Voor aanvang van de VN-klimaatconferentie in Parijs hebben intussen 183 landen hun nationaal klimaatplan voorgelegd. België stuurt dan wel zes ministers, maar vooralsnog hebben die geen akkoord uit eigen land mee.
Voor aanvang van de VN-klimaatconferentie in Parijs hebben intussen 183 landen hun nationaal klimaatplan voorgelegd. Een fundamentele vooruitgang, zo zei de klimaatverantwoordelijke voor de Verenigde Naties, Christiana Figueres, zaterdag nabij Parijs. “Dit is het eerste element voor een succes”, heette dat bij Frankrijks buitenlandminister Laurent Fabius.
Maar België draagt vooralsnog niet bij aan die fundamentele vooruitgang of dat succes. Ons land stuurt zes ministers naar de top, maar zonder klimaatakkoord in eigen land. Dit weekend onderhandelen de verschillende regering van het land om in allerlaatste instantie toch nog een plan met de verdeling van de klimaatinspanningen tussen de deelstaten en de federale overheid uit de mouw te toveren. Alleszins wees Figueres er zaterdag meteen ook op dat de doelstellingen die de landen naar voren schuiven om de uitstoot van broeikasgassen te begrenzen, nog niet toereikend zijn om de opwarming van de aarde onder de twee graden te houden.
Daarom moet in het toekomstige klimaatakkoord een procedure vastgelegd worden, die de klimaatdoelstellingen in de toekomst stapsgewijs moet opschroeven. VN-klimaattopvrouw Figueres voegde nog toe dat voor de start maandag, er mogelijk nog bijkomende nationale klimaatactieplannen op komst zijn. Maandag start in Le Bourget nabij Parijs de langverwachte klimaattop, ook gekend als de COP21-top. 195 landen hopen er overeenstemming te vinden over bijvoorbeeld concrete doelstellingen over de vermindering van de CO2-uitstoot en dies meer. Eind oktober leek er groen licht te zijn voor het Belgische klimaatakkoord.
Maar het onderhandelingsresultaat van de verschillende ministers van Leefmilieu over de verdeling van de lusten en de lasten van die klimaatinspanning werd vrijwel onmiddellijk afgeschoten.
