Mohamed El Bachiri over zijn nieuwe leven na de aanslagen: ‘Ik heb het echt niet alleen over de liefde’

Metrostation Maalbeek. © BelgaImage
Ann Peuteman & Han Renard Redactrices Knack

Op 22 maart 2016 verloor Mohamed El Bachiri zijn vrouw Loubna bij de aanslagen in het Brusselse metrostation Maalbeek. Toch draagt hij in zijn boek Een jihad van liefde een opvallend positieve boodschap uit. Voor Knack blikt hij terug.

Vlaanderen heeft mij in de armen gesloten en dat raakt me diep. Nooit had ik gedacht dat Een jihad van liefde zo goed zou verkopen. Blijkbaar biedt mijn boodschap veel mensen troost. Of ze nu moslim, jood, christen, boeddhist, atheïst of agnosticus zijn. Ongelooflijk dat ik zo veel barrières heb kunnen doorbreken.

Ja, mijn gedicht heet Allahu Akbar. Ik wil islamitische uitdrukkingen die door haatzaaiers zijn opgeëist hun ware betekenis teruggeven

Nochtans is het nooit mijn bedoeling geweest om op het voorplan te treden. De kiemen voor mijn boek zijn net gelegd doordat ik meteen na de aanslagen de behoefte voelde om me in mezelf terug te trekken. ’s Avonds laat, als de kinderen in bed lagen, begon ik gedichten, ideeën en herinneringen neer te schrijven. Recht uit mijn hart. Dat was mijn manier om met mijn melancholie en verdriet om te gaan. In het begin had ik ook niet de kracht om onder de mensen te komen. Vandaar dat ik niet meestapte in de eerste mars die voor de slachtoffers van de aanslagen werd georganiseerd. Wel schreef ik voor die gelegenheid een tekst, die toen door een collega van Loubna werd voorgelezen. Het was niet alleen een hommage aan mijn vrouw, maar ook een pleidooi voor eenheid. Een paar maanden later, tijdens de ramadan, vroegen ze me om te spreken tijdens een interreligieuze samenkomst in Molenbeek. Dat kon ik gewoon niet weigeren. Het is daar dat ik voor het eerst echt heb uitgelegd hoe belangrijk het is om elkaar over religieuze grenzen heen te ontmoeten.

Het beste antwoord op terreur is niet verdeeldheid, maar eenheid. Dat is mijn diepste overtuiging. Mijn boodschap werd zo positief onthaald dat ik de volgende week al werd gevraagd om in een andere kerk te gaan spreken. Toen las ik mijn gedicht Allahu Akbar voor. Natuurlijk besefte ik welke associaties die titel bij veel mensen zou oproepen, maar ik vind het ontzettend belangrijk om islamitische termen en uitdrukkingen die door haatzaaiers zijn opgeëist hun ware betekenis terug te geven. Uiteindelijk betekent ‘Allahu Akbar’ niets meer of minder dan ‘God is groot’. Hetzelfde met ‘jihad’, wat in het klassieke Arabisch ‘inspanning’ betekent: de inspanning tegen jezelf, tegen je driften en hartstochten. Een echte jihadist is iemand die in elke situatie zijn woede kan bedwingen. Hij doet ook wat hij kan om anderen te ontmoeten, zelfs als zij daar niet voor openstaan.

De woorden vinden

Mijn boodschap is voor alle mensen bedoeld, maar ik hoop zeker ook jonge moslims te bereiken. Vandaar dat ik het zo belangrijk vond dat Een jihad van liefde een makkelijk leesbaar en heel toegankelijk boek zou worden: ook jongeren moeten het kunnen en willen lezen. Net als alle andere Belgen willen zij in de eerste plaats gelukkig zijn, een goeie baan vinden, een gezin stichten en een bijdrage leveren aan de samenleving. Alleen hebben ze vaak het gevoel dat ze die kans niet krijgen. Daardoor zijn ze gefrustreerd en voelen ze zich tekortgedaan. We moeten hen uitleggen dat ze pas erkenning kunnen krijgen van de samenleving als ze zich ook aan de regels van dit land houden. Aan de andere kant moet de overheid heel goed beseffen dat die jongeren zich maar volwaardige burgers zullen voelen als ze zo worden gezien en behandeld. Op dat vlak is er nog veel werk aan de winkel. Nu zien we dat heel wat jongeren die berouw voelen omdat ze van het rechte pad zijn afgeweken zich net van de samenleving afkeren. Ze sluiten zich op in hun lezing van de islam omdat ze denken dat ze zo dichter bij God kunnen komen. Terwijl ze net het omgekeerde zouden moeten doen: wie dichter bij God wil raken, moet net een stap in de richting van de ander zetten.

