Radiomaakster Layla El-Dekmak: ‘Mijn vader lacht al een jaar niet meer’

Layla El-Dekmak: 'Ik wil een platform geven aan stemmen die te weinig gehoord worden.' © CARMEN DE VOS

Elke week vraagt Knack aan ondernemende Belgen hoe ze lijf en psyche in balans houden.

Haar lijf is niet haar grootste zorg – dat is het ook nooit geweest. Vandaag ligt radiomaakster Layla El-Dekmak vooral wakker van de uitzichtloze situatie waar haar vader en haar zussen in beland zijn.

Elke week vraagt Knack aan ondernemende Belgen hoe ze lijf en psyche in balans houden.

Verontwaardiging. Maar ook verdriet en boosheid. Dat waren de drijfveren van radio 1-presentatrice Layla El-Dekmak (33) om de podcast Lijf te maken. In drie afleveringen spreekt ze met vrouwen over hun lichaam, maar vooral over schoonheidsidealen die zo zwaar bij hen wegen dat ze pijn en schaamte voeden en eenzaamheid veroorzaken. ‘De druk om aan een ideaal te voldoen blijft groot’, meent El-Dekmak. ‘Als je weet dat zelfs supermodellen op covers van modebladen digitaal worden bewerkt, dan besef je dat die ideale schoonheid niet alleen onbestaande is, maar ook onhaalbaar. Dat is het absurde en wraakroepende van de hele schoonheidsindustrie. Die verdient massa’s geld door ons ongelukkig te maken. Want zolang we dat ideaal nastreven, blijven we producten kopen.’

Je zou kunnen zeggen: loop een eind heen met je schoonheidsideaal. Ik doe niet mee.

Layla El-Dekmak: Zo simpel is het jammer genoeg niet. Als ik tv- en radiopresentatrice Siska Schoeters in het tv-programma Het huis hoor spreken over haar diëten en onzekerheid over haar lichaam, dan ben ik blij dat ze open durft te zijn maar ben ik ook verontwaardigd. Waarom lijden we zo onder ons lichaam? Waarom blijven vrouwen naar hun eigen lichaam kijken door de ogen van een ander? Waarom is het zo moeilijk om blij te zijn met dat lijf?

Waarom?

El-Dekmak:Tja, kijk om je heen. We worden overstelpt met reclameboodschappen die ons influisteren dat ons lichaam nog niet helemaal perfect is. We leven in een kapitalistisch systeem dat de onzekerheid daarover uitbuit. Het verdriet en de eenzaamheid van veel vrouwen is een verdienmodel. Zolang dat niet verandert, is het moeilijk die lichamelijke twijfels en onzekerheden weg te nemen. Dat heb ik ook gemerkt tijdens de gesprekken voor mijn podcast. Experten reiken hulpmiddelen aan, maar zolang het systeem niet verandert, is het nogal cynisch te verwachten dat iemand er op eigen kracht uitkruipt.

Mijn zussen in Libanon zijn veel lichamelijker. Vrouwen hebben minder schroom om samen naakt te zijn, om elkaar vast te pakken. Hier zijn we echt veel preutser.

Voelt u zelf ook die druk?

El-Dekmak:Het is misschien vreemd, maar nee, niet echt. Precies daarom is mijn verontwaardiging zo groot. Al moet ik ook dagelijks ‘nee’ zeggen. Tegen beelden die ik zie, boodschappen die ik hoor. Ook dat is vermoeiend. Ik zie de worsteling om me heen, ook bij vrouwen die het overheersende schoonheidsideaal wel benaderen. Door de reeks te maken, heb ik ook mijn relatie met mijn lichaam onderzocht en proberen te achterhalen waarom ik veel van die complexen niet deel.

Hebt u een antwoord gevonden op die vraag?

El-Dekmak: Mijn moeder. Zij heeft een cruciale rol gespeeld. Nooit heeft ze opmerkingen gemaakt over mijn lichaam of dat van mijn zus. Ze heeft nooit raar gedaan over voedsel, ze liep vaak naakt rond, waardoor wij vertrouwd raakten met een vrouwenlichaam dat kinderen heeft gebaard. Ze zat goed in haar vel, vond zichzelf mooi en concentreerde zich op onze en haar talenten. Ik heb altijd gedacht dat dat voor haar vanzelfsprekend was. Maar tijdens een lang gesprek dat ik met haar en mijn grootmoeder had voor de podcast, heb ik ontdekt dat zij meer dan tien jaar lang in de knoop heeft gelegen met haar lichaam. Dat had een grote weerslag op wat ze at. Vanaf het moment dat ze kinderen kreeg, en dan nog dochters, heeft ze dat bewust geparkeerd. Om de cirkel te doorbreken. Om ons niet op te zadelen met haar twijfels. Ik ben haar daar erg dankbaar voor. Het is een geluk dat ik van thuis uit niet het idee heb meegekregen dat je pas de moeite waard bent als je mooi bent volgens de normen.

