Dirk Draulans’ Beestenboel: de springzaadbladroller profiteert van een invasieve plantensoort

springzaadbladroller
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Een inheems en als zeldzaam beschouwd vlindertje is erin geslaagd zijn areaal substantieel uit te breiden door reuzenbalsemien in te schakelen in zijn levenscyclus: de springzaadbladroller.

De tuinierende mens heeft het lang nodig geacht om zijn leefomgeving op te vrolijken met exotische plantensoorten uit alle hoeken van de wereld. De gevolgen voor onze inheemse flora zijn funest gebleken. Sommige biotopen worden nu overwoekerd door uitheemse planten, die ontsnapten uit het keurslijf van tuinen en parken.

De reuzenbalsemien is zo’n invasieve exoot. Hij kan 2,5 meter hoog worden en valt op door zijn vele roze bloemen, die bloeien in de zomer, en door zijn wat weeë geur. De soort stamt uit de regio van de Himalaya en werd halverwege de 19e eeuw wegens haar schoonheid in Europa geïmporteerd.

Al in 1915 werd ze als een pest beschouwd. In 2017 belandde ze op een Europese lijst van soorten die zo bedreigend voor onze inheemse flora geworden zijn, dat ze niet langer verhandeld mogen worden en actief moeten worden bestreden. Ook de reuzenberenklauw uit de Kaukasus en de Japanse duizendknoop verzeilden op die lijst, naast vele andere, waterplanten inbegrepen.

De reuzenbalsemien kan massaal voorkomen op voedselrijke en wat vochtige plekken, zoals de oevers van beken en rivieren. Hij kan zo hard woekeren dat hij lokaal bijna een monopoliepositie verwerft en zo goed als alles onder zich versmacht, zowel andere planten als grondinsecten. Hij laat weinig ander leven in zijn omgeving toe, zelfs niet in de bodem waarin hij wortelt: belangrijke schimmelnetwerken verdwijnen op plekken met veel reuzenbalsemien.

Toch is een inheems en als zeldzaam beschouwd vlindertje erin geslaagd zijn areaal substantieel uit te breiden door reuzenbalsemien in te schakelen in zijn levenscyclus: de springzaadbladroller. Het is een bruinig micromotje dat weinig wordt gezien en dat in onze contreien tot voor kort uitsluitend op het inheems groot springzaad gevonden werd.

Groot springzaad verspreidt zich door middel van een mechanisme dat zijn vruchtjes doet ontploffen en de zaden die erin zitten meters ver wegslingert.

Een zeldzaam micromotje gebruikt een woekerende invasieve plant om zijn areaal stevig uit te breiden.

De reuzenbalsemien is ook een springzaadplant, dus misschien is het niet verbazingwekkend dat de springzaadbladroller hem heeft gekoloniseerd. Het kolonisatieproces werd ontdekt door de Vlaamse insectenexperts Ruben Meert en Regis Nossent. Ze beschreven het in het blad Phegea.

De rupsen van de motjes leven in de stengels van de planten, waar ze zich ononderbroken voeden. Ze kunnen een soort web maken, wat soms zichtbaar wordt, zodat kenners hun aanwezigheid kunnen opmerken.

In de reuzenbalsemien gedragen ze zich wel anders dan in het groot springzaad. In de eerste soort zitten ze hoger in de stengel dan in de laatste, waarin ze vooral laag bij de grond vertoeven. Blijkbaar zoeken de rupsen een welbepaalde stengelbreedte als ideale biotoop. Bij de reuzenbalsemien lijkt die een stuk hoger te zitten dan bij het groot springzaad.

De springzaadbladroller zul je dus niet horen klagen over de opmars van de reuzenbalsemien. Maar voor wie nu hoopt dat het vlindertje de opmars van de plant zal kunnen counteren: ze lijkt helaas weinig hinder te ondervinden van de aanwezigheid van de rupsen. Pech voor onze eigen oeverplanten!

Dirk Draulans’ Beestenboel: ‘Door voedseltekort eet de drieteenmeeuw soms zijn broertje of zusje op’

Partner Content