Dirk Draulans’ Beestenboel: ‘Door voedseltekort eet de drieteenmeeuw soms zijn broertje of zusje op’

Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Veel mensen associëren meeuwen automatisch met de zee, maar de meeste soorten zijn toch vooral aan land gebonden. Dat kan om kustzones gaan, maar tegenwoordig worden zelfs soorten die vroeger als echte zeemeeuwen werden beschouwd, zoals mantel- en zilvermeeuwen, steeds meer ver in het binnenland gezien.

De grote uitzondering is de drieteenmeeuw. Dat is een van de weinige meeuwen die courant op volle zee vertoeven. Als er uitzonderlijk eens een drieteenmeeuw in het binnenland wordt waargenomen, is dat doorgaans een vogel die van de kust werd weggeblazen door zware stormwind. Zo’n gedwongen excursie over land overleeft het dier niet altijd.

De elegante drieteenmeeuwen broeden bijna uitsluitend op kliffen in kustzones, van waaruit ze tientallen kilometers ver kunnen vliegen om te vissen. De dichtste broedplaatsen bij ons bevinden zich op de kust van Normandië. In het Nederlandse deel van de Noordzee broeden drieteenmeeuwen op booreilanden – de populatie zou er zo’n 350 paartjes groot zijn. Waarschijnlijk zijn dat vogels uit een Britse kliffenkolonie die na een mislukt broedseizoen een andere plek zochten om het nog eens te proberen.

De Noorse kuststad Tromso plaatst – met succes – speciale drieteenmeeuwenhotels om broedvogels te lokken.

Ook elders beginnen drieteenmeeuwen zich aan te passen aan menselijke constructies. In de Britse stad Newcastle broeden ze op bruggen en gebouwen langs een rivier, 17 kilometer van de zee. De Noorse kuststad Tromso plaatst – met succes – speciale drieteenmeeuwenhotels om broedvogels te lokken. Het bestuur doet daar minder krampachtig over meeuwen dan sommige van onze kustburgemeesters. Ook op het energie-eiland dat misschien ooit in de Noordzee voor onze kust zal worden gebouwd, is een broedrichel voor drieteenmeeuwen voorzien.

Zulke inspanningen zijn nuttig, hoewel ze futiel lijken in verhouding tot de totale drieteenmeeuwenpopulatie. Die wordt op 15 miljoen vogels geraamd. Dat is een daling met 40 procent sinds de jaren 1970, wat maakt dat de soort nu als ‘kwetsbaar’ wordt gelabeld.

Er zijn meerdere oorzaken voor de teloorgang. Door de klimaatopwarming verschuiven belangrijke visgronden voor drieteenmeeuwen noordwaarts, waardoor broedvogels dikwijls veel verder moeten vliegen om voedsel voor hun jongen te vinden. Dat kan leiden tot voedseltekort op het nest, waardoor het oudste jong af en toe overgaat tot kannibalisme: het verorbert zijn kleinere broer of zus – er zijn meestal slechts twee jongen in een drieteenmeeuwennest.

De klimaatopwarming resulteert ook in een lagere productie van dierlijk plankton in de zee. Dat heeft een negatief effect op vissen die van plankton leven, en betekent dus kleinere voedingsmarges voor drieteenmeeuwen.

De vogels kreunen ook onder maatregelen om tijdens zeevisserijactiviteiten zo weinig mogelijk visafval te produceren. Het vakblad Fish and Fisheries meldde dat er in 1990 op de Noordzee 510.000 ton gevangen vis als afval van vissersboten weer de zee in werd gekieperd. In 2010 was dat gereduceerd tot 267.000 ton. Dat betekent wel dat er 2 miljoen minder zeevogels van verloren vis konden leven. Drieteenmeeuwen behoren tot de belangrijkste ‘slachtoffers’.

Beestenboel: de noordse stormvogel heeft erg te lijden van plasticvervuiling

Lees meer over:

Partner Content