‘No time to waste. En al zeker geen plastic’

Een albatros, gestorven aan plasticindigestie. © Global Population Speakout

Zoals we vandaag niet meer aanvaarden dat gerookt wordt op restaurant, moeten we ook een omslag maken in ons denken over de maatschappelijke kosten van plastic (zakjes), schrijft Elke Roex (SP.A).

Ooit was er een tijd dat collega’s vrolijk hun bureau binnenstapten met een sigaret in de mond. Ooit was er een tijd dat beste vrienden hun maaltijd verteerden door ereentje op te steken in het restaurant. Ooit was er een tijd dat een gesprek op café over de zin van het leven eindigde met een asbak vol peuken.

Als we dat nu vertellen aan onze kinderen of kleinkinderen, kijken ze ons met ogen die verraden dat die tijd wel van voor Wereldoorlog II moet stammen.

De plasticlobby is voorlopig nog te taai, maar dat gold 20 jaar geleden ook voor die van de tabaksindustrie

Ooit was vroeger misschien beter, maar nu niet meer.

Zo snel kan een ‘switch’ in onze hoofden plaatsvinden. In een mum van tijd is de sociale controle op rookgedrag op plaatsen die we delen uitgegroeid tot een normaliteit. Wie nu een sigaret durft te roken tijdens een concert in de AB of het Sportpaleis wordt daar meteen op aangesproken en er in het beste geval stante pede uit gezet.

Kortom, dat rookverbod vinden we anno 2015 de normaalste zaak van de wereld.

Nochtans ervaart een mens een verbod nooit als prettig. We worden nu eenmaal niet graag in onze vrijheden beknot. Maar het rookvoorbeeld toont wel aan dat een laatste duw van de overheid vaak beslissend is om een snelle én broodnodige denkswitch in een samenleving in gang te zetten. Roken gaat immers ook over de gezondheid van anderen, niet?

Hetzelfde stramien pasten ze jaren geleden toe in de VS voor ons milieu. Want de planeet, die is ook van iedereen. Zo vaardigde het stadsbestuur van San Francisco al in 2007 een verbod op plastic zakjes uit. Enkele jaren later volgden Washington DC en Los Angeles. Jaarlijks werden in LA alleen al naar schatting 2,7 miljard (!) plastic zakken gebruikt, terwijl je ze nu haast niet meer in het straatbeeld ziet.

In 2010 werden in de hele Europese Unie maar liefst 96,5 miljard plastic draagtasjes op de markt gebracht

En wij hier in Europa, waar staan wij? Bent u ooit al eens op een markt geweest in een van onze grootsteden, wanneer de marktkramers opruimen? Het beeld is hallucinant: een woestijn aan plastic zakjes. Als een Mexicaans leger slingeren ze uren in het rond en wegen ze bijzonder zwaar op het budget van stadsreiniging. Om niet te spreken over de schade die ze onze natuur aanrichten.

In 2010 werden in de hele Europese Unie maar liefst 96,5 miljard plastic draagtasjes op de markt gebracht. Het merendeel, 92%, was voor eenmalig gebruik, terwijl ze wel 100 jaar meegaan. 8 miljard van die zakjes komen terecht in de natuur, in de magen van de vissen die wij eten, dus niet op een stort, in een verbrandingsoven of een recyclagebedrijf. In totaal is dat goed voor elk jaar 10 miljoen ton afval in oceanen en zeeën, die daardoor ’s werelds grootste stortplaats van kunststof zijn. In de Stille Oceaan alleen al drijft een ‘plastic eiland’ zo groot is als Frankrijk, Spanje en Portugal samen.

Europese lidstaten kunnen – met nadruk op kunnen – sinds april nationale beperkingen invoeren en maatregelen nemen die het verbruik van plastic zakjes moeten beperken. Tot 90 per persoon per jaar tegen eind 2019 – in plaats van de huidige 200 – en tot 40 tegen eind 2025. Is dat bindend? Helaas niet, alleen een streefdoel. En dat ondanks de expliciete vraag van het Europees parlement aan de Commissie op een totaalverbod. Het moet zijn dat de lobby van de plasticindustrie vooralsnog te taai is. Maar was dat ook niet het geval met de tabaksindustrie 20 jaar geleden?

Ook in Anderlecht: ‘No time to waste. En al zeker geen plastic’

In Anderlecht wachten we alvast niet op Europa om over 20 jaar de verbaasde blikken van onze kleinkinderen te verdienen. Onze markten maken we stapsgewijs plastic-vrij. En het zijn niet de minste.

Zo huisvest NV Abattoir de grootste markt van Brussel in Kuregem, een wijk die veel te lang is uitgespuwd door Jan en alleman, maar nu in volle ontwikkeling is. In dat gekleurde en multiculturele stadsdeel slaan de gemeente en NV Abattoir de handen in elkaar om de tonnen plastic definitief van de slachthuissite te bannen. Tegelijkertijd investeert Abattoir in een platform – www.properemarkt.be – waar tools en werkinstrumenten zullen gedeeld worden. De site zal richtlijnen en tips bevatten voor gemeentes, marktkramers en bezoekers om een dynamiek op gang zetten en anderen te inspireren. Een win-win-situatie voor iedereen.

In Wallonië hebben ze de boodschap alvast begrepen. Zo kondigde Waals minister van Leefmilieu Carlo Di Antonio (CDH) aan dat hij een totaalverbod op plastic zakjes wil invoeren, ook in de detailhandel.

Kortom, ook wij in Brussel en Vlaanderen kunnen veel meer en veel beter doen. Misschien moeten we de T-shirts van Greenpeace van destijds weer bovenhalen? ‘No Time To Waste. En al zeker geen plastic.