Omstreden komiek Dieudonné: ‘Hoezo, hebben de Joden recht op dat land?
De omstreden Franse cabaretier Dieudonné scheert hoge toppen bij de Franse jeugd sinds zijn voorstelling Le Mur is verboden wegens de antisemitische inhoud. Knack had in 2014 een exclusief gesprek met de man die het Franse establishment met zijn ongemakkelijke populariteit de gordijnen injaagt.
Dit interview verscheen in maart 2014 in Knack.
De Franse cabaretier Dieudonné scheert hoge toppen bij de Franse jeugd sinds zijn voorstelling Le Mur is verboden vanwege de antisemitische inhoud. Een zeldzaam gesprek met de man die het Franse establishment met zijn ongemakkelijke populariteit de gordijnen injaagt. ‘Was ik een blanke humorist geweest, dan had de Franse staat me niet op dezelfde manier behandeld.’
Vijf uur ’s middags, ruim twee uur voor de kassa opengaat, begint zich al een rij wachtenden te vormen aan de ingang van het Zenith de Toulouse, de grote concertzaal van de Zuid-Franse stad. Jonge Fransen verzamelen er in de hoop nog een kaartje te bemachtigen voor Asu Zoa, de nieuwe show van Dieudonné, de omstreden komiek die het volledige Franse establishment tegen zich in het harnas heeft gejaagd.
Dieudonné trekt volle zalen sinds de Raad van State, de hoogste Franse rechtbank, in 2013 zijn voorstelling Le Mur verbood vanwege de antisemitische inhoud. Steen des aanstoots was een uitspraak van Dieudonné over de bekende Frans-Joodse journalist Patrick Cohen. Die laatste had Dieudonné een zieke geest genoemd, waarop Dieudonné in een sketch repliceerde: ‘Als ik hem hoor praten, denk ik, ach, de gaskamers… jammer toch.’ Na het speelverbod paste de komiek zijn show aan en schrapte de bewuste uitlatingen.
De Franse politie is discreet maar duidelijk aanwezig rondom de concertzaal. Een aantal Joodse organisaties en mensenrechtenverenigingen heeft manifestaties gepland tegen het optreden van Dieudonné en de plaatselijke overheid is bang voor opstootjes.
Politiebewaking bij een humoristische voorstelling? Dat moet een primeur zijn, maar dit is dan ook de overtreffende trap in een affaire die Frankrijk al meer dan tien jaar in haar greep heeft.
Dieudonné M’bala M’bala, zoon van een Franse moeder en een Kameroense vader, was lange tijd het troetelkind van links-progressief Frankrijk. Hij trad samen op met zijn Joodse jeugdvriend Elie Semoun, acteerde in Franse kaskrakers, was geregeld te gast in de talrijke talkshows en variétéprogramma’s op de Franse televisie, leende zijn bekendheid voor antiracismecampagnes en was politiek actief in de strijd tegen extreemrechts.
Maar in 2003, met als klaarblijkelijke trigger een mislukte poging om geldschieters te vinden voor een film over de Franse slavenhandel op de Antillen, gooide Dieudonné het plotseling over een andere boeg. In een sketch die hij live op de openbare omroep bracht, maakte hij verkleed als Joodse kolonist – het was de tijd van de as van het kwaad van George W. Bush – de zogenaamde ‘Amerikaans-Zionistische as’ belachelijk. Hij eindigde met een Hitlergroet. Joodse organisaties sleepten hem voor de rechter. Dieudonné werd vrijgesproken, ook in beroep, maar vanaf dat moment ging het van provocatie naar provocatie aan het adres van een stuk van de Joodse gemeenschap.
Dieudonné zong Shoah Nanas , een burleske parodie op het liedje Cho Ka Ka O van Annie Cordy, met daarin de zinsnede: ‘Si tu me prends par la shoah, moi je te prends par l’ananas‘, een uithaal naar de manier waarop volgens hem de publieke opinie wordt gegijzeld met de herinnering van de Shoah, terwijl er over de ananas, symbool voor de kolonisatie en de slavernij, wordt gezwegen.
Hij haalde voorts een Holocaustontkenner op het podium, verscheen met de extreemrechtse politicus Jean-Marie Le Pen aan zijn zijde, ging zijn steun betuigen aan de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad, zei naar aanleiding van de financiële crisis dat de grootste oplichters van de planeet allemaal Joden zijn, en ga zo maar door.