Bent u altijd zo blij geweest met uw lijf?

El-Dekmak:Ik wil het niet groter maken dan het is, maar op mijn achttiende is de twijfel kortstondig in mijn hoofd gekropen. Ik hou erg van zuur voedsel. Rabarber eet ik zo. Citroenen ook. Voor corona viste ik op café de schijfjes citroen uit de glazen van mijn vrienden. Al dat zuur heeft me op mijn achttiende een maagontsteking bezorgd. Ik weet niet of je dat al hebt meegemaakt, maar het komt erop neer dat als je eet, je crepeert van de pijn. In korte tijd ben ik erg vermagerd en mijn lief heeft toen op een onbewaakt moment gezegd: ‘Ik vind je mooier zo.’ Ik was achttien, hij was mijn eerste lief en dat zinnetje heeft zich in mijn brein genesteld. Plots dacht ik dat ik niet meer mocht aankomen. Ik heb mijn herstel zo lang mogelijk proberen te rekken door zo weinig mogelijk te eten. Gelukkig ben ik kort daarna met mijn familie en een vriendin naar Italië op vakantie vertrokken. Ik hou van eten, vooral van Italiaans, dus ja, lang heeft die kramp niet geduurd. Na drie weken heb ik het losgelaten, maar het heeft me wel waakzaam gemaakt. Hoe kleine opmerkingen grote gevolgen kunnen hebben. Zeker bij jonge meisjes tussen 10 en 23. Jongeren zijn zo kwetsbaar.

In de podcast merken ook andere vrouwen het op. Dat ze vooral complimenten krijgen als ze vermagerd zijn. Alsof ze anders niet gezien worden.

El-Dekmak: Het is zo belangrijk om elkaar voor andere redenen complimenten te geven. Ik ervaar het zelf ook als ik eens uitzonderlijk make-up op heb. Plots krijg ik te horen dat ik er goed uitzie. Waarom? Omdat ik dan nauwer aansluit bij de norm? Ik vind dat een beetje schrijnend.

Een mens zou kunnen denken: hoever staan we na al die jaren feministische strijd?

El-Dekmak:Ja, we geloven graag dat de westerse vrouw vrij is, maar in hoeverre is het een illusie van vrijheid? Is het vrijheid zolang je binnen de normen past? Zolang je geen grote mond opzet, niet te boos bent en niet te veel voorwaarden stelt? Ik denk dat het voor veel vrouwen herkenbaar is dat een vrouw die op haar strepen staat ‘moeilijk’ is en een man die hetzelfde doet ‘professioneel’ is. Vul zelf maar in wat het verschil is.

U hebt een Belgische moeder en een Libanese vader en zussen in Libanon: u kunt vergelijkingen trekken tussen landen en culturen. Is het schoonheidsideaal even dwingend in Libanon?

El-Dekmak: Ik zou heel graag dezelfde reeks daar maken om te onderzoeken wat hun pijn is. Veel is anders. Mijn zussen in Libanon zijn veel lichamelijker. Vrouwen hebben minder schroom om samen naakt te zijn, om elkaar vast te pakken, verzorging is een gezamenlijk ritueel. Hier zijn we echt veel preutser. Toch leeft het westerse ideaal er heel sterk. Dat uit zich bijvoorbeeld in neuscorrecties. Het is niet ongewoon dat een meisje voor haar zestiende verjaardag een neuscorrectie cadeau krijgt. Zelfs de neus van Julia Roberts wordt op affiches in Beiroet fijner en smaller gemaakt.

Wat ik nog onthoud uit de podcast: mensen die aangeraakt worden, zijn gelukkige mensen.

