De Raad van State de historische achterstand in behandeling van vreemdelingenzaken zo goed als volledig weggewerkt en dit zowel in de Nederlandse als Franstalige taalrol.
De Raad van State heeft sinds de hervorming van de wetgeving eind 2006 de historische achterstand in behandeling van vreemdelingenzaken zo goed als volledig weggewerkt en dit zowel in de Nederlandse als Franstalige taalrol. De overschrijdingstermijn bij de behandeling van zaken is redelijk. Dat blijkt uit het antwoord van minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet (cdH) op een schriftelijke vraag van Theo Francken (N-VA).
De wetswijziging beperkt de rol van de Raad van State tot een cassatiecontrole over beslissingen van de Geschillenraad voor Vreemdelingen. De Raad oordeelt eerst over de ontvankelijkheid van het beroep. Circa 80 procent doorstaat deze filterprocedure niet.
In het gerechtelijk jaar 2011-2012 bleken 80,8 procent van de Franstalige beroepen en 82,31 procent van de Nederlandstalige onontvankelijk. Sinds 2007-2008 is het aantal ingediende Franstalige cassatieverzoeken gedaald van 797 tot 484, het aantal Nederlandstalige 1.195 tot 704.
De wettelijke termijn van 30 dagen voor de filterprocedure wordt in 96,7 procent van de gevallen nageleefd. De overschrijding in de overige gevallen is minimaal. De gemiddelde behandelingsduur bedraagt 18,8 dagen. De behandeling van het verzoek ten gronde in de circa 20 procent overige gevallen neemt gemiddeld 9 maanden in beslag, terwijl de wettelijke voorziene maximumtermijn 6 maanden is. Deze overschrijdingstermijn is volgens Milquet redelijk. (Belga/INM)