Dit valt niet langer onder de noemer humor, vonden zijn tegenstanders, Dieudonné gebruikt het podium om antisemitische denkbeelden te verspreiden.
In 2009 nam Dieudonné met een antizionistische lijst deel aan de Europese verkiezingen. Het werd een flop. Hij gebruikte voor zijn verkiezingsaffiche wel de intussen beruchte quenelle , volgens sommigen een omgekeerde Hitlergroet, volgens Dieudonné en zijn fans een protestgebaar tegen de gevestigde orde – de Franse variant van up yours zeg maar . Dankzij het internet ging de quenelle de voorbije maanden ‘viraal’. Wereldwijd laten mensen zich fotograferen met het armgebaar, met als bekendste voorbeeld de Franse stervoetballer Nicolas Anelka, of dichter bij huis, de leeuw van Bellewaerde.
Veel veroordeeld, vaker vrijgesproken
In de voorbije tien jaar werd Dieudonné zeven (en nu in 2015 dus opnieuw) keer veroordeeld voor het aanzetten tot raciale haat. Maar, en dat wordt vaak vergeten, hij werd ook een dertigtal keer vrijgesproken. Dieudonné werd ook haast volledig uit de Franse media verbannen, maar over de man en zijn uitspraken is wel intens gedebatteerd. Meestal met grote afkeer.
Maar het koudweg verbieden van zijn voorstelling, op juridisch betwistbare gronden bovendien, zit ook veel Fransen niet helemaal lekker. Te meer daar de censuur averechts uitpakt: Dieudonné was nog nooit zo populair bij de Franse jeugd. En hoewel hij door de meeste Franse politici en intellectuelen wordt uitgespuwd, zijn er ook die zo hun twijfels hebben bij de publieke lynchpartij die de komiek de voorbije maanden te beurt is gevallen.
Door de Franse jeugd, of die nu blank, zwart of Noord-Afrikaan is, wordt de komiek op handen gedragen. De jonge Fransen, waarvan grote groepen zich niet langer door de politieke en maatschappelijke elite vertegenwoordigd voelen, komen per tienduizenden naar de shows van Dieudonné kijken en volgen per miljoenen zijn verrichtingen op het internet. Het is la France d’en bas dat de tong uitsteekt naar la France d’en haut.
Op voet van oorlog
Wij mogen het zwaar beveiligde Zenith binnen via de impresario van Dieudonné. Frankrijks publieke vijand nummer één is netjes op tijd. Hij is kleiner dan je zou denken en draagt gymschoenen en een hoody. Hij oogt ontspannen en praat bedachtzaam, heel anders dan de rasprovocateur die hij op het podium speelt. Interviews geeft hij nog zelden. ‘Ik maak een uitzondering voor jullie, omdat jullie van de buitenlandse pers zijn’, lacht hij.
U bent al jaren het voorwerp van controverse in Frankrijk, maar sinds enkele maanden verkeert u echt op voet van oorlog met de Franse staat.
DIEUDONNÉ: Het is begonnen tijdens de zomeruniversiteit van de Parti Socialiste in september vorig jaar. Minister van Binnenlandse Zaken Manuel Valls (nu premier, red.) heeft zichzelf toen bedacht met de levensbelangrijke missie om de democratie, de Franse nationale eenheid en eigenlijk het hele universum veilig te stellen. Hij moest en zou Dieudonné M’bala M’bala onschadelijk maken, dat verwerpelijke individu met zijn misselijkmakende ideeën die hem aan de Tweede Wereldoorlog doen denken. En dus heeft Valls per rondzendbrief aan de prefecten (de politiehoofden van de departementen, nvdr) gevraagd om mijn voorstelling te verbieden.
‘Valls moest moest en zou mij, dat verwerpelijke individu met zijn misselijkmakende ideeën, onschadelijk maken’
Maar juridisch rammelde die circulaire aan alle kanten. De eerste rechtbank die zich erover moest uitspreken, de rechtbank van Nantes, heeft het verbod van de plaatselijke prefect dan ook opgeschort.
