‘Niet alleen zorgen voor mama: wat armoede met onze gezondheid kan doen’

‘De getuigenissen in het programma ‘Zorgen voor mama’ ontkrachten elk op hun manier een misvatting over de impact van armoede op gezondheid’, schrijft Leen Van Brussel.

In ‘Zorgen voor mama’ krijgen we inkijk in het leven van enkele mama’s die in armoede leven. Hun verhalen leren ons veel over de impact van armoede op een mensenleven, op allerlei vlak. In de zijlijn van het programma zien we ook hoe armoede en gezondheid onlosmakelijk met elkaar vervlochten zijn. De stelling ‘arm maakt ziek, ziek maakt arm’ wordt andermaal aangetoond. De getuigenissen van de moeders gaan rechtstreeks terug naar de spijker waar we als sector preventieve gezondheidszorg op willen blijven slaan. Namelijk: gezondheid is niet enkel een kwestie van individuele verantwoordelijkheid, maar is een gedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid die vraagt om structurele maatregelen die gezond leven voor iederéén mogelijk maken. Alleen zo kunnen we vermijden dat gezond leven een luxeproduct wordt waar enkel zij die sociaaleconomisch gebakken zitten, van kunnen genieten.

Niet alleen zorgen voor mama: wat armoede met onze gezondheid kan doen.

We volgen in ‘Zorgen voor mama’ onder andere Marleen en Ellen. Er zijn veel gelijkenissen tussen beide verhalen. Beide vrouwen willen niks liever dan hun kinderen een kansrijk leven bieden. Evenveel kansen als andere kinderen om plezier te maken, een hobby uit te oefenen, hulp te krijgen bij het huiswerk. Ook als het gaat over het verband tussen armoede en gezondheid, zijn beide verhalen parallel.

We zien dat de financiële en sociale middelen waarover Ellen en Marleen beschikken in sterke mate een gezonde leefstijl bemoeilijken. Stel maar eens een gezonde maaltijd voor je kinderen samen wanneer je over een weekbudget van 60 euro of een netto-gezinsinkomen van 1300 euro beschikt. Spreek maar eens af met een vriendin als je 24 op 24 de zorg voor je kinderen draagt. Laat die sigaret maar eens als dat voor jou één van de weinige manieren lijkt om te ontstressen of even tot jezelf te komen. Of begin maar eens aan de avondopleiding voor je droomjob in de zorg zonder eigen laptop of geld om opvang voor je kinderen te betalen wanneer je lessen moet volgen.

De omstandigheden waarin Ellen en Marleen leven maken niet enkel gezond gedrag moeilijker, maar bedreigen ook rechtstreeks hun gezondheid. Zo woont Marleen met haar gezin in een sociale woning waar het behang door vochtproblemen van de muren bladdert. We weten al langer dat blootstelling aan vocht en schimmel schadelijk is voor de gezondheid en onder andere ademhalingsproblemen kan veroorzaken.

De verhalen van Marleen en Ellen bewijzen dat een nog al te courante opvatting niet klopt. Namelijk dat onze gezondheid grotendeels een eigen verantwoordelijkheid is. Want het zijn net de omstandigheden waarin mensen opgroeien, leven, en werken die een niet te onderschatten invloed hebben op de gezondheid. Uiteraard is het voor niemand écht makkelijk om gezond gedrag te stellen. Ook mensen die het sociaaleconomisch beter getroffen hebben, worden bijvoorbeeld verleid om ongezond te eten. Door de inrichting van de supermarkt en door reclame voor ongezonde voeding bijvoorbeeld. Maar voor mensen in armoede is het nog moeilijker. Zo beschikken ze over onvoldoende budget en materiaal om gezonde maaltijden te bereiden, oefenen ze een job uit met onregelmatige shifts, wonen ze in een buurt met veel luchtverontreiniging, hebben ze geen sociaal netwerk dat hen ondersteunt als het minder goed gaat, bezitten ze geen eigen tuin om in te bewegen en te ontspannen, en ga zo maar door.

Hoewel de verhalen van zowel Ellen als Marleen aantonen dat gezondheid niet enkel een kwestie van individuele keuze en verantwoordelijkheid is, kan Ellen bij het publiek schijnbaar op meer begrip rekenen dan Marleen. Ellen geeft blijkbaar gestalte aan het belang dat we als maatschappij hechten aan ‘je eigen boontjes willen doppen’ en ‘fier, sterk en veerkrachtig’ zijn. Maar hoe sterk en authentiek Ellens visie ook is – “moet niet iedereen uiteindelijk z’n eigen shit opkuisen” -, naast een reactie van bewondering zou het verhaal van Ellen ons, en beleidsmakers in het bijzonder, vooral moeten wakker schudden. Omdat het de nood toont aan structurele maatregelen die armoede aanpakken en mensen in armoede ondersteunen, onder andere op vlak van gezondheid. Want het is simpelweg onrechtvaardig dat het ene kind minder kansen heeft op een gezonde brooddoos dan een ander kind.

Dan is er het verhaal van Marleen en haar partner Sven. Dat ontkracht even sterk en authentiek een àndere misvatting over de relatie tussen gezondheid en armoede. Die misvatting luidt: gezond leven is simpelweg onmogelijk wanneer de levensomstandigheden niet meezitten. Daarom zou het geen zin hebben én haast de facto stigmatiserend zijn om mensen in armoede toch te ondersteunen om gezonde keuzes te maken. Maar dit is te kort door de bocht. Want ondanks de vele belemmerende omgevingsfactoren beschikken mensen toch over een zekere handelingsruimte om beslissingen te maken. Met de juiste ondersteuning kunnen dat beslissingen zijn die de gezondheid in grote mate ten goede komen. Net zoals straathoekwerker Joost Sven ondersteunt in zijn weg naar een job, kan een huisarts of andere gezondheidswerker hem – en zovelen met hem – ondersteunen om kleine stapjes naar een gezondere leefstijl te zetten.

Ellen en Marleen: twee authentieke verhalen. Geen van deze twee vrouwen verdient meer bewondering dan de andere. Over geen van hen mogen we een oordeel vellen. Maar het zijn wél twee verhalen die elk op hun manier een misvatting over de impact van armoede op gezondheid ontkrachten. Eén: neen, je moet het niet allemaal alleen (willen) doen. Als samenleving moeten we structureel inzetten op, onder meer, een toegankelijk voedselaanbod voor iedereen, laagdrempelige rookstophulp, kwaliteitsvolle en gezonde woningen, een gezonde publieke ruimte die gezond gedrag en verrijkende contacten stimuleert. En twee: neen, we mogen niet stoppen met mensen in armoede te ondersteunen bij het opnemen van een gezondere leefstijl. Niet alleen zijn ze zelf in staat om stappen vooruit te zetten, ondanks de moeilijke omstandigheden waarin ze leven, ze hebben er ook recht op. Net als iedereen.

Dr. Leen Van Brussel, stafmedewerker gedragsinzichten en gezondheidsongelijkheid bij het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content