Het probleem is ook dat veel jonge moslims niet weten hoe ze hun woede en frustratie moeten verwoorden. Ze kunnen zich niet uitdrukken omdat ze daar de woordenschat niet voor hebben. Daardoor uiten ze al die frustraties soms op een agressieve of gewelddadige manier. Ik ben ervan overtuigd dat het onderwijs hen kan helpen om de juiste woorden te vinden, maar ook om kennis te vergaren en een kritische geest te ontwikkelen. Dan zullen ze ook niet meer zomaar alles slikken wat ze horen of op het internet lezen.

Mohamed El Bachiri over zijn nieuwe leven na de aanslagen: 'Ik heb het echt niet alleen over de liefde'
© Saskia Vanderstichele

Daarnaast hebben ook de imams een grote verantwoordelijkheid. Zij moeten jongeren uitleggen dat de islam in essentie rond vrede draait: God is liefde en barmhartigheid. Ze moeten hen helpen om de gewelddadige passages uit de Koran in de juiste context te plaatsen. Uiteindelijk zijn dat teksten uit de zevende eeuw en dus mag je die anno 2017 niet letterlijk nemen. Er bestaat geen enkele religieuze rechtvaardiging voor oorlog, geweld of terrorisme. Meer nog dan aan theologen heeft de islam trouwens nood aan filosofen. Van bij het begin was onze godsdienst een intellectuele zoektocht naar wijsheid. De radicale islam die we vandaag zien, gaat totaal tegen die eeuwenoude traditie in. Het is ontzettend belangrijk dat jongeren dat weten.

Bang voor de metro

Vindt u mijn boodschap naïef? Dat is ze nochtans niet. Ik heb het echt niet alleen over de liefde. Ik roep ook op tot bezinning en reflectie en ik benadruk het belang van ontmoetingen met anderen. Uiteindelijk moet het doel van elke moslim zijn om in harmonie met anderen samen te leven. Maar daarvoor moeten we elkaar wel leren kennen. Zelf ben ik al heel snel met andersdenkenden geconfronteerd doordat ik naar een katholieke school ging, waar een groot kruisbeeld aan de muur hing en katholieke godsdienstlessen werden gegeven. Mijn vader zei: ‘Het is net hetzelfde als bij ons. Alleen is Jezus niet de zoon van God en hebben wij een profeet meer.’ Zo simpel was dat. Ik genoot zelfs van de sfeer rond Kerstmis, ook al vierden wij dat feest thuis natuurlijk niet. Heel jammer vind ik het dat sommige gekken zich tegenwoordig verzetten tegen de feesten van andere godsdiensten. Hoewel dat maar een kleine minderheid is, zijn zij wel degenen die in de media aan bod komen. Maar als God maar één religieuze gemeenschap had gewild, dan had hij toch nooit verschillende godsdiensten gecreëerd? Dat wij van elkaar verschillen is Gods wil. We hoeven heus niet allemaal hetzelfde te denken.

Dat is de boodschap die ik met mijn boek heb willen verkondigen. Vandaag blijkt dat heel veel mensen in Vlaanderen en Nederland ervoor openstaan, en in september komt er ook een Franstalige versie uit. Wat ik verder nog ga doen, weet ik niet. Ik voel me in elk geval niet geroepen om in scholen te gaan praten of nog veel meer naar buiten te treden. Tot 22 maart vorig jaar was ik een eenvoudige metrobestuurder die een geregeld leven leidde. Natuurlijk was ik soms verontwaardigd over wat er verkeerd liep in de samenleving, maar dat besprak ik alleen met mensen uit mijn directe omgeving. Nu bereik ik een groot publiek en ben ik geen metrobestuurder meer. Sinds de aanslagen heb ik ook geen metro meer genomen. Dan zou ik te veel moeten denken aan de tijd dat ik nog gewoon naar mijn werk ging en tijdens de middagpauze naar Loubna belde. Ik ben bang geworden voor de metro, mijn kinderen ook. Om me te verplaatsen heb ik mijn auto en een vouwfiets. Wat de toekomst nog brengt, weet ik niet. Ik wil me nu concentreren op mijn drie zonen. Ondertussen voel ik me gesterkt door al die positieve reacties op mijn boodschap van liefde. Die geven mij hoop.

Door Mohamed El Bachiri, opgetekend door Ann Peuteman en Han Renard.

Op 15/05 (20.30 uur) stellen Mohamed El Bachiri en David Van Reybrouck in De Roma in Borgerhout Een Jihad van liefde en Vrede kun je leren voor. Knack geeft 25 duotickets (+ het boek) weg op knack.be/boekvoorstelling.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content