Klimaatoptimist Diederik Samsom: ‘Dertig mislukte klimaattoppen zijn bij elkaar opgeteld een succes’

© Joris van Gennip
Peter Casteels
Peter Casteels Redacteur en columnist bij Knack

De Nederlander Diederik Samsom behoort tot de bedreigde soort van de klimaatoptimisten, en daar schreef hij een boek over. Al beseft hij dat het een moeilijk verhaal wordt. ‘Als niemand straks nog een Europese auto koopt, breekt hier een financiële crisis uit.’

‘Mag ik de laatste zijn die nog gelooft dat we de opwarming van de aarde kunnen beperken tot anderhalve graad?’ vraagt Diederik Samsom grijnzend. Het schetst zijn optimisme over de strijd tegen de klimaatverandering. Al kan hij ook zijn nuchterheid moeilijk verbergen. ‘Dat wordt vandaag dan wel een héél ingewikkeld verhaal’, zegt hij er meteen achteraan.

Samsom, kernfysicus van opleiding, noemt zichzelf een techno-optimist. Hij begon zijn werkzame leven als activist voor Greenpeace, werd tussen 2012 en 2016 de politieke leider van de Nederlandse PvdA en ging voor Frans Timmermans werken toen die ‘de klimaattsaar’ van de Europese Commissie werd genoemd. Samsom was de kabinetschef die mee de Green Deal goedgekeurd kreeg. Over die periode en wat Europa nog meer te doen staat schreef hij nu Groene supermacht, een boek dat blaakt van datzelfde optimisme.

Meneer Samsom, in een column in de Volkskrant over de klimaattop die nu in Brazilië bezig is, schreef u samengevat: het gaat zo goed met de strijd tegen de klimaatverandering dat het zelfs niet uitmaakt of deze top mislukt of niet. Maar mislukken zal die top dus wel?

Diederik Samsom: Soms heeft mijn optimisme een licht cynische ondertoon, ik geef het toe. (lacht) Het is natuurlijk een zorgelijke kwestie dat er in Belém hoogstwaarschijnlijk geen enkele vooruitgang zal worden geboekt. Misschien komt er aan het eind zelfs nog een fikse ruzie over het geld voor ontwikkelingslanden, maar ook dat zal niet het einde van de wereld betekenen. De belangrijkste reden voor mijn optimisme zijn de technologische innovaties van wind, zon, batterijen en waterstof: daardoor staan we er veel beter voor dan we zelfs maar enkele jaren geleden dachten.

‘Toen ik nog voor Greenpeace werkte, was elke actie op zichzelf een mislukking.’

De klimaatdiplomatie is er dan weer slecht aan toe, terwijl de opwarming natuurlijk een mondiaal probleem is. De Verenigde Staten hebben zich teruggetrokken, Europa toont veel minder moed dan nog maar kort geleden, en Brazilië zorgde er ook niet bepaald voor dat deze top een succes kan worden.

In een nieuw rapport stelden de Verenigde Naties hun voorspellingen wel weer ietsje naar beneden bij: als iedereen zijn klimaatplannen aanhoudt, warmt de aarde 2,3 graden op. Vorig jaar leek dat nog 2,6 graden te worden. Zelfs in de wereld van vandaag wordt er nog altijd vooruitgang geboekt.

Samsom: Dat is voor mij het grotere verhaal. Toen ik nog voor Greenpeace werkte, was elke actie op zichzelf een mislukking. We blokkeerden de weg voor een vrachtwagen met nucleair afval, maar uiteindelijk reed die gewoon voort. Het gif werd aan het einde van de dag ook gewoon in de rivier geloosd, en de walvisjacht ging voort. Wij zaten als jonge actievoerders dan sip naar elkaar te kijken. Maar toen zei een oude rot: pas op, die aaneenschakeling van mislukkingen leidt uiteindelijk wel tot successen.

‘Ik moet mijn optimisme heel ver oprekken om in 1,5 graden opwarming te blijven geloven.’

De walvisjacht is ondertussen verboden, en het is gelukkig ook niet meer toegelaten om nucleair afval in de Noordzee te dumpen. Dertig mislukte klimaattoppen zijn op dezelfde manier bij elkaar opgeteld een succes gebleken. Voor de top in Parijs in 2015 stevenden we af op een opwarming van 4 graden aan het eind van deze eeuw. Dat is catastrofaal voor de aarde. Vandaag ligt de opwarming tussen de 2,4 en 2,8 graden – het hangt er een beetje vanaf hoe optimistisch je rekent.

