Regering verstrengt toegang tot Cassatie

(Belga) De ministerraad heeft vandaag het licht op groen gezet voor een aantal ingrepen waarmee minister van Justitie Annemie Turtelboom de toegang tot het Hof van Cassatie wil verstrengen. De laatste jaren wordt immers meer en meer naar Cassatie gestapt in strafzaken, terwijl die beroepen slechts in tien procent van de gevallen gegrond blijken. Gevolg is wel extra werklast en dus vertragingen in de lopende onderzoeken. Daarom wil de Open Vld-minister het Hof van Cassatie “terugbrengen naar zijn oorsprong en essentie”.

Terwijl het vroeger gold als ultiem middel om op zoek te gaan naar vormfouten, wordt cassatieberoep steeds vaker aanzien als “derde aanleg”. Strafzaken vormen het leeuwendeel van de beroepen die voor Cassatie komen. Het gaat om twee derde (zowat 2.000) van de beroepen, terwijl amper tien procent daarvan leidt tot een vernietiging van de eerdere uitspraak. Bij burgerlijke of fiscale zaken blijkt respectievelijk 43 en 33 procent gegrond. Om een einde te maken aan het “misbruik” en aan de vertraging in de procedures, stelde minister Turtelboom haar collega’s voor een aantal filters in te bouwen die ervoor moeten zorgen dat de “juiste zaken” voor Cassatie komen. Zo zal iemand die een procedure wil aanspannen, net als bij burgerlijke zaken, een beroep moeten doen op een advocaat die gespecialiseerd is in Cassatie. Tijdens een overgangsperiode wordt die specialisatie nog niet verplicht, zodat de advocatenordes zich kunnen voorbereiden. Het zal ook niet langer volstaan om gewoon een aanvraag voor een cassatieberoep in te dienen. Voortaan moet je een onderbouwde memorie indienen waarin de reden van het beroep grondig wordt onderbouwd. Ook zal de afdelingsvoorzitter, op eensluidend advies van het openbaar ministerie, kunnen beslissen een beroep te verwerpen indien het Hof pertinent te laat wordt aangetekend. Momenteel moet een kamer met vijf raadsheren daarover beslissen. Een vierde filter houdt in dat de memorie van de eiser minstens vijftien dagen voor de terechtzitting op de griffie moet toekomen, terwijl de verweerder zijn memorie van antwoord ten laatste acht dagen voor de zitting moet doen toekomen. (Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content