Nog geen twee uur later tekende de Franse staat onder impuls van Valls beroep aan. Mijn advocaat had niet eens fysiek de tijd om tot bij de Raad van State te raken om mijn dossier te verdedigen. Maar alles lag toch al klaar om Le Mur te verbieden. Het was een zuiver politieke uitspraak en de eerste keer dat de hoogste gerechtelijke instantie in Frankrijk een komische voorstelling verbiedt. Het vonnis van de Raad van State kwam tien minuten voor het openen van de deuren. Het publiek wachtte buiten, maar de politie hield me vast in mijn loge. Mijn regisseur Jacky Sigaux mocht uiteindelijk de mensen vragen in alle rust naar huis terug te keren. En dat hebben ze gedaan, de Marseillaise zingend. (lacht)
En dus hebt u besloten een nieuwe voorstelling te maken?
DIEUDONNÉ: Een nieuwe voorstelling met een nieuwe naam en een nieuwe affiche, waar de regering op wettelijk vlak niets tegen kan beginnen. Men heeft wel alles geprobeerd om mij kapot te maken. Ik heb zeven huiszoekingen achter de rug, 45 politieagenten over de vloer gehad, ze hebben de financiële brigade op me afgestuurd en ga zo maar door. Maar de regering zal bij de gemeenteraadsverkiezingen van (23 en 30) maart een hoge prijs betalen voor haar handelswijze. Ik denk ook dat we het einde van 2014 zullen vieren zonder Manuel Valls, wat goed nieuws is voor de Fransen. De kaartjesverkoop voor mijn nieuwe show loopt intussen als een trein. Alle grote concertzalen in Frankrijk zijn volledig uitverkocht.
Deze affaire heeft u dus geen schade berokkend, wel integendeel?
‘Als je de lach uit een samenleving haalt, houd je alleen nog burgers-consumenten over’
DIEUDONNÉ: Dat klopt, maar wat de Franse regering heeft gedaan, is niet normaal. Men geeft de nar de schuld. Alsof ik de ultieme bedreiging voor de Republiek ben. Natuurlijk stoort de komiek, dat is zijn rol. Maar als je de lach uit een samenleving haalt, houd je alleen nog burgers-consumenten over. De lach is het wapen van het volk om de gevestigde orde voor schut te zetten.
Er is een oud Frans kinderliedje over koning Dagobert, en dat gaat als volgt: ‘Le bon roi Dagobert, a mis sa culotte à l’envers.‘ In de moderne versie wordt dat: ‘François ( Hollande, de Franse president, nvdr.) la sens-tu, qui se glisse dans ton cul, la Quenelle!‘ Want dat is de quenelle, een opgestoken middelvinger naar de machthebbers.
U bent meermaals veroordeeld wegens het aanzetten tot raciale haat, en toch blijft u maar doordrammen. Het verbieden van uw voorstelling schrijft u toe aan het feit dat Frankrijk ‘wordt bezet door zionisten,’ waartoe u, naast Joodse organisaties, ook minister Valls en de Raad van State rekent.
DIEUDONNÉ: Misschien overdrijf ik, maar dat mag. In een democratie hoeven we het niet met elkaar eens te zijn. De mensen die mij in deze zaak aanvallen, verdedigen op grond van dezelfde vrijheid van meningsuiting wel het recht van de meisjes van Femen om hun gevoeg te doen in een kerk. Terwijl de aanwezige kerkgangers daar toch niet om gevraagd hebben.
Bij mij kopen mensen een kaartje en vervolgens vindt alles achter gesloten deuren plaats. Ik begrijp dat sommigen geschokt of gekwetst zijn door wat ik zeg, maar wie daar last mee heeft, hoeft niet te komen kijken.
Aanzetten tot raciale haat is strafbaar en heeft toch niets te maken met de vrijheid van meningsuiting?
DIEUDONNÉ: Mijn enige begrenzing is de lach van het publiek. Op het podium kun je niet vals spelen. Het publiek drukt zijn waardering uit door wel of niet te lachen. Mijn rol als humorist bestaat erin de mensen te vermaken. Dat is een helder contract. Sommigen vinden mijn grappen misschien smakeloos, en dat kan best zo zijn.
