Tractebel en Suez Lyonnaise stellen het wel in Latijns-Amerika. Dat moet de aandeelhouders, die nu aan elkaar gesmeed zijn, plezier doen.

Latijns-Amerika is een wild continent met zijn ondoordringbare regenwouden in Brazilië, het Andesgebergte dat boven Peru en Chili uitsteekt en het stukgewaaide Patagonië dat Argentinië afsluit.

Het continent heeft een even wilde geschiedenis. Vijf eeuwen geleden streken Europese ontdekkers als de Portugees Pedro Alves Cabral per toeval in Brazilië neer – hij was net als al die andere beroemde avonturiers op zoek naar India. Spaanse conquistadores volgden in andere gebieden. Ze braken de duizenden jaar oude Tiahuanaco- en Inca-cultuur en plunderen enthousiast het eldorado. Spanje en Portugal bouwden hun toenmalige wereldmacht op met weggesleept goud en zilver. Later boerde het meedogenloze kolonialisme zich rijk met koffie en rubber.

Halfweg de vorige eeuw stortte dat imperium in elkaar. De onafhankelijksheidoorlogen en militaire staatsgrepen volgden zich in een snel tempo op – in Bolivië gemiddeld één per jaar aan het einde van de negentiende eeuw. De militaire dictaturen zoals die van Pinochet in Chili liggen nog fris in het geheugen. De onderdrukking van de landarbeiders, de vakbeweging en het basischristendom hield een wilde economie in leven: tussen de onmetelijke rijkdom van kleine groepen bevoorrechten en de uitzichtloze armoede van de bewoners van de krottenbuurten gaapte de kloof steeds breder.

Het is een cynische truc van de geschiedenis dat de economische liberalisering, die het voorbije decennium ook Latijns-Amerika aandeed, er meer democratie en een rechtvaardiger verdeling van de welvaart mogelijk maakt. Landen als Chili, Argentinië en Brazilië krijgen hun schuldenprobleem onder controle en slagen erin hun inflatie, die ooit een paar duizend procent per jaar beliep, te bedwingen.

Maar net die liberalisering schept een nieuw eldorado. Als moderne conquistadores strijken investeerders uit westerse industrielanden in Latijns-Amerika neer. Zij hoeven niet zoals hun voorgangers te plunderen. Van het noordelijke Barranquilla tot Conception in het diepe zuiden krijgen zij elektriciteitscentrales, aardgasbellen en waterleidingen aangeboden.

De landen van Latijns-Amerika hebben uitverkoop. In naam van de liberalisering, deregulering en economische efficiëntie verpatsen zij hun staatsbedrijven. Als ze dat al niet meteen met hun volle overtuiging willen doen, zullen het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank hen wel een beetje dwingen. De tijdgeest is de nieuwe westerse veroveraars goed gezind; de economie mondialiseert.

WACHTEN OP NIEUWE VEROVERINGEN

De Ieperling Christian Biebuyck gaat in 1991 op verkenning. Hij krijgt daarvoor de zegen van de toenmalige koning van Tractebel, Philippe Bodson, die de slapende Belgische nutsholding tot een fel presterende industriële groep had omgevormd en wegens gebrek aan binnenland zijn zinnen op het buitenland had gezet. Biebuyck ziet de privatiseringsgolf in Chili snel vorderen en ontdekt in Argentinië onnoemelijke mogelijkheden – opportuniteiten in het jargon. Bij zijn terugkomst op het Troonplein in Brussel moet de ontdekkingsreiziger niet eens zijn Latijns-Amerikaans enthousiasme uitleggen. De gas- en elektriciteitsboeren zitten gewoon op de nieuwe verovering te wachten.

Het jaar daarop verwerft Tractebel al Distribuidora de Gas del Litoral, een Argentijns staatsbedrijf dat in de provincie Santa Fe en ten noordwesten van Buenos Aires gas verdeelt. Zes waterkrachtcentrales volgen in Chili. Het avontuur kan beginnen. Maar echt avontuurlijk wordt het als de Tractebel-ingenieurs een 1.066 kilometer lange gaspijp over het Andesgebergte trekken – met een piek van 4.800 meter hoog – om langs die Gasoducto Nor Andino Argentijns gas naar Chili te transporteren.

