Liesbet Dhaene (N-VA)

‘Nederlandstalige zorg in Brussel laat je niet over aan de goodwill van Franstaligen’

Liesbet Dhaene (N-VA) Brussels parlementslid voor N-VA

Brussels parlementslid Liesbet Dhaene (N-VA) vraagt aandacht voor de gevolgen van de nieuwe regeling rond de wachtdiensten voor de huisartsen in Brussel. Ze vreest dat er in de toekomst geen garantie zal zijn dat patiënten in het Nederlands geholpen zullen kunnen worden.

Het nieuws dat enkele Vlaams-Brusselse huisartsen en patiënten een kortgedingprocedure hebben ingeleid om de opstart van de Brusselse “tweetalige” wachtdienst te verhinderen, kwam niet onverwacht. Toch is het schrijnend dat het zover is moeten komen. De strijd van deze huisartsen is lovenswaardig, maar had niet geleverd moeten worden. Het is de taak van de bevoegde politici om het Nederlandstalig karakter van de wachtdienst in Brussel te waarborgen nemen, het zou niet de taak moeten zijn van individuele huisartsen en patiënten.

‘Nederlandstalige zorg in Brussel laat je niet over aan de goodwill van Franstaligen’

De aanleiding tot deze “opstand van de Vlaams-Brusselse huisartsen” is inmiddels gekend. De Vlaamse Brusselse Huisartsenkring (BHAK) schuift de organisatie van de Nederlandstalige wacht in Brussel volledig en zonder controle door naar een Brusselse vereniging, de Garde Bruxelloise/Brusselse Wachtdienst (GBBW). Ook een groot deel van haar subsidies zullen worden doorgesluisd naar deze vereniging. Binnen de GBBW zijn de vertegenwoordigers van de Franstalige Brusselse huisartsenkring en de dertien (!) Franstalige huisartsenverenigingen ruim in de meerderheid ten aanzien van een Vlaamse minderheid.

Er wordt wel geschermd met een zogenaamd “vetorecht” voor de Nederlandstaligen maar in de praktijk hangt het Nederlandstalig karakter van de wacht volledig af van de goodwill van de Franstalige huisartsen. Dat die goodwill in de voorafgaandelijke onderhandelingen al manifest afwezig was, belooft weinig goeds voor de toekomst.

Mini-staatshervorming

Ook institutioneel doet dit project de wenkbrauwen fronsen. Daar waar de Vlaamse BHAK onder toezicht van Vlaanderen staat, valt de Brusselse GBBW onder de bevoegdheid van de Brusselse Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. De BHAK haalt dus zonder blikken of blozen elke bevoegdheid (en dus controle) op de organisatie van de Nederlandstalige wacht in Brussel uit Vlaamse handen om ze in Brusselse handen te leggen. Een Vlaams-Brusselse huisartsenkring die zelf ongestoord een mini-staatshervorming organiseert, dat kan tellen.

‘In Brussel staan enkel de Vlaamse organisaties en instellingen borg voor Nederlandstalige zorgverlening.’

Nochtans, bittere ervaring leert dat in Brussel enkel de Vlaamse organisaties en instellingen borg staan voor Nederlandstalige zorgverlening. Nederlandstalige zorg kan je niet overlaten aan de welwillendheid van Franstaligen. De situatie in de Brusselse zorginstellingen is ronduit pijnlijk. En dat heeft wel degelijk ernstige gevolgen voor de Nederlandstalige patiënten.

Tweetalig of niet, vertaal maar eens termen als “een blaasontsteking” of een “kaakbeen” en begrijp maar eens jargon als “néphrite” of “contusion”, zeker als je ziek en kwetsbaar bent.

Toch is de onwil van de opeenvolgende Brusselse bevoegde politici om aan het gebrek aan Nederlands te verhelpen legendarisch, en de huidige ministers, Pascal Smet (SP.A) en Céline Frémault (CDH), vormen hier geen uitzondering op. Een mooi voorbeeld van instellingen die onder het beleid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie vallen, zijn de IRIS-ziekenhuizen, berucht voor hun gebrek aan Nederlandstalige zorgverlening,

In het licht hiervan blijft het passief blijven van de Vlaamse politieke verantwoordelijken opmerkelijk. De Vlaams-Brusselse politici Guy Vanhengel (Open Vld) en Bianca Debaets (CD&V) verdedigen openlijk het project en snoeren kritische stemmen streng de mond.

Verbrusseling of ontnederlandsing?

Dit is niet verwonderlijk: pleiten voor “verbrusseling” is typisch voor de Brusselse meerderheidspartijen Open Vld en SP.A, ook al betekent die “verbrusseling” zonder uitzondering “ontnederlandsing”. En de Brusselse CD&V van Bianca Debaets zit nu eenmaal mee in die Brusselse meerderheid. Toeval of niet, het zijn hun collega’s Maggie De Block (Open Vld) en Jo Vandeurzen (CD&V) die bevoegd zijn op federaal en op Vlaams niveau. En daar waar De Block toegeeft dat het project problematisch is, maar de verantwoordelijkheid volledig afschuift op BHAK, ziet Minister Vandeurzen geen graten in het project en is hij niet bereid om bijkomende taal- of andere garanties op te leggen.

Als dit project doorgaat, zal er weer een stukje minder Nederlands in Brussel zijn. Toch treden de bevoegde ministers niet op. We kunnen maar onze hoop stellen op twee Vlaams-Brusselse huisartsen en twee Vlaams-Brusselse patiënten die koppig blijven strijden voor het algemeen belang en voor het Nederlands in onze stad.

Hopelijk krijgen ze wél gehoor bij de rechter.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content