Peter De Roover (N-VA)

‘Straf dat in België bijeenkomsten worden georganiseerd om het Ottomaanse Rijk 2.0 in te voeren’

‘We kunnen de ogen niet sluiten voor de actieve ronseling door Turkse politici in West-Europese landen’, schrijft N-VA-kamerlid Peter De Roover, na verzet in Nederland, Duitsland en Oostenrijk tegen campagne-events van Turkse regeringsleden. De Roover stelt drie oplossingen voor: grondige controle van Turkse politieke meetings in België, een eventueel Europees verbod en het afschaffen van de dubbele nationaliteit.

Net zoals bij de twee verkiezingen in 2015, organiseert de Turkse regeringspartij AKP naar aanleiding van het aanstaande grondwetsreferendum verkiezingsmeetings in West-Europese landen. In 2015 bezocht president Erdogan himself bijvoorbeeld Hasselt. Nu worden onder meer premier Yildirim in het Duitse Oberhausen en minister van Buitenlandse Zaken Cavusoglu in het Nederlandse Rotterdam ingezet.

In Duitsland werden twee zulke meetings verboden maar in Oberhausen sprak Yildirim voor duizenden aanhangers, ook uit Nederland en België. Rainer Schmeltzer, de sociaaldemocratische minister van Integratie in de deelstaat Noordrijn-Westfalen waar Oberhausen ligt, meent dat “zulke verdelende verkiezingsoptredens met antidemocratische doelstelling bij ons in Duitsland niet gewenst zijn”. Schmeltzer vreest dat die bijeenkomsten de verdeeldheid in het land vergroten. Zijn deelstaatregering vraagt de federale overheid in Berlijn om dergelijke meetings te verbieden.

De woordvoerder van de Duitse regering reageerde: “Wij gaan ervan uit dat Turkse conflicten niet naar het Duitse grondgebied worden uitgedragen.” Voor Sahra Wagenknecht, de flamboyante fractievoorzitter van de communistische partij Die Linke volstaat dit niet. Ze haalt scherp uit naar de regering-Merkel, die “de propagandaveldtocht van de Turkse premier in Duitsland mogelijk heeft gemaakt” en spreekt van een nieuwe “onderwerpingsgeste.” Duitsland reageert zo fel onder meer omdat een journalist van de krant Die Welt onlangs in Turkije werd aangehouden.

‘Optreden Cavusoglu ongepast’

In Nederland staat minister van buitenlandse zaken Cavusoglu op het menu. Het Nederlandse kabinet laat weten dat optreden ongepast te vinden. Volgens de liberale premier Mark Rutte is er in de Nederlandse publieke ruimte geen plaats voor het voeren van campagnes uit andere landen. De sociaaldemocratische lijsttrekker Lodewijk Asscher noemt het voornemen van de Turkse minister een gotspe, een onbeschaamdheid, en wil laten onderzoeken wat wettelijk kan worden ondernomen. “Hierover is het laatste woord nog niet gezegd”, zegt de linkse voorman. Cavusoglu antwoordt fel: “Niemand kan mij verbieden te praten met onze staatsburgers.”

De Oostenrijkse minister van Buitenlandse Zaken en christendemocraat Sebastian Kurz zegt dat Turkse gezagsdragers welkom zijn maar alleen om met de Oostenrijkse autoriteiten te praten. Hij zet zich al langer fel af tegen het afglijden van Turkije op het vlak van mensenrechten. De sociaaldemocratische kanselier Christian Kern roept op tot een Europees verbod op verkiezingsbijeenkomsten van Turkse politici. Samen ageren kan vermijden dat individuele landen onder druk worden gezet door Ankara, vinden ze in Wenen.