Intussen is het Belgische Tractebel in de handen van de Franse fusiegroep Suez Lyonnaise des Eaux gesukkeld. De Belgen ontdekken in Latijns-Amerika hun Franse broeders van Lyonnaise des Eaux, die er druk doende zijn met waterbehandeling en afvalverweking. Dat Buenos Aires nu veilig water te drinken krijgt is te danken aan Aguas Argentinas, beweert zijn Franse algemeen directeur Jean-Louis Chaussade. En dat het centrum van het Braziliaanse Sao Paulo en proper bij ligt schrijft directeur Alex Gomes op het krediet van de Suez Lyonnaise-milieudochter Sita/Vega.

De Generale Maatschappij van België, de Brusselse prefectuur van de Franse nutsgroep, vinden het nodig om in een persreis te investeren, zodat ze de Belgen al dat mooie werk kunnen laten zien. Er is dezer dagen nogal wat te doen over het ruilbod van Suez Lyonnaise op de Tractebel-aandelen. De Franse moeder, die al de helft van de Belgische groep bezat, rijft de industriële trots van België nu volledig binnen. en dus acht De Generale het opportuun om de voormalige Tractebel-aandeelhouder te laten weten hij nu achter zijn nieuw Suez-Lyonnaise-papier niet alleen gas en elektriciteit heeft steken, maar ook water en milieu. In Latijns-Amerika is het gecombineerde imperium van de twee indrukwekkend, en het blijft groeien.

Tegelijk moeten de Belgische zeurkousen beseffen dat in Argentinië, Brazilië noch in Chili, Suez Lyonnaise het gas- en elektriciteitswerk van Tractebel inpalmt. Zoals de Belgische regering werd gewaarborgd, blijft Tractebel dé energiepoot van de Franse groep. Ze kan in Latijnds-Amerika haar eigen gangen gaan.

Salto Osorio ligt een helikoptervlucht van een uur en drie stuwdammen – in Brazilië maalt niemand erom om een vliedende stroom in enorme stilstaande meren te veranderen – verwijderd van Foz do Iguassu, de Latijns-Amerikaanse versie van de Niagarawatervallen. Bij dit drielandenpunt (Brazilië, Argentinië en Uruguay) draait een van de vijf waterkrachtcentrales van Gerasul. Drie andere zijn in opbouw. Director superintendente Mauricio Stolle Bähr van Tractebel Brasil herinnert eraan dat de Belgen met Gerasul het eerste grote Braziliaanse geprivatiseerde elektricteitsbedrijf overnamen. Nu produceert Tractebel zes procent van de elektriciteit van het enorme land. Daarmee is het de grootste privé-speler, want nog maar negen procent is geprivatiseerd.

ARBEIDERS SCHROBBEN HET KERKPLEIN

De superintendente heeft er smaak in. Volgens hem is Gerasul gewoon gemaakt om te groeien. De Belgisch-Braziliaanse groep dingt mee naar alle nieuwe consessies. De elektriciteitsmarkt bevindt zich in volle ontwikkeling. De 161 miljoen Brazilianen bekommeren zich nog vooral over hun basisbehoeften, maar ze beginnen ook stilaan koelkasten en televisies te kopen en zelfs microgolfovens en computers. Bovendien groeit de bevolking snel aan. Dat betekent: almaar meer elektriciteit.

Voor de Catedral da Sé In Sao Paulo staan ze met zeep het plein te schrobben. Hier is geen stadspersoneel aan de slag, maar werknemers van Vega, de milieu-kleindochter van Suez Lyonnaise. Het bedrijf verzorgt de huisvuilophaling van twintig steden met samen elf miljoen inwoners, en verwerkt de industriële afval van een miljoen bedrijven en handelszaken. Directeur Valnei Nunes zou graag nog de berg besmette kalk van de chemiereus Solvay opruimen – een in zijn ogen winstgevende klus, die in één moeite door een einde zou maken aan de slechte reputatie van de Belgen in Sao Paulo.