De belofte van Parijs om de opwarming te beperken tot 1,5 graden is – net als die 4 graden – wel helemaal uit zicht verdwenen.

Samsom: Wel. (lacht) Ik moet mijn optimisme inderdaad wel heel ver oprekken om daarin te blijven geloven. Daarvoor zijn scenario’s nodig waarbij de aarde meer opwarmt maar vervolgens weer afkoelt tot die anderhalve graad. Ik hoop nog altijd dat we uiteindelijk onder 2 graden kunnen blijven, dat zal nog meer dan genoeg ellende meebrengen.

De gevolgen van die opwarming zijn ondertussen ook hier voelbaar. Tot heel veel actie zet dat niet meer aan.

Samsom: Gedragswetenschappen zijn een aparte sport, een waarin ik niet heel bedreven ben. Vroeger ging klimaatverandering over een treurig kijkende ijsbeer op een smeltende ijsschots. Dat werden vervolgens overstromingen in Mozambique, maar dat was nog altijd Afrika en heel ver weg. Vandaag zijn zulke overstromingen, en ook bosbranden, niet meer ongewoon in Europa. Ik had gedacht dat het voor een kantelpunt zou zorgen, maar meestal zorgen zulke rampen maar even voor actie. In 2020 waren er grote overstromingen in Griekenland. Daarvoor was de Griekse regering nooit echt geïnteresseerd in klimaat, maar plotseling werd dat land in Europa de ijverigste leerling van de klas. Het heeft helaas niet heel lang geduurd. (lacht)

U beschrijft in uw boek dat we ons in cycli zorgen maken over het klimaat. De eerste cyclus begon deze eeuw met de film An Inconvenient Truth van Al Gore, daarna kwamen de klimaatspijbelaars en Greta Thunberg. Daardoor raakte na de Europese verkiezingen van 2019 de Green Deal goedgekeurd.

Samsom: Mijn jonge medewerkers in Brussel, en ook activisten bij ngo’s, dachten allemaal dat die periode normaal was. Ze gingen ervan uit dat de urgentie over het klimaat en de steun voor ambitieuze wetgeving nooit meer weg zouden gaan toen we aan de Green Deal begonnen. Ik was in die vergaderzaaltjes de pessimist, want ik had dertig jaar lang in de regen over het klimaat lopen schreeuwen. Niemand luisterde toen.

Na 2019 brak er een geweldige periode aan, en we moesten daar zoveel mogelijk van profiteren voor zolang het duurde. Ik mag met enige tevredenheid stellen dat we daar ook goed in geslaagd zijn. Als we nu aan de Green Deal zouden moeten beginnen, was dat een veel moeilijkere strijd geworden. Het zal nog enkele jaren slechter worden voor het weer beter gaat.

Vandaag is de urgentie weer weg. Wat blijft er straks over van de groene klimaatambities van Europa?

Samsom: We hebben stevige muren gebouwd rond ons klimaatpakket van Fit for 55 (deel van de Green Deal dat de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 55 procent moet verminderen, nvdr). Daar wordt vandaag op geschoten, maar er zit voorlopig nog geen gat in de muur. De klimaatdoelstellingen blijven overeind. Alles wat voor die muren staat en weerloos is, wordt ondertussen wel vertrappeld.

Biodiversiteit is ook een heel belangrijk probleem, en daarvoor doet Europa veel te weinig. De interesse voor klimaat is er ook maar gekomen sinds we daar met wind- en zonne-energie een businesscase voor kunnen maken. Die is er helaas niet voor het belang van de bloemetjes en de bijtjes, en de landbouwlobby staat heel erg sterk. Europa is opgericht als een kolen- en staalunie, maar daarna werd het toch vooral een landbouwproject. Dat is het helaas nog altijd.

De corona- en energiecrisis waren voor Europa redenen om sneller te gaan met het klimaat. Sinds we vooral bezig zijn met ons leger op te tuigen tegen Rusland, lukt dat veel minder.

Samsom: Dat klopt, ja. Het is heel moeilijk om van defensie een klimaatstrijd te maken. Een collega in de Tweede Kamer heeft wel eens parlementaire vragen gesteld over tanks op zonne-energie, of dat een mogelijkheid was.

En?

Samsom: Het antwoord was: als we er een voetbalveld aan zonnepanelen op monteren, kan het lukken. Dat maakt die tank natuurlijk wel ietsje minder wendbaar. (lacht) Het toont mooi aan dat je die twee zaken niet kunt verzoenen: de wereld redden en alles wat je voor je krijgt kapotschieten.

