonden is aan de progressieve denktank Minerva en vroeger even voor de SP.A heeft gewerkt. ‘Vooruit is geen grote partij. Vandenbroucke was een van de weinige beschikbare mensen die haar een rol van betekenis kon geven in de regering-De Croo. Misschien is zijn precieze ideologische positie daarom minder belangrijk. Ik heb trouwens niet de indruk dat Vooruit per se linkser wil worden, er zit tot nu toe weinig consistentie in hun verhaal.’

Het zou straks zomaar weer kunnen: Vandenbroucke die meer meningsverschillen heeft met zijn collega’s van de PS dan met de liberalen. ‘Het is voor ons nog onduidelijk welke rol hij zal opnemen’, zegt Lachaert daarover. ‘Zal hij kiezen voor de traditionele socialistische lijn of de lijn die hij uitzette als voorzitter van de Vergrijzingscommissie? Hij bepleitte toen diepgaande hervormingen van het pensioenstelsel. Conner vertelde ons vorige zomer dat hij een heel goede “paarse” kandidaat had voor de portefeuille van Volksgezondheid. Daarom hebben we hem die portefeuille gegeven.’

‘De tandem De Croo-Vandenbroucke is opgeblazen in de media’, zegt een CD&V’er. ‘Hetzelfde gebeurt met het zogenaamde conflict tussen hen. Dat is veel kleiner dan het lijkt.’ Voorlopig zijn ze in de regering in ieder geval niet bang dat Vandenbroucke zich in niet-coronadossiers zal opstellen zoals bij het Overlegcomité van vorige week. ‘In andere dossiers is hij niet zo onbuigzaam’, zegt een minister. ‘Voor de mensen in de zorg ligt hij soms lang dwars. Over andere dossiers onderhandelt hij zoals wij allemaal.’

Blikken wisselbeker

Meer nog, tijdens het eerste echte duel tussen liberalen en socialisten trad Vandenbroucke zelfs niet aan in het strijdperk. Dat de regering-De Croo zichzelf genoodzaakt zag om het loonoverleg over te nemen van de sociale partners, werd nochtans geafficheerd als de eerste strijd binnen de regering. Uiteindelijk waren het de socialistische voorzitters die eind april groot uitpakten in de media. Paul Magnette en Conner Rousseau lanceerden in interviews het voorstel dat de (beperkte) loongroei voor de werknemer gekoppeld moest worden aan het even beperkt uitkeren van dividenden voor de aandeelhouders. ‘Nu wij weer in de regering zitten, is het game over voor de werkgevers’, zei Magnette in Het Nieuwsblad. Het moest de heetste 1 mei in jaren worden.

Dat viel plat in de regering. In het uiteindelijke compromis staat geen woord over dividenden. Er werd alleen een consumptiecheque van 500 euro voorgesteld voor werknemers in sectoren en bedrijven die goed draaien, een voorstel dat weken ervoor al rondzong als uitwijkmogelijkheid. Binnen de regering is er grote tevredenheid over de onderhandelingen en het akkoord. Vincent Van Peteghem, vicepremier voor de CD&V, begreep de voorafgaande commotie al niet. ‘Iedereen voelde toch vanaf het begin aan dat dat dossier op het bord van de regering zou komen en wat het resultaat zou zijn?’

Conner vertelde ons vorige zomer dat hij een heel goede u0022paarseu0022 kandidaat had voor Volksgezondheid. Daarom hebben we hem die portefeuille gegeven.

Egbert Lachaert (Open VLD)

Volgens Lachaert was er zelfs al op 13 april een akkoord. ‘Het is achteraf ingewikkelder geworden door verklaringen in de media. Voorzitters moeten kleur geven aan hun partij, maar ze mogen de lat ook niet zo hoog leggen dat hun vicepremiers er alleen nog onderdoor kunnen. De effectentaks hebben wij als liberalen verstandig aangepakt. We maakten er geen heisa over, omdat het uiteindelijk een verdedigbaar compromis is. Het is maar een beperkte groep die de taks straks moet betalen. Wie beslissingen achteraf niet verdedigt, maakt het alleen zichzelf lastig.’

Wat leren het loonakkoord en de effectentaks over de spanning tussen liberalen en socialisten? Matthias Somers lacht. ‘Dat ze hun echte munitie nog even achter de hand houden, hoop ik. De effectentaks zou als trofee wel eens een blikken wisselbeker kunnen zijn. Ik ben bang dat de regering voor elke partij enkele trofeeën zal proberen te vinden, zoals een minimumpensioen van 1500 euro voor Vooruit. Terwijl we eigenlijk dringend een ernstige pensioenhervorming nodig hebben die het hele systeem verstevigt.’

