Slechts acht van de 74 Chinese grootsteden slaagden in 2014 in de luchtkwaliteitsproef. Dat is evenwel een verbetering ten opzichte van 2013 toen slechts drie steden een goede score haalden.
De Zuid-Chinese stad Haikou in de provincie Hainan, beter bekend als het Bali van China, had van alle 74 gecontroleerde steden de beste luchtkwaliteit, aldus het Chinese ministerie van Milieu. De inwoners van de noordelijke industriestad Baoding ademen de vuilste lucht in.
De slechtst scorende steden bevinden zich in de industriële provincie Hebei, nabij de hoofdstad Peking, waar de gemiddelde PM2.5-waarde – dat zijn kleine partikeltjes die zich diep in de longen nestelen – 93 microgram per kubieke meter bedroeg.
Dat is bijna drie keer zoveel als de nationale standaard van 35. Voor de Wereldgezondheidsorganisatie geldt een grenswaarde van 25 µg/m3.
Oorlog aan de vervuiling
Volgens de Chinese staatskrant China Daily wil de overheid de consumptie van steenkool verminderen en de vervuilende industrie in Hebei sluiten, maar de provincie worstelt met het vinden van alternatieve bronnen van groei.
De op één na grootste economie ter wereld verkrijgt 70 procent van de energie uit steenkool.
Vorig jaar verklaarde de Chinese regering de oorlog aan de luchtvervuiling als een reactie op de groeiende ongerustheid van de bevolking over de chronische smog. “We moeten resoluut de oorlog aan de vervuiling verklaren, zoals we tegen armoede gedaan hebben”, verklaarde de Chinese premier Li Keqiang aan het begin van het jaarlijkse Volkscongres.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier