Manu Claeys

Mobiliteitsstudies in Vlaanderen: ‘Dit soort bestuurlijke arrogantie zien we zelfs niet in Wit-Rusland’

Manu Claeys Voorzitter stRaten-generaal

De Vlaamse regering herbevestigde haar keuze voor Uplace op basis van een mobiliteitsstudie gemaakt door een onderzoeksbureau dat al jarenlang ‘partner’ is van Uplace. Volgens stRaten-generaal bezwijkt ook het Oosterweeldossier al jaren onder partijdigheid.

Deze week raakte bekend dat de Vlaamse regering haar keuze voor Uplace midden februari herbevestigde op basis van een mobiliteitsstudie gemaakt door een onderzoeksbureau dat al jarenlang – aldus de website van Uplace – ‘partner’ is van Uplace. De SP.A bracht dit aan het licht. De partij wond zich ook op over de vaststelling dat deze studie, die al dateert van januari, niet aan bod kwam tijdens een parlementaire hoorzitting maar daags na die hoorzitting wel de onderbouw leverde voor de regeringsbeslissing.

Ons inziens stellen zich hier twee problemen: de schijn van partijdigheid én de vaststelling dat de Vlaamse regering deze manier van handelen ‘gebruikelijk’ noemt. We menen dat het tweede probleem zo mogelijk nog groter is dan het eerste.

Veteranen van het Oosterweeldossier

Wij zijn inmiddels veteranen van het Oosterweeldossier, dat al jaren bezwijkt onder partijdigheid bij de evaluatie van alternatieven. De enige keer dat de overheid echt ruimte liet voor een onafhankelijk onderzoek van het Oosterweeldossier gebeurde dat door een buitenlands bureau, het Britse Arup, wereldleider in dat soort studies. Het bureau bundelde daartoe in 2008 de krachten met het Brusselse SUM. Resultaat van die studie: na jaren vaagheid – o.a. in een officieel goedgekeurd milieueffectenrapport – kwam in maart 2009 eindelijk de horror van het overheidsproject (18 baanvakken aan het Sportpaleis) geobjectiveerd naar boven. Ook scoorde ons eigen alternatief blijkens die studie beter dan het overheidsvoorstel. Dat alternatief werd geoptimaliseerd en kreeg de naam Arup/SUM-tracé. Bij de volksraadpleging van oktober 2009 werden het BAM-tracé en het Arup/SUM-tracé naast elkaar gelegd. Het BAM-tracé werd weggestemd.

De regering vond dat laatste maar niets en bestelde een ‘doorslaggevende’ tegenstudie bij het Vlaams Verkeerscentrum, sinds jaar en dag pleitbezorger van de Oosterweelverbinding. Aan de hand van een haastig bij mekaar gepende nota werd de duizenden bladzijden tellende studie van Arup/SUM onderuit gehaald. De regering zei dankuwel en hield vast aan de optie die de slechtste quotering kreeg in de studie. Die optie werkte ze inmiddels uit tot een bouwproject met 27 baanvakken aan het Sportpaleis, begrijpe wie kan. Het laten wegschrijven van de Britse studie is wellicht de grootste gemiste kans in vijftien jaar Oosterweelgeklungel. De ingenieurs van Arup vertelden ons later dat ze dat soort bestuurlijke arrogantie zelfs niet in Wit-Rusland hebben ervaren.

Zo verging het ook het alternatieve Meccanotracé, toen het in februari 2010 door bedrijfsleiders en transporteconomen verenigd in Forum 2020 aan Vlaanderen werd voorgesteld. De regering bestelde prompt een ‘second opinion’ bij de hoofdingenieur van de BAM, de projectontwikkelaar van de Oosterweelverbinding. De op een halve dag geschreven, anonieme (!) nota werd vervolgens aan parlement, pers en publiek verkocht als een onderzoek ‘door de diensten’. Voor de regering was het Meccanotracé daarmee al verticaal geklasseerd. Ten bewijze: nog voor het opstarten van het wettelijk voorgeschreven milieueffectenrapport over de Oosterweelverbinding verleende ze een vergunning voor de bouw van een gevangeniscomplex pal op het belangrijkste alternatieve tracé. In die brute context konden wij slechts met lede ogen aanzien hoe het Meccanotracé officieel nog moest worden ‘onderzocht’ in een milieueffectenrapport.