‘Mijn enige begrenzing is de lach van het publiek’
Maar als Afro-Europese humorist zeg ik: we zijn nog maar net begonnen met lachen. Een deel van de Franse publieke opinie vindt dat er met bepaalde onderwerpen niet mag worden gespot. Daar ben ik het niet mee eens. Niets is nog heilig vandaag de dag, tot spijt van wie het benijdt. Neem nu de relatie tussen het Westen en Afrika. Daar moet ik heel hard om lachen. En westerlingen zullen moeten leren wennen aan de lach die uit Afrika komt. Als ik journalisten dan hoor waarschuwen: ‘ Kijk uit voor Dieudonné, hij is een onversneden racist…
Een racist, en een antisemiet.
DIEUDONNÉ: (schudt het hoofd) Ik ben racist noch antisemiet. Ik ben een antizionist, dat is iets anders. Straks zeggen ze nog dat ik een kannibaal ben die kinderen opeet. Waarover heeft men het in hemelsnaam? Een soort nieuwerwets, Afrikaans antisemitisme? Waarin zou dat zijn geworteld? Wat is het verband tussen mij en het Derde Rijk?
De westerse samenleving heeft om haar angsten te bezweren allerlei hersenschimmen in het leven geroepen. Zodra iemand angst inboezemt, roept men ‘Nazi! Antisemiet!’. Ho maar. Was ik een blanke humorist geweest, dan had de Franse staat me misschien niet op dezelfde manier behandeld.
Waarom zegt u dat?
DIEUDONNÉ: Ten tijde van Shoah Nanas zei de procureur me: ‘Uw probleem in vergelijking met humoristen als Coluche en Pierre Desproches (bekend om zijn macabere humor en grappen als ‘Ik kan me niet van het idee ontdoen dat een groot aantal Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog een ronduit vijandige houding tegenover het naziregime had,’ nvdr. ) is dat u een gebrek aan afstandelijkheid hebt.’ Bent u misschien een expert op het gebied van humor, vroeg ik hem. Waarop de procureur antwoordde : ‘Het probleem is dat we de indruk hebben dat u meent wat u zegt.’
Dan vraag ik me toch af of het niet gewoon mijn negertronie is die angst inboezemt en die maakt dat men alles wat ik zeg op het podium letterlijk neemt. Daarbij komt nog dat niemand erover struikelt wanneer ik de draak steek met Afrikanen of Pygmeeën.
Maar wat is er nu grappig aan de Holocaust belachelijk maken?
DIEUDONNÉ: Ik spot eigenlijk niet vaak en ook niet zozeer mét de Holocaust, wel met het politieke gebruik dat van de Holocaust wordt gemaakt. In Frankrijk is op gezag van de staat en de Joodse gemeenschap een hiërarchie van het lijden ingesteld. De Holocaust is uitgeroepen tot het grootste lijden van het heelal. Natuurlijk heeft de Holocaust groot leed veroorzaakt, maar dat lijden heeft helaas niets buitengewoons in vergelijking met ander menselijk lijden in de geschiedenis.
Was ik de seriemoordenaar van de mensheid dan zou ik koudweg zeggen: ‘Il y a eu des pépins (ongemakken, tegenvallers, red).‘ We hebben tegenvallers gekend, nogal wat zelfs. Tegenvallers zoals de slavenhandel, de slachting van de indianen, de genocide in Rwanda, de oorlog in Algerije, en dus ook de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust.
Wie aandacht vraagt voor het leed dat zwarten, Arabieren of de kleine blanke man is aangedaan, is een antisemiet
Maar Joodse organisaties in Frankrijk organiseren een concurrentieslag van het menselijk lijden. Wie ter discussie stelt dat de Holocaust boven elk ander lijden in de geschiedenis is verheven, of wie aandacht vraagt voor het leed dat zwarten, Arabieren of de kleine blanke man is aangedaan, is een antisemiet.
Daarom zijn die Joodse organisaties, die heus niet alle Joden vertegenwoordigen, in mijn ogen extreem gevaarlijk. Ze organiseren verdeeldheid, met hun nadruk op het absolute en eeuwige leed dat de Joden in de Tweede Wereldoorlog is aangedaan. Maar waar ik als Afrikaan uiteraard niet van onder de indruk ben. Ik zou zeggen, helaas, welkom in de club. Denk ook aan hoe de Belgen in Congo hebben huisgehouden. In Kameroen werden in de jaren 1960 hele Bamileke-dorpen door het Franse leger met napalm gebombardeerd.
En het ene staat wel en het andere niet in de officiële geschiedenisboeken?