El-Dekmak: Ja, zo eenvoudig kan het zijn. Knuffel elkaar, je kinderen, pak elkaar vast. Nu met covid-19 ligt dat moeilijk, maar zodra het kan, moeten we het misschien wat vaker doen. En als je het niet van iemand anders krijgt, raak dan jezelf aan. Smeer je in met bodylotion. Voel je lichaam, koester het. Ik doe dat ook. Het is een vorm van zelfzorg. Net zoals ik weet dat ik mij het beste voel als ik tijdens de werkweek de dag kan beginnen met een halfuur yoga. Lichaam en geest zijn nu eenmaal met elkaar verbonden. Als je van je lijf houdt, voel je je beter in je hoofd. En dan komen we tot een andere, pijnlijke vaststelling, dat in deze tijd te weinig aandacht gaat naar dat mentale welzijn.

***

Het zonnetje, zo noemde haar stiefvader haar altijd. Hij overleed aan kanker toen ze zestien was. ‘Hij was een liefhebber van astronomie, verdiepte zich in maanstanden en hemellichamen. Voor elk van ons had hij een bijnaam. Ik was de zon, mijn moeder de ster en mijn zus de maan. Toen mijn zus naar Portugal vertrok, hebben we met z’n drieën een tatoeage laten zetten.’

In de schaduw van de bomen in het Antwerpse Middelheimpark waar we zitten, draait ze haar pols een kwartslag. ‘Mijn zus heeft een maan, mijn moeder een ster en ik een zon.’

Het is een eerbetoon en een herinnering aan hem, de tweede vader die haar inwijdde in kunst en muziek en haar en haar acht jaar jongere zus altijd meenam naar deze beeldentuin aan de rand van de stad. Nog steeds komt ze hier vaak.

‘Dit was ons speelterrein’, vertelt ze. ‘Telkens als we hier kwamen, spoorde mijn stiefvader ons aan een favoriet beeld uit te kiezen. Mijn zus rende altijd naar de witte ijsbeer. Bij mij veranderde het weleens. Afhankelijk van hoe ik me voelde. Nu nog zegt het beeld waar mijn oog op valt iets over de mentale toestand waarin ik me bevind.’

Mijn vader hoopte dat ik zijn donkere huidskleur niet zou erven. Ik wilde dat ik hem kon zeggen dat het niet meer uitmaakt vandaag. Maar dat is niet waar.

Had hij gelijk? Bent u dat zonnetje?

El-Dekmak: Ik ben als een batterij. Ik heb de zon nodig om me op te laden. En ja, ik heb ook die energieke, goedlachse, optimistische kant. Al is het het afgelopen jaar best moeilijk geweest om dat optimisme aan te boren. Het waren en zijn zware maanden voor mij en mijn familie. Op 4 augustus explodeerde een opslagplaats in de haven van Beiroet. Sindsdien is een deel van mijn wereld letterlijk uit elkaar gespat. Mijn positie is radicaal veranderd. Omdat ik hier ben, heb ik het goed. Maar mijn vader, mijn stiefmoeder en zussen leven dagelijks in de miserie. Libanezen zijn het gewend te leven met stroompannes en politieke instabiliteit. Er is ook een gigantisch afvalprobleem. Desondanks was Libanon een fijne plek om te wonen. Die ontploffing heeft alles veranderd.

Maakte uw familie de explosie van dichtbij mee?

El-Dekmak: Mijn vader is op enkele minuten na aan de dood ontsnapt. Hij werkte in de haven. Ik kreeg het bericht als nieuwsflash binnen en heb onmiddellijk geprobeerd hem te bereiken. Dat lukte niet. Niemand wist waar hij was. Het was blinde paniek. De hele stad lag in puin. Het appartementsgebouw waar mijn oom woonde, was verwoest. Uiteindelijk bleek dat mijn vader net die dag vroeger van kantoor was vertrokken. Twee dagen later is hij teruggekeerd. Hij heeft dat gefilmd. Toen ik die beelden zag, ben ik in elkaar gestort. Ik besefte dat ik op een haar na mijn baba kwijt was.

Zij zijn daar. U bent hier. Hoe gaat u daarmee om?

El-Dekmak: Al een jaar loop ik met een bittere nasmaak rond. Ik kan blij zijn, maar ik kan van niets oprecht genieten omdat ik weet dat mijn geliefden in een uitzichtloze situatie zitten. Iedereen wil er weg. Midden in een gezondheidscrisis is er nog nooit zo’n exodus geweest van zorgpersoneel, zelfs niet tijdens de burgeroorlog. De economische crisis is totaal. Banken bevriezen rekeningen, prijzen stijgen per minuut. Voor mijn vader is dat beenhard. Hij is het land ontvlucht voor de burgeroorlog en ziet nu hoe zijn kinderen voor dezelfde keuze staan. Drie dagen na de ontploffing sprak hij een bericht in. Hij was puin aan het ruimen. ‘Ik ben 63’, zei hij. ‘Hier sta ik weer. Tussen het puin.’ Ze proberen me niet ongerust te maken, maar ik hoor het aan hun stem, zie het aan hun ogen. Mijn vader lacht al een jaar niet meer.

