Koen Meulenaere

Peter Goossens

Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Peter Goossens is nog nooit zo veel in de media geweest als sinds hij besloten heeft zich er uit terug te trekken.

Het gebeurt zelden dat mensen met een minimum aan beoordelingsvermogen een raad van Herwig Van Hove opvolgen. En nog minder dat het met hen goed afloopt. Maar Peter Goossens zal de spreekwoordelijke en regelbevestigende uitzondering vormen. Goossens is nog nooit zo veel in de media geweest als sinds hij besloten heeft zich er uit terug te trekken. Verslaat in die discipline de onbetwiste nummer één Bart Peeters. Vorige week haalde hij weer meerdere voorpagina’s omdat hij bestolen en gechanteerd is door een secretaresse in zijn eigen zaak. Die dus iets moet weten om hem te chanteren, want dat is een noodzakelijke en bij vele secretaresses ook een voldoende voorwaarde voor de nobele kunst van de chantage.

Goossens is de chef-kok van het Hof van Cleve, een bescheiden maar gezellig eethuisje in het landelijke Kruishoutem van Pol Tant. Hij werd de voorbije jaren vooral bekend vanwege zijn immense onbeschoftheid op televisie. Erger dan Lieven Verstraete. Als jurylid in VTM-krakers als Mijn Restaurant en De beste hobbykok van Vlaanderen schold en sakkerde en vloekte Goossens dat de kerkklokken ervan gingen luiden.

Hij ging tekeer tegen weerloze mensen zoals een galeikapitein het indertijd niet eens tegen zijn zwarte roeiers had durven te doen, of er brak muiterij uit. Op een dag sloeg Goossens bijna letterlijk een van de kandidaten tegen zijn domme oren. Maakte Jan en Alleman met de grond gelijk. Het komt er dan op aan gewoon geduld te oefenen, want ooit komt boontje om zijn loontje. Zeker in het jaar van zijn honderdste verjaardag. God straft altijd, zij het gelukkig voor de meesten van ons meestal met enige vertraging.

Peter Goossens schreef ook boeken, signeerde die op allerlei beurzen ter bevordering van de verkoop, had een wekelijkse pagina culinaire tips in Het Laatste Nieuws, bracht producten op de markt voor Delhaize, zat in televisiepanels en missverkiezingenjury’s, vervulde elke dag vier tot vijf representatieopdrachten, gaf van ’s morgens tot ’s avonds interviews en lezingen, startte een eigen televisiestation, en ging tussendoor, als er wat tijd overbleef, de grote Jan uithangen in zijn eigen keuken om ook daar nog een paar zwoegende lijfeigenen uit te maken voor het vuil van de straat. Samengevat: hij werkte zichzelf regelrecht naar een zware inzinking.

Dat bleek in de loop van januari, toen de grote kok op een zondagochtend betrokken was bij een merkwaardig ongeval op een rotonde in zijn eigen gemeente. Raakte met zijn zware Range Rover een geparkeerde auto, kwam bovenop het grasperk in het midden van het plein terecht, vernielde daar een houten paaltje en een verkeersbord met ‘Opgelet rotonde’, schoof verder naar de overkant van de weg, verbrijzelde de armatuur van een lantaarnpaal, en sloeg met zijn kop tegen zijn stuur zodat het bloed uit zijn neus gutste.

Het Laatste Nieuws, altijd een betrouwbare gids bij dit soort opmerkelijke gebeurtenissen, sprong er meteen bovenop en viste uit dat het parket van Oudenaarde ter plaatse was gestuurd. Het parket! Voor een aanrijding van niemendal. Zo een kluif moeten ze de mannen van Kobbegem niet voorhouden. Lieten niet meer los, zetten er hun beste gerechtsjournalist op. Wat was er aan de hand dat het parket erbij was gehaald? Een paar gestroopte konijnen in de koffer? Een illegaal geschoten reebok? Minderjarige Oost-Europese pleziermeisjes, kwam zijn collega-chantageslachtoffer Steve Stevaert misschien eten? Zat prins Laurent aan het stuur?

Het bleef gissen en tussen de regels maakte een andere verklaring haar opwachting: overmatig alcohol- of drugsgebruik. Zo het al niet letterlijk in de krant stond, dan werd het toch in bedekte termen gesuggereerd, wat veel meer effect ressorteert. Cocaïneverslaving schijnt al even vaak voor te komen bij het personeel van topkeukens als bij fotomodellen, nochtans twee tegenpolen op de schaal van de gewichtsberekening.

Goossens zegde af voor de plechtige toekenning van het ereburgerschap van Kruishoutem, wat niemand zonder een heel ernstige reden doet, en verscheen een paar dagen niet meer in zijn eigen zaak. ‘Crisis in het Hof van Cleve’, wist dezelfde krant, maar bij het parket van Oudenaarde hielden ze de lippen stijf op elkaar. Extra speculaas voor speculatie.

Weken later dook Goossens eindelijk toch weer op in het openbaar. Bij een trainingssessie van Robrecht Wissels, de Belgische deelnemer aan de Bocuse d’Or, het WK voor koks. Zestig kilo vermagerd, de Goossens. Bijna zoveel als Bart De Wever met zijn Catalaanse papjes. Levende antireclame voor zijn eigen spijskaart. De dag nadien moest hij in allerijl naar het ziekenhuis worden afgevoerd. Overwerkt, uitgeput, kapot, iets wat iedereen met gezond verstand al tijden had zien aankomen.