Het mag niet verwonderen dat ons bezwaarschrift over dat milieueffectenrapport en het daarop gebaseerde ruimtelijk uitvoeringsplan ruim zestig bladzijden telde over vastgestelde partijdigheid bij het gevoerde onderzoek. We hekelden er ook de actieve bemoeienissen van de politieke kabinetten met de onderzoeksopdracht van studiegroep Antea, en staafden dit met mailverkeer.

Oosterweel en politieke sturing, het zijn synoniemen

Oosterweel en politieke sturing bij de ‘onderzoeken’: het zijn inmiddels synoniemen geworden, en geen regeringslid dat zich er kennelijk zorgen om maakt. Het uitzonderlijke statuut van de BAM als honderd procent politiek aangestuurde projectontwikkelaar versterkt nog die dynamiek: de beheersmaatschappij eet van twee walletjes door zich als privaat bedrijf (= buiten de administratie om, met parallelle circuits van management, contractvorming, juridische service, enzovoort) te gedragen, maar tegelijk ook volledige politieke dekking te genieten via de raad van bestuur. Rechter-en-partijconstructies zijn daardoor schering en inslag, evenals nefaste combinaties van open processen doorlopen (bv. de wettelijk voorgeschreven onderzoeks- en inspraakprocedures) en tegelijk geheime afspraken maken (bv. voorbarige contracten tekenen die leiden tot schadeclaims en niet-vrijgegeven dadingen, gefinancierd met overheidsgeld).

Het milieueffectenrapport over de Oosterweelverbinding werd volledig bij mekaar geschreven door mensen die – zonder uitzondering – voor TV SAM werkten, het studieconsortium dat tot 2011 alle studiewerk verrichtte voor de BAM. Het aantal onderzoekers dat dit soort studies kan uitvoeren is nu eenmaal beperkt in het kleine Vlaanderen, krijg je dan te horen. Maar dat is onzin: voor elke gekwalificeerde TV-SAM-onderzoeker waren er telkens minstens zes andere beschikbaar. We hebben het in ons bezwaarschrift voorgerekend aan de hand van de voorliggende lijsten van MER-deskundigen.

Behoorlijk bestuur afdwingen

De bezwaarschriften over het milieueffectenrapport werden behandeld door dezelfde overheidsdienst die dat milieueffectenrapport eerder al goedkeurde. Input hiervoor werd gevraagd bij projectontwikkelaar BAM. ‘Dat is gangbaar,’ verklaarde de bevoegde minister dinsdag nog in het parlement, ‘dat gebeurt zo’. Het mag niet verwonderen dat bij dit soort ‘gebeurtenissen’ van de vierhonderdnegentig unieke bezwaarschriften tegen de Oosterweelverbinding slechts vier bezwaarschriften ernstig genomen werden. Tot enkele jaren geleden behandelde een onafhankelijke commissie (de Vlacoro) de ingediende bezwaarschriften, de commissie werd afgeschaft door de regering en vanaf toen kwam het gangbare op gang.

Wie daarover vragen stelt, krijgt als reactie vanuit de regering: het is wettelijk allemaal in orde. Een regering die niet beseft dat onderzoeken, evaluaties en beslissingen op die manier ongeloofwaardig worden, is zelf ongeloofwaardig.

Aan parlementsleden om hierover te debatteren in het parlement, aan actiegroepen om mee de druk op de ketel te houden bij het afdwingen van behoorlijk bestuur. Begin volgende maand dienen we over het bovenstaande een klacht in bij de Vlaamse ombudsman. Wanneer dit geen koerswijziging teweegbrengt binnen de regering, stappen we naar de Raad van State. Het juridische dossier ligt klaar, en het is stevig.

Manu Claeys en Peter Verhaeghe, voorzitter en ondervoorzitter van stRaten-generaal

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content