Bart Maddens (KU Leuven)

Regering maakt confederale plannen van N-VA voor minstens vijf jaar onmogelijk

De regering is niet van plan een verklaring tot herziening van de grondwet op te stellen. Dat betekent dat de deur op slot gaat voor de grote verandering waar de kiezers van N-VA van dromen.

Pieter De Crem zei woensdag langs zijn neus weg dat de regering geen enkel grondwetsartikel voor herziening vatbaar zal verklaren. Dat komt niet als een grote verrassing. Geen enkele van de regeringspartijen is voorstander van een nieuwe staatshervorming tijdens de volgende legislatuur. Waarom zouden ze dan een lange verklaring tot herziening van de Grondwet goedkeuren ?

Het betekent wel dat de N-VA zijn confederale plannen voor minstens vijf jaar mag opbergen. De partij heeft dit natuurlijk zien aankomen. Wellicht speelde dat ook mee in de beslissing van vorig jaar om de regeringsvorming niet langer te koppelen aan een akkoord over de staatshervorming. Toch zouden de andere regeringspartijen een “A4-tje” moeten goedkeuren met een aantal basisprincipes voor een institutionele hervorming. Maar wat kan er in godsnaam op dat A4-tje staan, als een grondwetsherziening uitgesloten is ?

Natuurlijk kun je altijd afspreken om vrijblijvend te praten over een nieuwe staatshervorming. Aan eerder uitgeprobeerde formules geen gebrek : een “Dialoog van gemeenschap tot gemeenschap” (1992 en 2008) , een “Conferentie voor de staatshervorming” of COSTA (1999), een “Forum voor Institutionele hervormingen” (2003). Maar veel heeft dat allemaal niet opgeleverd. Ook de Senaat heeft wat dat betreft geen al te beste reputatie. Tussen 1995 en 1999 werd er in die assemblee al eens uitgebreid gepalaverd over een nieuwe staatshervorming. Het resultaat was een bijna lachwekkende lijst van onbeduidende detailvoorstellen.

Servais Verherstraeten stelt dan weer voor om een soort Studiecentrum voor de hervorming van de staat op te richten. Dat klinkt gewichtig, maar dan zijn we natuurlijk vertrokken voor de zeer lange termijn. Ook dat werd trouwens al eens eerder geprobeerd, namelijk in 1936, bij de vorming van de tweede regering Van Zeeland. Daarna heeft het nog 34 jaar geduurd voor de staat effectief werd hervormd…

Je mag de creativiteit van politici nooit onderschatten. Ze zullen dus wel een nieuwe, nooit eerder vertoonde, praatformule uit hun mouw schudden. Dat is het gemakkelijke deel. Maar daarmee hebben we hoogstens een paar regels op het A4-tje. Wat kan daar nog bijkomen ? Voor bijkomende bevoegdheidsoverdrachten is geen grondwetsherziening nodig, enkel een twee derden meerderheid en een meerderheid in elke taalgroep. Maar hier lijkt het vet van de soep. Het laaghangende fruit is geplukt.

Wat overblijft op federaal niveau zijn de bevoegdheden waar de Franstaligen onder geen enkel beding aan willen tornen, omdat ze in hun ogen betrekking hebben op de basisfundamenten van de federale staat (sociale zekerheid, justitie, cao’s enz…). Hun verzet tegen de overheveling van zulke substantiële bevoegdheden was één van de redenen waarom de regeringsvorming in 2010 zo lang heeft geduurd. Waarom zouden ze daar nu ineens mee instemmen, en wel onmiddellijk ? Misschien, heel misschien, zit daar nog enige rek op, en kunnen een paar extra bevoegdheden worden overgedragen. Maar dan zitten we opnieuw bij de borrelnootjes van 2008.

Ook de financieringswet kun je wijzigen zonder grondwetsherziening. Maar de nieuwe financieringswet is een wankel kaartenhuisje waar de politici de vorige keer meer dan een jaar lang aan hebben gebouwd. Het animo om daar nog kaarten aan toe te voegen of weg te nemen zal uiterst klein zijn bij de traditionele partijen. Hoogstens kan het A4-tje een vage belofte bevatten om de werking van de nieuwe financieringswet te bestuderen of te evalueren, bijvoorbeeld in het nieuwe studiecentrum van Verherstraeten.

Het gerucht gaat dat artikel 35 van de Grondwet wel eens de toverformule zou kunnen zijn voor een institutioneel compromis met de N-VA. Er bestaat immers een wijdverspreide mythe dat dit artikel het confederalisme invoert. In werkelijkheid gaat het enkel over de overdracht van de residuaire of niet-benoemde bevoegdheden naar de gemeenschappen en gewesten, terwijl de federale bevoegdheden dan zouden worden opgesomd (nu is het andersom).

Er bestaan heel wat federale staten waar de residuaire bevoegdheden bij de deelstaten berusten (zoals Oostenrijk of Duitsland). Met confederalisme heeft dit dus niet zoveel te maken. Maar ik zei het al : die mythe is wel wijdverspreid. De N-VA zou dus kunnen zeggen dat ze het ‘confederalisme’ realiseert, terwijl de traditionele partijen moeilijk bezwaar kunnen maken tegen het voornemen om een artikel van de Grondwet uit te voeren.

De kans dat men het ooit eens geraakt over een lijst van overblijvende federale bevoegdheden (die dan meteen in de Grondwet zouden worden gebetonneerd) is nihil. Maar een vaag verwoord engagement in die zin zou eventueel kunnen volstaan om een N-VA-regering in het zadel te helpen. Alleen, ook dit feest zal niet kunnen doorgaan. Want de uitvoering van artikel 35 vergt een grondwetsherziening. En die deur gaat dus vijf jaar op slot.

Zoveel is duidelijk : de politici zullen hun hersenen moeten pijnigen om tot halfweg het A4-tje te geraken. Meer dan een praatclub en wat borrelnootjes lijkt er niet in te zitten. En dat is niet direct de grote verandering waar de N-VA kiezers van dromen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content