Sommige ‘vlinderliefhebbers’ deinzen er niet voor terug om exemplaren van de zeldzaamste soorten te doden voor hun eigen collectie.
Recent publiceerde onderzoeksassistent Laurian Parmentier (UGent) met enkele collega’s in het blad Agriculture, Ecosystems & Environment bevindingen over de impact van ‘meanderend maaien’ op bijen en andere bestuivers. Gefaseerd gras maaien – niet alles in een keer dus – is beter voor bestuivers, dat was al bekend. Maar het zou nog beter werken als je het in kronkelende golven doet. ‘Iedereen met een tuin kan bijdragen aan het verbeteren van de biodiversiteit’, stelt Parmentier in een persbericht.
Maar is Laurian Parmentier altijd zo bezorgd over biodiversiteit? In de lente van 2022 was hij met zes collega’s van de Vlaamse Vereniging voor Entomologie (VVE) op vlinderjacht in het zuidoosten van Roemenië. Het kwam bijna tot een handgemeen met een medereiziger. Die was verbolgen omdat Parmentier constant vlinders ving om mee naar huis te nemen. Parmentier werd ‘ziekelijke verzamelzucht’ en ‘vangen zonder enig wetenschappelijk belang’ verweten.
Zeldzame vorm
In 2023 publiceerde de onderzoeker in Phegea, het blad van de VVE, een waarneming van een ‘zeldzame donkere vorm’ van de toortsparelmoervlinder tijdens die trip in Roemenië. Het beestje prijkt nu dood in zijn collectie.
Een kistje met vier dode Roemeense klaverpages zou naar verluidt 7000 euro kunnen opbrengen.
Doorn in het oog van enkele medereizigers was vooral dat Parmentier exemplaren ving van een van de zeldzaamste Europese vlinders: de Roemeense klaverpage. Parmentier beweert dat er ‘honderden’ van die beestjes rondvlogen, zodat het geen kwaad kan dat hij er ‘een paar’ meenam. Medereizigers stellen dat ze er ‘geen vijftig’ vonden, waarvan ‘het merendeel’ gevangen werd.
Parmentiers visie strookt zeker niet met een publicatie uit 2024 van de Roemeense hoogleraar Laszlo Rakosy en zijn collega’s in Ecology & Conservation Science, met als (uit het Engels vertaalde) titel: ‘Herontdekt om opnieuw bijna uitgeroeid te worden: het verhaal van de Roemeense klaverpage’.
Sinds1980 werden er geen exemplaren van die vlinder meer waargenomen, deels omdat verzamelaars er vroeger ‘tot veertig per dag’ meenamen. In 2014 werd na veel zoekwerk een kleine populatie herontdekt, maar die wordt opnieuw bedreigd, opnieuw onder meer door verzamelaars die exemplaren willen, al dan niet voor de verkoop – zeldzame vlinders kunnen veel geld opbrengen.
In de publicatie staat een foto van een kistje met vier opgespelde Roemeense klaverpages. Een van de onderzoekers kreeg het kistje in september 2023 te zien op een insectenbeurs in het Italiaanse Modena. Naar verluidt kan zoiets 7000 euro opbrengen.
Vreemd incident
Het is nooit bewezen dat Parmentier vlinders verhandelt – zelf ontkent hij het ten stelligste. Maar in 2019 was er een bizar incident met hem in de VVE. ‘Door plaatsgebrek moest een deel van de collecties van de VVE verhuizen’, vertelt een ingewijde. ‘De mensen die daaraan meewerkten, onder wie Parmentier, kregen toelating om eventueel wat exemplaren van algemene soorten mee te nemen voor hun eigen collectie. Maar wat bleek? Parmentier had specimen van zeer zeldzame soorten meegenomen, onder meer van het in België recent uitgestorven zilverstreephooibeestje. Hij moest ze allemaal teruggeven, maar gaf slechts de helft terug en verzon uitvluchten voor de rest. Omdat de VVE vermoedde dat hij vlinders had verkocht, wat niet strookt met haar deontologie, wilde ze hem niet meer in de vereniging.’
Parmentier geeft een andere lezing van het verhaal. Hij had de vlinders meegenomen, stelt hij, omdat ze in slechte staat waren en hij ze wilde restaureren. Hij beweert dat hij ze allemaal heeft teruggegeven en dat hij zelf uit de VVE stapte, uit onvrede met het beleid van de toenmalige voorzitter. Pas na een voorzitterswissel werd hij weer lid.
Vreemd, want in de verslagen van de bestuursvergaderingen over de kwestie (van 24 februari en 27 oktober 2019) staat onder meer dat er ‘unaniem besloten werd’ hem niet meer te aanvaarden als lid.
Fanatieke vlinderverzamelaars kunnen zeldzame soorten in de problemen brengen.
Gepatenteerde ruziemaker
Zelf zegt Parmentier dat een expert van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) een populatie van het zeldzame bont dikkopje in Wallonië in gevaar bracht door er beestjes uit te vangen voor een in zijn ogen nutteloos herintroductieproject in Engeland. Een andere expert hindert, volgens hem, het wetenschappelijk onderzoek door zich obstinaat te verzetten tegen het vangen van vlinders voor collecties. Een derde zou een gepatenteerde ruziemaker zijn. En een vierde beschuldigt hij onomwonden van plagiaat.
Dat laatste kadert in heisa rond een speciale heremietvlinder uit Centraal-Albanië, die volgens een publicatie van Parmentier in maart in Phegea een nieuwe soort zou zijn. Ook bij dat artikel staan foto’s van dode beestjes uit zijn collectie.
Maar in januari had een andere Belgische vlindervanger in het online blad Archives of Western Palearctic Lepidoptera, dat de man in kwestie mee uitgeeft, hetzelfde diertje beschreven als een ondersoort van een bestaande soort. In mei publiceerde hij een ‘inconvenient truth’ (ongemakkelijke waarheid) als reactie op Parmentiers soortbeschrijving, met een lijst van ‘inaccuraatheden en vergetelheden’ in diens analyse.
Grootste collectie
Parmentier reageerde furieus: hij stelt dat hij in november online details over ‘zijn’ soort had geplaatst, en die werden geplagieerd. Hij publiceerde op zijn beurt een vervolgartikel, met als conclusie: ‘De wetenschappelijke wereld zou actie moeten ondernemen tegen dergelijke kwaadaardige nieuwe online tijdschriften.’
Of de vlinders iets aan het gedoe hebben, is zeer de vraag – vlinders krijgen overal zware klappen. Misschien moet de wetenschappelijke wereld actie ondernemen tegen ziekelijke verzamelzucht. Er zijn Belgische vlinderaars met meer dan 50.000 dieren in hun collectie. Op de vraag hoeveel beestjes hij thuis opgespeld heeft staan, antwoordt Parmentier ontwijkend dat hij ‘niet de grootste collectie heeft’. Het klonk alsof hij dat een gemis vond.
‘Hoe meer vlinders, hoe minder allergieën’: het onverwachte extraatje van Maai Mei Niet