‘Een Chinese vriend zei me: jullie gaan het nog knap lastig krijgen om uit te leggen waarom precies onze economie niet werkt. Voorlopig heeft hij gelijk.’

Maar om de optimist in mij weer even aan te spreken: drones zijn oorlogswapens geworden, maar ze zijn ook buitengewoon belangrijk voor zoiets als precisielandbouw. De uitvinding van batterijen is door defensie enorm versneld, en zo hoop ik dat er ook nu weer spin-offs zullen ontstaan die buiten het leger even nuttig zijn. Als Oekraïne door de oorlog met Rusland vervroegd lid wordt van de Europese Unie, krijgen we er trouwens een enorm land bij met heel veel potentieel voor grondstoffen en energiewinning. Het klinkt misschien cynisch, maar we kunnen er dan maar wel bij varen.

De Chinese economie groeit nog altijd indrukwekkend snel, maar de uitstoot van dat land zal dit jaar waarschijnlijk stabiliseren of zelfs lichtjes dalen. Is China niet stilaan de groene motor van de wereld in plaats van Europa?

Samsom: Het is adembenemend wat daar gebeurt. Dat is eigenlijk een mijlpaal waarvan ik lang heb gedacht dat ik hem nooit zou meemaken. Ik geloof wel niet dat de dictatoriale, autoritaire manier waarop dat land geleid wordt blijvend zal zorgen voor een bloeiende economie. Die economie is ook nog altijd veel te afhankelijk van wat wij van China kopen. Dus er zal ooit een stevige correctie gebeuren.

‘Ik ben een techno-optimist die heel vrolijk wordt van zonnepanelen. Maar ergens in mijn achterhoofd klinkt er ook wel een stemmetje dat daar kritische vragen over stelt.’

Dat zeggen we in Europa al 25 jaar over China.

Samsom: Dat is zo. Ik raakte op klimaattoppen goed bevriend met een Chinese diplomaat. Hij is een briljante kerel en hij zei altijd: jullie gaan het nog knap lastig krijgen om uit te leggen waarom precies onze economie niet werkt. Voorlopig heeft hij gelijk. Maar alleen al vanuit mijn democratische en liberale waarden blijf ik geloven dat het daar een keer lelijk fout zal lopen.

In uw boek vindt u heel veel zaken vrolijkmakend. Is het ook vrolijkmakend dat China onze markt overspoelt met goedkope zonnepanelen en elektrische wagens?

Samsom: Ik ben een techno-optimist die heel vrolijk wordt van zonnepanelen. Maar ergens in mijn achterhoofd klinkt er ook wel een stemmetje dat daar kritische vragen over stelt. Het hoeft ook niet zo te blijven dat China de hele wereld voorziet van die panelen. Vandaag worden ze met silicium gemaakt. Dat is een vrij lompe technologie, er bestaan slimmere manieren om zonlicht in elektrische stroom om te zetten. Waarom kan zo’n nieuwe generatie van zonnepanelen niet in Europa worden bedacht? Het is helemaal niet gezegd dat China technologisch dominant wordt, Europa is nog altijd de uitvinder van de wereld.

Is dat zo? Het is vandaag heel modieus om te beweren dat Europa in slaap is gesukkeld.

Samsom: Europa is een verouderend continent, dat klopt. In de digitale economie zullen we de leiding waarschijnlijk ook niet meer overnemen, maar in groene technologie hebben wij meer patenten op onze naam staan dan China of de VS. Natuurlijk, als we die patenten vervolgens op de plank laten liggen en er niets mee doen, schieten we niet op. Daar stokt het vandaag vaak, dat is ook waarover Mario Draghi (ex-voorzitter van de Europese Centrale Bank die vorig jaar een rapport schreef over het Europese concurrentievermogen, nvdr) het heeft. Ik vond dat rapport echt een pageturner.

In elektrische wagens is China ons voorlopig zo aan het overklassen dat de Europese auto-industrie stilaan op het spel staat. Zeker voor Duitsland voelt dat heel bedreigend.

Samsom: Dat is inderdaad een iconische maakindustrie. Als niemand straks nog een Europese auto koopt, breekt hier een financiële crisis uit. Die industrie is natuurlijk ook zelf heel veel tijd verloren, maar ik denk dat we die achterstand wel nog kunnen goedmaken. Mijn voorspelling, voor wat ze waard is, is dat we massieve investeringen zullen zien in de auto-industrie. Politici kunnen het zich niet permitteren om die over de kop te laten gaan.