‘Deel van Europa wakker geschoten’

We kunnen niet ontkennen dat een deel van Europa is wakker geschoten, verspreid over de volle breedte van het politieke spectrum. Op 10 mei 2015 sprak de Turkse president in de Hasseltse Ethias Arena voor zo’n 15 000 aanhangers. Hij bezigde daar zeer gepeperde taal. Ik ondervroeg minister Reynders daarover in de Kamer. De geest van mijn besluit toen wordt vandaag blijkbaar ruim gedeeld in bovengenoemde landen: “Het is stuitend dat hij de mensen van Turkse afkomst blijft rekenen tot de Turkse politieke ruimte. In essentie haalt de boodschap van Erdogan het aloude idee van de gastarbeider weer uit de mottenballen, hetgeen wij zeer betreuren. Dat een buitenlands staatshoofd hier optreedt als politiek activist die de integratiegedachte komt tegenwerken, verdient onze openlijke afkeuring.”

In 2015 ging het over parlementsverkiezingen. Dit keer betreft het de promotie van een grondwetswijziging die volgens critici neerkomt op een ordinaire staatsgreep. Straf dat hier bijeenkomsten worden georganiseerd om het Ottomaanse Rijk 2.0 in te voeren. Want daar gaat het over in dat referendum: de oprichting van een autoritaire islamitische staat. We kunnen de ogen niet sluiten voor de actieve ronseling door Turkse politici in West-Europese landen. Een drieledige aanpak dringt zich op.

‘Grondige controle’

Ten eerste is het nodig grondig na te gaan of onze wetgeving nauwlettend wordt nageleefd als ook hier strijdvergaderingen plaatsvinden. Ik denk aan de regels over openbare orde, het verbod op het verspreiden van haat, het opjutten van de ene groep van Turkse afkomst tegen de andere. Het is uitstekend dat ons ministerie van Binnenlandse Zaken verzekert daar nauw op toe te zien en desgevallend op te treden.

Ten tweede moeten we inspelen op de suggestie van de Oostenrijkse regering en nagaan in welke mate we hier gezamenlijk tegen kunnen optreden. Uiteraard ligt een puur verbod niet voor de hand aangezien we de vrijheid van vergaderen niet willen opschorten. Maar de signalen uit genoemde landen maken wel duidelijk dat het hier over meer gaat dan het onschuldig uitdelen van pamfletjes bij expats. De regering moet met zo veel mogelijk landen ijveren om het Oostenrijks voorstel concreet uit te werken.

‘Schaf dubbele nationaliteit af’

Er is een derde luik. Als Cavusoglu zegt dat hij het recht opeist te praten met “onze medeburgers” dan legt hij de vinger op de wonde van de dubbele nationaliteit. Principieel ben ik voorstander om die af te schaffen. Spijtig genoeg kunnen we de vrijheid van mensen om de keuze te maken niet waarborgen zonder de medewerking van de oorsprongslanden. Maar het beginsel dat mensen maar één nationaliteit hebben, zou uiteraard voor de gewenste duidelijkheid zorgen.

Turkije blijft uitwijkelingen eeuwig als eigen burgers beschouwen onder het motto “eens Turk, altijd Turk.” Dat rasgebonden idee, mee in de hoofden gepompt door de verkiezingsmeetings die nu lopen, bemoeilijkt uiteraard de integratie en houdt daarmee een inmenging in van Turkije in onze binnenlandse aangelegenheden.

Nieuwkomers moeten vanzelfsprekend de banden met het land van herkomst niet onmiddellijk en radicaal doorknippen. Maar als mensen van wie de familie al twee of meer generaties hier woont nog altijd vinden dat de Turkse politiek voor hen belangrijker is dan de Vlaamse of Belgische (of Duitse, Oostenrijkse, Nederlandse…) dan hoort er meer dan een knipperlicht aan te gaan.

In dat derde luik van een geïntegreerde aanpak moet het gesprek, zo nodig het debat gevoerd worden met mensen van vreemde afkomst die weigeren om voluit te kiezen voor de samenleving waar ze zelf dagelijks deel van uitmaken en die ze zelf mee vorm geven. Dat is, voor alle duidelijkheid, niet de Turkse samenleving voor de mensen die in Beringen, Berchem of Gent wonen en leven met de bedoeling daar te blijven wonen en leven.

Partner Content