Ik vind het zionisme een smerige aangelegenheid
DIEUDONNÉ: Maar dat hoeft ook weer niet per se, want ik vind het schandelijk om menselijk leed politiek uit te buiten, hetzij om zaken te doen, of hetzij, zoals in het geval van Israël, om een staat op te richten. Ik vind het zionisme een smerige aangelegenheid. Hoezo, hebben de Joden recht op dat land? Natuurlijk, iedereen heeft recht op een plek om te leven. Maar een niet-Joodse man die daar geboren is, heeft toch ook recht op dat land, of niet? En dan een muur van acht meter hoog om je heen bouwen. Daaraan zie je dat Israël geen leefbaar project is.
Maar moet u om die stelling kracht bij te zetten zo nodig een notoir Holocaustontkenner als Robert Faurisson, die het bestaan van de gaskamers ontkent, op het podium halen?
DIEUDONNÉ: Daar ging het mij niet om. Ik heb Robert Faurisson in 2008 op het podium van de Zenith in Parijs de prijs overhandigd van de persoon waarmee men zich in Frankrijk het minst in het openbaar kan vertonen. Lachen met wat verboden is, aftasten waar de taboes in de samenleving zitten, is logisch voor een komiek. Het was een artistieke performance wat mij betreft.
U hebt Faurisson niet alleen een prijs overhandigd, u hebt naderhand ook komische sketches met de man gemaakt.
DIEUDONNÉ: Met Robert heb ik inderdaad heel grappige dingen gedaan. Hij is iemand die ik respecteer. Heeft zijn hele leven in totale oppositie met het systeem geleefd, maar toen ik hem heb gevraagd om zijn volstrekte tegenpool te spelen, heeft hij dat gedaan, wat toch van een zekere openheid van geest getuigt.
U wordt door een stuk van de Franse jeugd op handen gedragen. Sommigen van uw fans voeren quenelles uit bij synagogen of Holocaustmonumenten. Wat vindt u daarvan?
DIEUDONNÉ: Ik ben over het algemeen solidair met de mensen die een quenelle uitvoeren. Ik ben geen rechter, ik vel geen oordeel. Maar als sommigen zich gekwetst of beledigd voelen, moeten ze zich richten tot de makers van deze quenelles. Ik heb nooit opgeroepen tot quenelles nabij religieuze plaatsen of herdenkingsmonumenten. Maar ik denk dat het beter is om eerst te luisteren naar die jongeren, naar de redenen waarom ze dit doen, liever dan ze meteen te veroordelen.
De Franse media hebben het vaak over uw extreemrechtse entourage.
DIEUDONNÉ: Men doet het voorkomen alsof ik onder de rechtstreekse politieke invloed van bepaalde figuren sta. Alsof een zwarte niet in staat is om voor zichzelf te denken.
Maar in uw entourage zitten ook Joodse mensen zoals uw jeugdvriend, Elie Semoun, uw producente Christelle Camus en uw regisseur Jacky Sigaux met wie u al achttien jaar werkt. Voor Frankrijks meest beruchte antisemiet hebt u dan toch nogal wat Joden rondom zich, niet?
DIEUDONNÉ: U bent er nog een aantal vergeten. Wat kan ik daarop zeggen? Het is met dat antisemitisme zoals met extreemrechts. Door mij als extreemrechts te bestempelen, probeert men mij monddood te maken.
Maar ik ben een migrantenzoon. Het zal me benieuwen hoe men mijn persoonlijke geschiedenis wil verzoenen met de standpunten van extreemrechts op het gebied van immigratie.
Het rookgordijn van antiracisme waarachter links zich altijd verschuilt is door en door hypocriet
Ik heb wel gemerkt dat niet iedereen binnen extreemrechts migranten haat. En de anderen zijn bovendien geen haar beter. Ik ben zelf ook jarenlang beduveld en misleid door het antiracistische discours van de linkerzijde. Op een gegeven moment was ik er zelfs een vertegenwoordiger van. Het rookgordijn van antiracisme waarachter links zich altijd verschuilt is door en door hypocriet. Het buitenlands beleid van Frankrijk is altijd racistisch geweest, ongeacht wie er aan de macht was. De nakomelingen van de slavenhandelaars hebben op Martinique nog steeds 90 procent van de gronden in handen. Maar die lieden zijn uiteraard niet extreemrechts of racistisch. De enige die over die situatie iets heeft gezegd, is Jean-Marie Le Pen. Dat is een van de redenen waarom ik sympathie voor hem heb opgevat.