Bij het verlaten van het vliegtuig In La Paz, op bijna vierduizend meter hoogte, verandert zelfs een sportman in een naar adem snakkende bejaarde. Maar de mensen van Lyonnaise des Eaux in de hoofdstad van Bolivië, het meest achtergebleven land van het continent, verkeren absoluut niet in ademnood. Het waterbedrijf Aguas del Illimani is in goede doen. Suez Lyonnaise bewijst dat het de waterbedeling kan verzorgen in een streek met grote armoede, betoogt algemeen directeur Alain Carbonel. De concessie voor anderhalf miljoen mensen, in hoofdzaak indianen, is twee jaar oud. Het is een pilootproject – concurrenten uit England en Californië vonden het té risicovol – waarmee de Fransen elders meer beloftevolle markten willen openbreken.

Zoals ontdekkingsreiziger Christian Biebuyck het voorstelt zijn er filosofische noch doctrinaire redenen voor de privatisering van de nutsbedrijven van de Latijns-Amerikaanse landen. Het gaat om pure noodzaak, zij hebben gewoon het geld niet om in ontwikkeling en uitbreiding te investeren.

Toch blijft het stadsbestuur in La Paz het grootste probleem voor Carbonel van de Aguas del Illimani. Bij de privatisering werd het als het ware van haar waterbedrijf beroofd – hoewel zelfs de Fransen ruiterlijk erkennen dat het goed functioneerde en nauwelijks investeringsgeld tekort. Dat laatste dankte La Paz aan royale schenkingen van Duitse niet-gouvernementele organisaties. De laatste schenking mocht Suez Lyonnaise tot zijn eigen verbazing zelfs behouden. Zowel de stad als het leger doen nu lastig met de betalingen van hun waterfactuur, met als gevolg dat scholen en kazernes bij herhaling zonder water te komen vallen.

VILLA MISERIA KRIJGT WATER

De peronistische burgemeester Oswalzdo Amieiro van San Fernando, een gemeente ten noorden van de Argentijnse hoofdstad, toont zich dan weer wél tevreden over de komst van Suez Lyonnaise. Het staatswaterbedrijf bleek niet efficiënt en dus ook niet sociaal rechtvaardig, zegt de politicus. De Aguas Argentinas bedient nu zelfs de villa miseria San Martin. Elk enigzins op een woning gelijkend krot in die ‘spontane’ wijk – rond het chique ‘Parijs’ van Latijns-Amerika zijn er honderden van die wijken – beschikt nu over een eigen waterkraan en met enig geluk ook over een rioolbuis. Directeur Jean-Claude Cournarie van de watermaatschappij heeft dat goed gezien. Hij verliest er niet aan, de krottenbewoners betalen een bescheiden waterprijs en ze tappen niet langer stiekem water van de hoofdlijn af.

Zowel de Tractebel-bedrijven als die van Suez Lyonnaise zijn monopoliehouders. Dat betekent nog niet dat zij naar eigen goeddunken kunnen handelen. Ze staan onder controle van regulerende overheidscommissies, die gedetailleerd voorschrijven welke diensten de bedrijven tegen welke prijzen en bij welke investeringen moeten leveren.