‘In het trofeeënspelletje zijn de liberalen trouwens al twintig jaar veruit het succesvolst. Ze vragen amendementjes die over niets lijken te gaan, tot ze later als koevoet worden gebruikt om de financiering van de overheid en de sociale zekerheid te ontwrichten. Dat gaat intussen over miljarden, terwijl de socialisten al blij zijn met een taks die enkele honderden miljoenen opbrengt.’

België 2.0

Iedereen is zich ervan bewust dat de discussies over het loonakkoord en de effectentaks schermutselingen zijn vergeleken met wat er nog aankomt. Op een dag zal zelfs Frank Vandenbroucke ervan overtuigd zijn dat de coronacrisis helemaal achter de rug is. Dan zal de regering-De Croo haar blik naar de toekomst van het land richten. Al bij haar aantreden klonk het zelfbewust dat de horizon verder reikt dan deze regeerperiode. Maar het regeerakkoord biedt alleen vage aanzetten voor de aangekondigde grote hervormingen in de arbeidsmarkt, het pensioenstelsel en de fiscaliteit.

Toch zullen dat, zo valt in regeringskringen te horen, dit jaar al de belangrijkste dossiers worden. En ze zullen, meer dan de aanpak van corona, bepalen of deze regering is geslaagd of heeft gefaald. Het succes van die dossiers is ook, naast een staatshervorming, belangrijk voor het België 2.0 dat deze regering, of in ieder geval Alexander De Croo, tegen 2030 hoopt neer te zetten.

Zodra de Vivaldi-regeringsploeg op die werven is beland, zullen de camera’s weer gericht zijn op Paul Magnette. Als voorzitter van de grootste regeringspartij kan hij meer dan Vandenbroucke uitgroeien tot een schaduwpremier zoals N-VA-voorzitter Bart De Wever dat was bij de regering-Michel. De verhoudingen tussen Vlaamse liberalen en Franstalige socialisten zullen in ieder geval het ritme bepalen, zegt Karel De Gucht (Open VLD), een van de architecten van de twee paarse regeringen-Verhofstadt. ‘De relatie tussen de PS en de Open VLD is als een wip. De ene keer mag Alexander omhoog, de andere keer PS-vicepremier Pierre-Yves Dermagne. Alleen zo kan het blijven duren.’

Een top-CD&V’er laat fijntjes vallen dat het akkoord over de effectentaks wel een ‘CD&V-akkoord’ werd genoemd. ‘Het was er één tussen links en rechts. En dat zal dikwijls de uitkomst zijn in deze regering: een akkoord tussen liberalen en socialisten, gestabiliseerd door de CD&V en de groenen.’

Welke rol zal MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez kunnen spelen als het De Croo en Dermagne zijn die op de wip mogen zitten? Zowel tijdens de regeringsonderhandelingen als de voorbije zeven maanden werkte hij veel coalitiepartners op de zenuwen. ‘Hij is zonder twijfel onberekenbaar’, zegt De Gucht. ‘Maar sinds zijn laatste bokkensprongen is hij door zijn partijgenoten wat aan de leiband gelegd. Hij heeft niet de macht om de regering-De Croo op te blazen, zoals De Wever die had bij de regering-Michel.’

Toch situeert De Gucht het potentiële gevaar voor deze regering aan Franstalige zijde. ‘De Vlaamse coalitiepartners zijn tot elkaar veroordeeld, er is geen andere optie dan deze regering. Terwijl de MR en de PS, in hun strijd om het politieke leiderschap, er wél baat bij hebben zich van elkaar te distantiëren.’ Dat beaamt een regeringslid. ‘De MR en de PS kunnen alleen ten koste van elkaar vooruitgaan, terwijl de Vlaamse regeringspartijen, zolang ze de problemen echt aanpakken, kiezers kunnen terughalen bij de N-VA, Vlaams Belang en de PVDA.’

De wil is er in ieder geval bij alle Vivaldi-partijen om werk te maken van meer dan corona, zeggen meerdere vicepremiers. De Sutter: ‘Onze kabinetten draaien dubbele shifts, ze zijn zowel met corona bezig als met de andere grote dossiers. Alexander wil vaart maken. Twee weken geleden hadden we vijf vergaderingen met de kern. De kortste duurde twee uur, de langste acht uur. Dat is soms heel vermoeiend, maar we willen veel realiseren.’

