Vrije Tribune

‘Pensioen met punten laat zware beroepen in de privé mogelijk twee keer langs de kassa passeren’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘De huidige discussie omtrent de erkenning van zware beroepen wordt bemoeilijkt door onduidelijkheid omtrent de inpassing ervan in het puntensysteem voor de berekening van de pensioenen’, schrijft professor Kris Boudt (VUB).

De huidige discussie omtrent de erkenning van zware beroepen wordt bemoeilijkt door onduidelijkheid omtrent de inpassing ervan in het puntensysteem voor de berekening van de pensioenen. In dat systeem bouwt de werknemer elk jaar pensioenpunten op als verhouding tussen haar inkomen en het gemiddeld inkomen van alle werknemers. Op het ogenblik van pensionering wordt het pensioenbedrag berekend als het aantal verworven punten vermenigvuldigd met de waarde van een punt. De toekenning van hogere punten bij een zwaar beroep leidt dus tot een proportioneel hoger pensioen.

In Het Journaal werd hierover onlangs het volgend voorbeeld gegeven: ‘1 jaar = 1 punt; bij 1 zwaarte = 1,05 punten; bij 2 zwaartes = 1,10 punten; bij 3 zwaartes = 1,15 punten.’ Voor een werknemer met een gemiddeld inkomen wordt de pensioenopbouw dus met 15% verhoogd indien deze een (zeer) zwaar beroep heeft omwille van fysieke zwaarte, onveiligheid, onregelmatige uren en psychische belasting.

Pensioen met punten laat zware beroepen in de privé mogelijk twee keer langs de kassa passeren

Het leidt tot verbazing dat de gemeenschap zwaar werk in de private sector tot die hoogte moet subsidiëren. Je zou namelijk denken dat een correcte marktwerking ervoor zorgt dat de uitoefening van een zwaar werk beloond wordt met een hoger salaris en dus meer pensioenpunten. Met andere woorden: het puntensysteem laat zware beroepen in de private sector mogelijks twee keer langs de kassa passeren: een hoger inkomen en een extra bonus in termen van nog hogere punten.

Dit leidt tot mogelijke nefaste bijwerkingen. In een evenwichtssituatie verwacht je dat, door die puntenbonus voor zware beroepen, meer mensen een zwaar beroep willen uitoefenen, waardoor het vereiste salaris voor een zwaar beroep minder hoog zal zijn. Dit komt dus neer op een loonkostsubsidie voor werkgevers van zware beroepen.

Een tweede bijwerking is dat de toekenning van puntenbonus voor zware beroepen een kost impliceert voor de werknemers die niet genieten van deze bonus. Het puntensysteem dient bij de transitie budgetneutraal te zijn en in de toekomst als rem te fungeren op de stijging in de pensioenuitgaven door demografische ontwikkelingen. Dit houdt in dat de toekenning van extra punten voor een zwaar beroep leidt tot een lager pensioen voor zij die geen zwaar beroep hebben.

Deze bijwerking maakt dat het voor iedereen rationeel wordt om voor de eigen situatie de erkenning te vragen als zwaar beroep, terwijl dit collectief uitdraait tot een situatie met veralgemeende inflatie in puntentoekenning en dus een lage puntenwaarde.

Kortom, een zwaar beroep, dus een pensioenpuntenbonus? Neen. De werkgever dient de zwaarte van het beroep te compenseren met een hoger salaris, en zodoende meer pensioenpunten voor de werknemer.

Een zwaar beroep, dus geen compensatie bij de pensioenberekening? Neen. Het huidige systeem welke toelaat om, op basis van het aantal gewerkte jaren en leeftijd, vervroegd (een volledig) pensioen op te nemen bij een zwaar beroep blijft een valabel instrument mits aanpassing van de referentieduur van de zware loopbaan.

Kris Boudt is professor financiën aan de Vrije Universiteit Brussel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content