Niemand hoeft het te begrijpen (***1/2)

Tussen de enigszins voorspelbare “glamour & glitter” van het fotofestival van Knokke is de expo “Paul Nougé en het Belgische surrealisme – niemand hoeft het te begrijpen” een zonderling pareltje.

Tussen de enigszins voorspelbare “glamour & glitter” van het fotofestival van Knokke is de expo “Paul Nougé en het Belgische surrealisme – niemand hoeft het te begrijpen” een zonderling pareltje.

Curator Eric Min illustreert in de White-Out Studio met foto’s, pamfletten en bibliofiele juweeltjes de tijdsgeest van het Belgisch surrealisme dat zich vooral in Brussel afspeelde rond de spilfiguur René Magritte. Dat surrealisme was libertair, gauchistisch en vooral anti-burgerlijk en de intelligente Paul Nougé fungeerde er zowat als dé huisideoloog.

Deze rumoerige tijd wordt in de studio in Knokke mooi geïllustreerd met naast het oeuvre van Paul Nougé knap werk van o.a. Raoul Ubac, Leo Dohmen, E.L.T Mesens en Julien Coulommier.

Het is een intieme én leerrijke expo die aangeeft hoe kunstenaars toen koketteerden met het kunstmilieu maar tegelijk als vrijbuiters het kleinburgerlijke systeem verfoeiden.

Eric Min schrijft het mooi uit als hij beweert dat “Nougé foto’s maakte als voetnoten, lachspiegels en weerhaken”. Paul Nougé was een klinisch-bioloog en deed ook research ter verbetering van drukinkten; hij was een man die zowel criticus was als “producent” van gedichten en lezingen over (bijvoorbeeld) muziek. Paul Nougé was de “spitsbroeder” van de beroemde René Magritte maar wist tegelijk een lans te breken voor de anonimiteit van de cultuurproducent. Een statement dat hem wellicht werd ingegeven door zijn actief militeren in de communistische partij. “In Nougé’s dagboeken en gedichten struikelen we over de zinnen en woorden tussen (haakjes): zijn hang naar discretie was zelfs een grafisch procédé geworden”.

Het sluitstuk op de expo in Knokke is de sublieme reeks “Subversion des Images” (1929-30) van Paul Nougé, een reeks die eerst in 1968 (postuum) aan een breder publiek werd ontsloten. De foto’s behoren tot de meest tot de verbeelding sprekende en invloedrijke surreële foto’s (ooit) die zelfs later blijven naklinken in het oeuvre van iemand zoals Jan Vercruysse.

Het zijn eenvoudige in elkaar gezette scénes waar telkens “een stukje lijkt weggeknabbeld” van de werkelijkheid. De personages zitten vastgekluisterd in verstilde en versteende situaties , opgescheept met omstandigheden die buiten hun medeplichtigheid gebeuren. Eén voor één zijn het “tableaux” die recht uit de wereld van Magritte zijn ontsprongen…

Alle in scène gezette foto’s zijn gesloten “werelden” en verwijzen naar de onmacht van de mens controle te houden op het leven. Het is alsof Paul Nougé met deze reeks wou “tonen” dat het leven een droom is dat als een trein voorbijrijdt zonder dat een mens de gang van zaken kan beheersen. Geniet van deze sublieme reeks foto’s die de vergelijking doorstaan als “schetsen” voor de beroemde schilderijen van René Magritte die schitteren tegen de beste museummuren ter wereld.

Eén van de mooiste foto’s uit die reeks “La Jongleuse” – die niet toevallig werd opgenomen in de bijbehorende publicatie van de tentoonstelling – toont een vrouw liggend met het hoofd op een tafel. De afwezige vrouw spreidt haar armen en daartussen liggen bollen op het witte tafellaken … van klein naar groot in een boog. In de vitrines zijn gevuld met documenten en foto’s zoals merkwaardige opnames van Marcel Broodthaers die gekleed als een bouwvakker het excuus en foef wist te verzinnen om op de werf van Expo ’58 foto’s te nemen…

Het zijn prachtige documenten van Julien Coulommier die met ander werk in Knokke bewijst dat hij een monument blijft van de zogeheten subjectieve fotografie. Coulommier maakt fotografie die qua onderwerp vertrekt vanuit de registratie van de werkelijkheid maar die werkelijkheid op een “manier” in de lens neemt dat ze vervreemdt van de eenduidige, zichtbare en herkenbare werkelijkheid. Een foto die hier écht blijft “plakken” is het groepsportret “De groet aan de vlag” waar “de vijf” met name Paul Colinet, Louis Scutenaire (de “Scut”), Paul en René Magritte en Paul Nougé aan de kust “een soort militaire groet brengen”. Eric Min spreekt van een “anarchistische geloofsbelijdenis naar het vers van Camille Goemans” die wij U niet willen onthouden.

“Wij zijn van geen land, van geen natie
Wij zijn slechts met enkelen
Hen die u met ons ziet zijn niet met ons”.


Een mens kan uren ronddolen op de kleine expo in de White-Out Studio in Knokke, grasduinen in een verleden toen kunstenaars zichzelf nog echt in de rand en de marge als “heroes” beschouwden.

De publicatie op beperkte oplage kost 10 euro en staat bol van weetjes over de surrealisten.



Luk Lambrecht

“Paul Nougé en het Belgische surrealisme – niemand hoeft het te begrijpen” nog tot 13 juni in White-Out Studio in Knokke. Www.whiteoutstudio.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content