Ondertussen is die ontploffing alweer bijna uit ons geheugen gewist.

El-Dekmak: Zo gaat dat. We hebben even het nieuws gehaald en waarschijnlijk krijgen we opnieuw wat aandacht als het een jaar geleden zal zijn. Het heeft me als radiomaker wel gesterkt in mijn overtuiging dat ik een platform moet geven aan stemmen die nog te weinig gehoord worden. Ik heb Iemand gemaakt over Ise, een Somalische vluchteling, en over Corinne, een transgenderpionier. Ik heb erover gedacht minder te werken om uit te zoeken wat ik nog wil doen. Dat gaat niet. Ik ben op dit moment de kostwinner van mijn familie. Er zijn privileges weggevallen en dat heeft me nog harder doen beseffen dat ik een kind van een migrant ben.

Werd u daar vroeger niet of minder mee geconfronteerd?

El-Dekmak: Iedere persoon van kleur heeft zijn ervaringen. Omdat mijn vader buitenlandse roots heeft, draag ik zijn achternaam. Een vriendin heeft een Mexicaanse moeder, maar de achternaam van haar Belgische vader. Dat maakt al een wereld van verschil. Als ik een appartement zoek, vraag ik altijd aan een vriendin met een doorsnee westerse achternaam om dezelfde mails naar dezelfde verhuurders te sturen. Zij krijgt antwoord. Ik veel minder. Op zulke momenten moet ik even gaan wandelen om diep in en uit te ademen.

Uw ouders zijn gescheiden toen u 2,5 was en uw vader keerde terug naar Libanon. Weet u waarom?

El-Dekmak: Zelf liet hij altijd uitschijnen dat het was omdat hij zijn land miste en hier moeilijk kon aarden. Een huwelijk tussen twee mensen met een andere culturele achtergrond is ook niet simpel. Later heb ik ontdekt dat hij ook het racisme niet meer aankon. Ooit bracht hij een nacht in een politiekantoor door omdat ze za’atar (een kruidenmengsel, nvdr) in zijn koffer vonden en dachten dat het drugs waren. De manier waarop hij toen behandeld is, moet vreselijk geweest zijn. Ik weet nog dat ik als kind vaak aan mijn mama vroeg of mijn papa een jongen of een meisje had gewild. Mijn moeder antwoordde daarop dat het voor hem niet uitmaakte. Hij hoopte alleen dat ik zijn donkere huidskleur niet zou erven. Omdat dat lastig is als je hier opgroeit. Ik heb zijn huidskleur geërfd. Ik wilde dat ik hem kon zeggen dat het niet meer uitmaakt vandaag. Maar dat is niet waar.

Heftig. Maar ik wil nog even terug naar Lijf. U sprak enkel met vrouwen. Hebben mannen dan geen last van een normatief schoonheidsideaal?

El-Dekmak: Grappig. Ik denk dat het de meest gestelde vraag is door mannen sinds Lijf te beluisteren is. Elf jaar geleden heb ik aan de universiteit van Utrecht een minor genderwetenschappen gevolgd. Een Amerikaanse gastdocent zei toen al dat de lichaamsontevredenheid bij jongens toeneemt. Gevoed door reality-tv, de fitnesscultuur waar een man pas een man is als hij een sixpack heeft. Het is zeker geen vrouwending. Ik ben dus blij dat mijn baas de podcast beluisterd heeft en dat zijn reactie ook was: ‘En wij, mannen?’ Ik maak graag een tweede reeks over hen. Al hoop ik dat mannen niet alleen luisteren, maar er ook over willen praten.

Layla El-Dekmak

– 1988: geboren in Borgerhout

– Woont in Antwerpen en soms in Beiroet

– Studeerde taal- en letterkunde in Antwerpen

– Werkte heel even voor productiehuis TvBastards, ook al groeide ze op zonder televisie

– Presenteert Dubbelbloed op Radio 1

– Maakte de podcast Lijf over het gewicht van het schoonheidsideaal

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content