De vergroening van de bedrijfswagens, waarover Van Peteghem eerder dit voorjaar al een voorstel formuleerde, wordt volgens De Sutter een goed voorbeeld van de gezonde compromissen waarvan deze regering haar keurmerk hoopt te maken. ‘Voor de ene zal het te weinig zijn, voor de andere te veel. U herinnert zich vast dat wij het fiscale voordeel voor bedrijfswagens graag hadden hervormd, maar dat was onbespreekbaar voor onze coalitiepartners. De consensus is dat bedrijfswagens wel emissievrij moeten worden.’

Het loonakkoord was prima voor de regering, maar als land gaan we er absoluut niet mee vooruit.

Ive Marx (Universiteit Antwerpen)

Ook Lachaert is er nog gerust op. ‘In de regering-Di Rupo zijn we er met zes partijen ook in geslaagd over grote hervormingen overeen te komen. We zullen onze stokpaardjes wel achterwege moeten laten. De werkloosheidsuitkeringen beperken in de tijd is niet gelukt in de Zweedse regering en zal nu dus ook niet lukken. Wel willen we dat mensen die ziek of arbeidsongeschikt thuis zitten beter begeleid worden naar een andere job. Al tijdens de regeringsonderhandelingen bleek trouwens veel bespreekbaar, alleen ontbrak de tijd om alles in detail uit te schrijven.’

Het is logisch dat de voorzitter die de premier levert – Lachaert omschrijft zichzelf als coach en supporter – de moed erin houdt. Bij een collega-voorzitter valt al wel enige ontevredenheid te horen over die premier. ‘Met het loonakkoord bereikte de regering een goed compromis, en toch begonnen de liberalen, de premier incluis, daar meteen over te spinnen. Het eigengereide handelen van De Croo in de laatste dagen is zelfs du jamais vu. Hij moet zich weer meer als premier gedragen en minder als Alexander die alles voor zichzelf doet en niks voor een ander. Anders zal de regering het niet lang uitzingen na corona.’

Lakmoesproef

De regering-De Croo maakte bij haar aantreden al duidelijk dat ze op een andere manier aan politiek wilde doen. De buzzwords waren niet van de lucht, het pragmatische – volgens anderen: opportunistische – karakter van de premier voedde het beeld van een regering die liever beleid wil voeren dan show maken. In werkelijkheid zullen de grote akkoorden van deze regering wellicht zoals altijd in België gesloten worden in de vroege uurtjes na nachtelijke onderhandelingen. Te hopen valt dat de buitenwacht er achteraf even tevreden mee is als de vicepremiers die er hun slaap voor lieten.

Hoewel hij ‘gematigd hoopvol’ is over deze regering en haar aanpak van de coronacrisis, ziet VBO-topman Pieter Timmermans al posities die hem verontrusten. ‘Alles zal samenkomen in de budgettaire discussies die vanaf 2022 niet meer vermeden kunnen worden. Deze regering moet bewijzen dat ze de economie kan helpen groeien en meer mensen aan het werk kan krijgen, en dat zonder onze competitiviteit overboord te gooien. Dat zal zware inspanningen vragen, te vergelijken met die van premier Jean-Luc Dehaene en vicepremier Elio Di Rupo in de jaren negentig.’

Ive Marx is nogal pessimistisch, ook wel omdat hij zo de mogelijkheid openlaat om aangenaam verrast te worden. ‘Neem dat loonakkoord, inderdaad een compromis. Mooi gedaan van de regering, maar er wijzigt niks ten gronde aan de loonwet terwijl die dringend aan hervorming toe is. Er is een verschil tussen wat goed is voor deze regering en wat goed is voor het land. Het loonakkoord was prima voor de regering, maar als land gaan we er absoluut niet mee vooruit.’

Voor een eerste rapport is het uiteraard nog te vroeg, de regering is nog maar zeven maanden bezig in hoogst uitzonderlijke omstandigheden. ‘Wij hebben elkaar nog maar één keer in levenden lijve gezien. Zo raak je geen meter vooruit’, zegt een regeringslid. ‘Die digitale vergaderingen zorgen voor méér loopgraven, niet minder. De echte lakmoesproef zal volgen wanneer we elkaar weer echt in de ogen kunnen kijken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content