Ik ken ook de economische theorie dat slecht presterende fabrieken gewoon failliet moeten gaan, maar dat zal niet gebeuren. Het is dan ook aan de autobouwers om zichzelf te bewijzen en zichzelf heruit te vinden. In 2035 mogen in Europa geen wagens op benzine of diesel meer worden verkocht. Er is nu sprake van om die datum uit te stellen. Dat zou een heel slecht idee zijn als je de wedstrijd nog wilt winnen, en ik heb ook wel het idee dat de fabrikanten zelf daar niet voor zijn.

U schrijft in uw boek dat u vroeger overtuigd was van degrowth: ongebreidelde economische groei kon onze planeet niet aan. Hoe bent u van dat geloof gevallen?

Samsom: De Club van Rome schreef al in de jaren zeventig over het einde aan de grenzen van de groei. Dat was lang ook heel logisch: hoe zouden we in hemelsnaam straks met 10 miljard mensen op deze planeet kunnen leven? Olie, kolen en gas waren grondstoffen die een keer zouden opraken, maar ondertussen krijgen wij elke dag van de zon zo’n grote bak energie die we nooit op krijgen. De zon is een onuitputtelijke bron, daarover hoeven we ons geen zorgen meer te maken.

‘Ik sta ergens in het midden tussen de voor- en tegenstanders van kernenergie, die zich ongeveer op een melkwegafstand van elkaar bevinden.’

Ik ben er als politicus gewoon achter gekomen dat degrowth niet kan. Groei is de motor van onze samenleving. Ik was partijleider van de PvdA toen de Nederlandse economie kromp. Elke maand kwamen er dertigduizend werklozen bij. Als experiment voor degrowth was dat een verschrikking. Mensen zeggen dan dat we die economische krimp beter moeten begeleiden, maar volgens mij kan dat niet. Het is ook filosofisch: de mens heeft uit zichzelf de ambitie om het elke dag een heel klein beetje beter te doen dan gisteren. Zo zitten we nu eenmaal in elkaar.

Ik heb het idee dat er maar onnozel weinig mensen echt geloven in degrowth, en dat het vooral iets is dat de tegenstanders ervan met veel smaak opblazen.

Samsom: Als ik weer eens een optimistische column heb geschreven over het klimaat krijg ik er altijd toch weer heel wat in mijn mailbox. Het idee dat het klimaat op te lossen valt met een technofix jaagt die mensen de gordijnen in. Het zal uiteindelijk ook een mix van oplossingen worden. Ons dieet, bijvoorbeeld, moet echt veranderen. We eten veel te veel dierlijke eiwitten. Dat is ongezond voor ons, en het is echt verwoestend voor de natuur. Dat kan niet met 10 miljard mensen.

U beschrijft een discussie tussen Europese ambtenaren over gedragswijzigingen van de mens om het klimaat te redden. U lijkt de enige te zijn die daarin gelooft, politiek is dat totaal onverkoopbaar.

Samsom: Ja. Vandaag is de politieke moed helemaal weg om dat te vragen. Zeker als het over eten gaat, is het onbespreekbaar. Mij werd ook, vooral door Italiaanse collega’s, meteen duidelijk gemaakt dat ik als Nederlander niets te zeggen heb over culinaire zaken. Ik vloekte in hun kerk, terwijl eten ons in Nederland inderdaad een tikje minder interesseert. (grijnst)

Voor een kernfysicus schrijft u weinig over kernenergie. Onze regering-De Wever wil daar weer vol op inzetten.

Samsom: Ik sta ergens in het midden tussen de voor- en tegenstanders van kernenergie, die zich ongeveer op een melkwegafstand van elkaar bevinden. Vandaag wordt zo’n 10 procent van onze energie uit kernenergie gehaald, en ik denk dat dat in 2050 nog altijd ongeveer hetzelfde zal zijn.

‘Ik was bij Greenpeace ook heel sceptisch als iemand beweerde het bedrijfsleven van binnenuit te zullen veranderen. En toch geloof ik echt dat ik dat nu aan het doen ben.’

We hebben die 10 procent echt nodig, anders wordt het weer een heel ingewikkeld verhaal als we alleen wind- en zonne-energie overhouden. We zullen straks ook nieuwe kerncentrales moeten bouwen zoals we dat in vijftig jaar niet meer hebben gedaan – dus het wordt al een zware klus om die 10 procent te behouden.