Jean-Louis Chaussade, die het waterbedrijf van Suez Lyonnaise in Argentinië onder controle houdt, vindt het er als monopolist niet zo gemakkelijk werken. Hij moet bijvoorbeeld ook water bedelen aan wie niet betaalt. De commissies schroeven voortdurend de voorwaarden aan doen almaar moeilijker, luiden de klachten eensgezind. Conrado Manuel Bianchi, de gerente general van Litoral Gas in de Argentijnse provincie van Santa Fe, heeft al tal van processen gevoerd tegen zijn staatscontroleurs. Hij weet dat de overheid doodsbang is voor machtswellustige monopolies. Zelf gelooft hij dat Suez Lyonnaise en Tractebel met veel synergievoordelen zouden kunnen samenwerken. Water en gas zijn een nogal gelijkaardige business, zowel wat de aanleg van het ondergronds distributienet betreft als de facturatie en de afhandeling van de betalingen. In de streek van het Argentijnse Rosario, een gebied dat groter is dan België, beheert Suez Lyonnaise het water en Tractebel het gas. Maar samenwerken mag dus niet. Gerasul krijgt het in Brazilië om dezelfde redenen moeilijker bij het verwerven van nieuwe concessies. Brazilië, Bolivië, Chili, Uruguay en Argentinië zijn privatiseringsgeil, maar verkiezen te spelen met talrijke partners in plaats van met enkele mastodonten, die het energiebeleid van een land zouden kunnen dicteren.

DE WINST IS VOOR LATER

In de concessiecontracten ligt de rendabliteit van de buitenlandse investeerders vastgenageld, dus ook de prijzen voor de nutsvoorzieningen. Carbonel weet dat de Suez-Lyonnaise-investering in de waterbedeling van La Paz 12,9 procent op de investering opbrengt, over de hele concessieperiode van dertig jaar. Kortom, vijftien magere jaren gevolgd door vijftien vette.

Nagenoeg alle projecten zitten nog in de opbouwfase, de cashflow gaat naar de modernisering van fabrieken en centrales, de vernieuwing en uitbreiding van het distributienet en de marketing. Weinig van de investeringen in het nieuwe eldorado brengen momenteel winst op, maar allemaal hebben ze dezelfde zekerheid: het goud en het zilver zijn om komst!

Naar Latijns-Amerikaanse normen is de muntstabiliteit prachtig, naar westerse begrippen nog steeds risicovol. Zowel Tractebel als Suez Lyonnaise voeren hun rekeningen in Amerikaanse dollar. Dat biedt duidelijkheid, maar er komt zoals bij de recente peso-crisis nogal wat angstzweet bij te pas. De elektriciteitsgroep Gerasul heeft ronduit geleden onder de devaluatie van de Braziliaanse munt. De topman van Aguas Argentinas bekent dat de meerderheid van zijn schulden onder de paraplu van de Wereldbank steken. Zo kan hij ontsnappen aan de fantasistische rentes die in de tango- en sambalanden gebruikelijk zijn. Zonder de Wereldbank zouden wij hier in Buenos Aires niet overleven, bekent tenslotte ook Jean-Louis Chaussade. De internationale financiële gemeenschap laat de pioniers van de liberalisering niet in de steek.

Jacques Van Hee, de woordvoerder van Tractebel, verklapt dat de strategie van de Belgische groep in Latijns-Amerika erin bestaat zich telkens centraal te positioneren als een ‘hub’ voor mogelijk nieuwe ontwikkelingen. Gerasul is hiervan het beste voorbeeld. Met zijn centrale ligging bezit de elektricien een goede uitgangspositie om voordeel te halen uit nieuwe ontwikkelingen in Brazilië en zijn buurlanden. Zijn Franse collega van Suez Lyonnaise in Buenos Aires vertaalt het in de gebruikelijke economische oorlogstaal. De investering in het Argentijnse water is een vliegdekschip, van daarop kan Latijns-Amerika verder veroverd worden.

Veroveraars blijven veroveren, dat is ook in de economie de regel. Als de investeringen in het eldorado eenmaal beginnen op te brengen, moet het geld naar nieuwe projecten om verder aan te dikken. Zoniet keert het kapitaal terug. Bij Tractebel houdt Jean-Pierre Hansen bijgevolg de kaart van Latijns-Amerika goed in het oog. Hansen volgde in de lente van dit jaar Philippe Bodson op, nadat die eigenzinnig in aanvaring met zijn Franse hoofdaandeelhouder was gekomen. Zolang Hansen geld weet te verdienen, zal de Franse opperbaas Gérard Mestrallet hem niet afremmen. Na het ruilbod voeren Suez Lyonnaise des Eaux en Tractebel één en dezelfde strijd.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content