Ook dat kwam in de krant, waarna de chef in plaats van de hulpverleners dankbaar te zijn voor het redden van zijn leven een klacht tegen hen indiende wegens indiscreties. Van uit de ambulance had hij al laten weten dat hij ontslag nam als jurylid van de Bocuse d’Or, dat hij zijn activiteiten drastisch zou inperken en het voortaan kalm aan zou doen. Hij zou zich alleen nog bezig houden met het Hof van Cleve.

Van dat laatste moet een mens gaan zitten. Peter Goossens runt, zo vermoeden wij toch want stilaan besluipt ons enige twijfel, een driesterrenrestaurant. Hij is de baas van een tent die in de top vijftien van de beste restaurants ter wereld staat. Negentien en een half op twintig in de Gault Millau.

Men zou denken: met zo’n job en een zo grote verantwoordelijkheid loopt een mens twintig uur per dag op de toppen van zijn zenuwen. De vier uur slaap die resten, worden dan nog verstoord door de ene nachtmerrie na de andere. De schapenragout is zwartgeblakerd! De room is zuur. Er zwemt een vlieg in de soep. De zestiengranenbroodjes zijn beschimmeld. Uit een met gestoomde champignons volgestouwde Peruviaanse peer kruipt een rups tevoorschijn. De keuken is afgebrand na het flamberen van een met spinazie en forelnieren gevulde pannenkoek. Enfin, badend in het zweet schiet hij met een ijselijke gil overeind in zijn bed, afgepeigerder dan toen hij er vier uur eerder in kroop.

Maar kennelijk is dat dus niet zo. Een topkeuken leiden en de meest exquise gerechten uit pot en pan toveren, blijkt zo gemakkelijk dat het kan worden omschreven als: het wat kalmer aan doen. Wie kan daar nog met zijn rundshersens in witte wijnsaus bij?

Om nu terug te komen op ons vertrekpunt: jarenlang heeft Herwig Van Hove in interviews erop gewezen dat hij Peter Goossens geen slechte kok vindt. En vooraleer Herwig zoiets over zijn lippen krijgt, moeten we al spreken van iemand van wereldniveau. Goed, niet alle bereidingen in het Hof van Cleve gebeuren zoals het zou moeten of kunnen, en als we de marchandise van Goossens aan een chemische test onderwerpen – Herwig is naast cyn- ook chemicus – valt er voorzeker heel wat te verbeteren. Maar we mogen de lat ook niet te hoog leggen: in vergelijking met wat zich vandaag de dag allemaal kok noemt, of meent dat hij er ook iets van afweet zoals de commanditaire loftsocialist van De Morgen, valt Peter Goossens best mee. Beweerde Herwig.

‘Alleen’, voegde hij daaraan toe, ‘zou ik hem liever elke dag in zijn keuken zien dan elke dag op mijn televisie. Dat is zowel voor die keuken als voor mijn televisie beter.’ Daar werd links en rechts wat meesmuilend over gedaan, de woorden ‘jaloezie’ en ‘afgunst’ lagen op het puntje van sommige kwatongen, maar de feiten hebben duidelijk bewezen dat Herwig alweer gelijk had. Jammer genoeg moeten stijfkoppen als Goossens eerst op de spoedafdeling belanden vooraleer ze dat zelf inzien. Maar bon, het is nu zover: hij staat voortaan alleen nog in zijn keuken.

Nauwelijks had hij dat verstandige besluit wereldkundig gemaakt, of hij kreeg het bezoek van Hugo Camps! Kwam een interview afnemen voor DM Magazine met volledige tv-gids van zaterdag tot zaterdag. Dat was zoveel als de ultieme doodsteek door de matador. Hugo is de vastbenoemde portier van het knekelhuis. Is men ingescheept om de Styx over te varen, dan is de eerste kop die op de andere oever uit de mist opdoemt gegarandeerd die van Camps. Wie nog kan, roeit snel terug. Als Hugo aanbelt voor een interview, is het niet met balpen en notitieboekje in de hand, maar met de spade over de schouder.

Peter Goossens begon het gesprek nog hoopvol. ‘Zie je niet dat hier een adonis voor je zit? Ik voel me weer als een jong veulen’, meende de chef-kok een uitweg te hebben gevonden. Dat bleek snel ijdele hoop. Hugo sneed het onderwerp depressie aan, ging over op burn-out, aftakeling, zware ziektes, slaapstoornissen, hysterieaanvallen, maagzweren, scheurbuik, zelfmoord en euthanasie. En goochelde met aan zijn eigen onnavolgbare beeldspraak ontleende begrippen als stuiptrekking van afbrokkelende trots, stille fragmentatie, echo van verval en grauwe treurnis, de bittere galsmaak van droefheid, kraaiengekras op het graf van schijn en wezen, en troosteloosheid als gezel van ongeluk en tegenspoed.

Kortom: de komst van Camps gaf de arme Peter Goossens de genadeslag. En luidde voor zijn etablissement de faillissementsprocedure in. Vorige week draaide door de poort van het Hof van Cleve plots een bekend blauw-wit Koreaans autootje: SOS Piet!

Koen Meulenaere

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content