Zullen we met kleine reactoren werken? Misschien. Hoewel, zelfs als ze dezelfde spectaculaire innovatiecurve volgen als zonnepanelen, zullen ze te laat zijn om ons klimaatprobleem tegen 2050 op te lossen. Maar de wereld is natuurlijk groter dan Europa. Zeker Afrika, dat straks twee keer zoveel mensen telt als vandaag en zes keer rijker wordt, zal heel veel energie nodig hebben. Ik sluit niet uit dat daar in de tweede helft van deze eeuw kleine reactoren een grote rol zullen spelen.

U bent sinds vorig jaar de voorzitter van de raad van commissarissen van de Nederlandse Gasunie, een staatsbedrijf. Toen ik dat vertelde tegen een vriend uit de milieubeweging, reageerde hij – hoe zal ik het samenvatten? – teleurgesteld.

Samsom: Ik erken dat onmiddellijk. Ik was vroeger bij Greenpeace ook heel sceptisch als iemand beweerde het bedrijfsleven van binnenuit te zullen veranderen. En toch geloof ik echt dat ik dat nu aan het doen ben. Tot voor kort was de Gasunie een transportnet voor aardgas, maar sinds mijn komst als toezichthouder hebben we een nieuwe strategie uitgeschreven om dat radicaal te veranderen. We gaan ook waterstof vervoeren, waarvan ik geloof dat het een belangrijke technologie wordt, en warmtenetten voorzien. Koolstofgas is helaas voorlopig ook nog nodig, maar vooral omdat we te laat begonnen zijn met de transitie.

Uw partijgenoot en oud-baas Frans Timmermans verloor met GroenLinks-PvdA vanuit de oppositie vorige maand roemloos de Nederlandse verkiezingen. Hebt u daar een verklaring voor?

Samsom: De energie en dynamiek in de Nederlandse politiek zitten al een hele tijd op rechts. Wij zijn in de laatste weken vijf zetels verloren aan de andere progressieve jongen van het moment, Rob Jetten. Op zichzelf is dat niet zo’n ramp, maar links als geheel is gewoon al vele jaren te klein.

Lag het aan de figuur van Timmermans? Ook in Vlaanderen vinden velen hem elitair.

Samsom: In 2019 bij de Europese verkiezingen maakte hij van de PvdA de grootste partij van Nederland, maar de Nederlandse kiezer gedraagt zich al enige tijd licht manisch. Ik ga daar niet veel slechts over zeggen, want ik heb er mijn spectaculaire verkiezingswinst uit 2012 aan te danken. Toen schoot mijn partij in drie weken van 12 naar 38 zetels. Daar zat vast wel iets van een verklaring onder, maar het bewees toch vooral hoe volatiel uitslagen zijn geworden.

Timmermans was de leidende kracht in de nieuwe fusiepartij tussen de PvdA en GroenLinks. Bestaat de kans dat daar weer barstjes in komen na de nederlaag?

Samsom: Nee. Jesse Klaver is nu de leider van de beweging, en hij is de andere aartsvader van de samenwerking. Hij zal die erfenis ook willen veiligstellen als nieuwe partijleider.

U wordt zelf genoemd als mogelijke minister in een kabinet-Jetten. En u schijnt daar zelfs wel zin in te hebben.

Samsom: De samenvattingen van mijn antwoorden tegen journalisten zijn soms wonderlijk. Ik heb alleen gezegd dat ik vind dat een partijlid niet ‘nee’ kan zeggen als hij gevraagd wordt om minister te worden. In 2012 heb ik zelf mensen gebeld voor het ministerschap in de regering, en er waren er die gewoon weigerden. Ik ben daar nog altijd niet overheen: als je zoveel aan de partij te danken hebt, moet je ook iets willen terugdoen. Maar dat betekent nog niet dat ik vandaag aan de telefoon zou zitten wachten op een belletje.

Pfas, stikstof en beton: is Vlaams landbouwminister Jo Brouns (CD&V) te laks?

Diederik Samsom, Groene supermacht, De Correspondent, 22 euro, 232 bladzijden.

Diederik Samsom

1971: Geboren in Groningen.

Studeerde kernfysica aan de Technische Universiteit Delft.

Campagneleider van Greenpeace.

2003-2016: Lid van de Tweede Kamer voor de PvdA.

2012-2016: Politiek leider van de partij.

2019-2024: Kabinetschef van Frans Timmermans en later Wopke Hoekstra in de Europese Commissie.

Columnist bij de Volkskrant.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise