(Belga) De Senaat heeft donderdag unaniem het licht op het groen gezet voor het wetsvoorstel van Inge Faes (N-VA) voor de oprichting van een DNA-databank Vermiste Personen. Onder meer de Cel Vermiste Personen had tijdens een hoorzitting aangedrongen op het oprichten van dergelijke DNA-databank.
De databank wordt ondergebracht bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) dat vandaag reeds de DNA-gegevensbanken “Criminalistiek” en “Veroordeelden” beheert. Gezien de expertise van het NICC was het volgens Faes logisch dat de nieuwe databank voor vermiste personen aan het instituut toe te vertrouwen. Waar in strafzaken een persoon desnoods onder dwang celmateriaal kan worden afgenomen, zal de DNA-gegevensbank Vermiste Personen op vrijwilligheid functioneren. Op advies van de privacycommissie werd donderdag in commissie nog de definitie van ‘vermiste persoon’ aangepast. De commissie vond dat de periode van drie weken, voordat iemand vermist beschouwd wordt, te ruim was. Daarom is nu gekozen om een vermist persoon te omschrijven als een ‘persoon van wie de vermissing door de procureur des konings als verontrustend wordt beschouwd’. Familieleden van vermiste personen kiezen zelf of DNA-materiaal van een vermiste persoon kan worden verzameld of dat referentiestalen van henzelf kunnen worden afgenomen. Ze kunnen ook steeds de verwijdering van het DNA-materiaal uit de databank vragen. In Nederland bestaat sinds 2006 een DNA-databank voor vermiste personen, waarin momenteel 900 profielen van vermiste personen, hun familieleden en ongeïdentificeerde stoffelijke overschotten opgeslagen zijn. Het wetsvoorstel verhuist nu naar de Kamer. (Belga)