U bent een verzamelpunt geworden van het diepe ongenoegen van heel wat Franse jongeren. Denkt u er soms aan om zelf opnieuw in de politiek te gaan?
DIEUDONNÉ: Het Grondwettelijk Hof heeft mij voor drie jaar onverkiesbaar verklaard dus op dit moment is dat geen optie. Ik zou het sowieso heel moeilijk vinden om vandaag een politiek project te formuleren. Alles beweegt razendsnel, het politieke systeem is zichzelf volledig in de vernieling aan het rijden. De maatschappij is aan het veranderen. De politiek heeft elke legitimiteit verloren. Onze minister van Binnenlandse Zaken is nu verwikkeld in een krachtmeting met een clown en wringt daarbij zijn eigen carrière de nek om.
Ik geloof ook dat de revolutie er niet zozeer zal komen via verkiezingen maar via het internet, waar grote groepen mensen van goede wil zich verzamelen rond bepaalde thema’s. Als ik daarin een rol moet spelen, als dat mijn bestemming is, zal ik dat doen, maar ik ben beter als humorist en dat is ook het liefste wat ik doe.
Critici zeggen dat u dit allemaal louter en alleen voor het geld doet. Uw provocaties doen de kassa rinkelen. De Franse overheid verdenkt u ook van faillissementsfraude, witwassen en misbruik van sociale voorzieningen.
DIEUDONNÉ: In mijn geschil met de fiscus is het laatste woord nog niet gevallen. En ik heb geen lessen te krijgen van multimiljonairs zoals Bernard-Henri Lévy die in Parijs een appartement van 200 vierkante meter betrekken en mij verwijten dat ik een scooter van 1.800 euro en een Mercedes van 18.000 euro bezit. Maar het klopt dat ik minister Valls uitdrukkelijk moet bedanken. Hij heeft mijn omzet spectaculair doen stijgen en van mij een man gemaakt die goed in de slappe was zit.
Het internet is uw levensverzekering geworden, niet?
DIEUDONNÉ: Zonder het internet had ik niet kunnen blijven werken. Dankzij het internet kan ik tickets verkopen, videoboodschappen posten, met mijn publiek communiceren en grote zalen doen vollopen zonder enige publiciteit op radio of televisie. Asu Zoa wordt de meest succesvolle humoristische voorstelling van het jaar.
Volgens minister van Binnenlandse Zaken Valls doet u anders niemand meer lachen.
DIEUDONNÉ: Kom het met jullie eigen ogen bekijken, zou ik zeggen. Wie zoiets beweert, is totaal van de realiteit losgezongen.
***
Het is kalm gebleven in Toulouse. De tegenbetogers brachten slechts 400 mensen op de been en incidenten zijn er niet geweest, tot grote opluchting van Dieudonné en zijn entourage. De show zelf was een anderhalf uur durend feest van de lach.
Zesduizend overwegend twintigers en dertigers, mannen en vrouwen, autochtonen en allochtonen, maken collectief het quenelle-gebaar en genieten met volle teugen van grappen over Senegalese soldaten die voor het Franse leger dienden als kanonnenvlees tijdens de twee wereldoorlogen en van een sketch over een homofobe, corrupte Afrikaanse ambtenaar die een Frans homokoppel te woord staat dat een kind wil adopteren.
Het gaat er in en rondom de zaal netjes en beschaafd toe. Als deze jongeren de voorhoede vormen van een nieuw antisemitisme in Frankrijk, hoeven de autoriteiten zich misschien toch niet al te grote zorgen te maken. Maar dat deze mensen het helemaal hebben gehad met hun politieke vertegenwoordiging, mag blijken uit de manier waarop ze de naam van hun president François Hollande uitspuwen in een aan hem opgedragen spotlied.
Na de voorstelling keert het publiek rustig huiswaarts. In een mum van tijd ligt het Zenith van Toulouse er doods en verlaten bij. Alleen twee tienermeisjes staan nog urenlang bij de uitgang de februarikou te verbijten om nog een laatste glimp van hun idool op te vangen.
Door Olivier Mukuna en Han Renard
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier