De Braziliaanse minister van Milieu Marina Silva gelooft ondanks Donald Trump in het succes van de wereldklimaatconferentie die van 10 tot 21 november plaatsvindt in Belém. Ze wil de ontbossing in het Amazonegebied tegen 2030 stoppen, en verzet zich tegen een omstreden wet en persoonlijke aanvallen. ‘Ik kan me niet voorstellen dat we geen uitweg voor de mensheid zouden vinden.’
Marina Silva (67) ontvangt ons in haar kantoor op de bovenste verdieping van het ministerie van Milieu in Brasília, een eenvoudig kantoorgebouw aan de hoofdlaan van de hoofdstad die mede is ontworpen door sterarchitect Oscar Niemeyer.
Het zijn hectische dagen in het regeringscentrum. De Amerikaanse president Donald Trump heeft importheffingen van 50 procent tegen Brazilië aangekondigd. Op de dag van het interview bespreekt het kabinet vergeldingsmaatregelen.
In Silva’s kantoor hangen opvallend veel foto’s van president Luiz Inácio Lula da Silva. De twee kennen elkaar al jaren uit hun tijd bij de arbeiderspartij PT, die Lula heeft mee opgericht.
Toch verschillen hun achtergronden: Lula is een arbeiderskind uit het noordoosten dat werd gevormd in de industriële buitenwijken van São Paulo, Silva is de dochter van een rubbertapper en groeide op in een paalwoning in het regenwoud. Pas op haar zestiende leerde ze lezen en schrijven. Kort voor het einde van de militaire dictatuur in 1985 sloot ze zich aan bij de landarbeidersbeweging, die zich inzette voor duurzaam beheer van het regenwoud.
Op haar 36e werd ze voor de PT verkozen tot de toen jongste senator van Brazilië. Silva, die vier kinderen opvoedde, is diep religieus en bekeerde zich van het katholicisme tot een evangelische gemeenschap. Lula benoemde haar in zijn eerste twee ambtstermijnen vanaf 2003 tot minister van Milieu, en in 2023 opnieuw.
Ze is een icoon van de internationale milieu- en klimaatbeweging. De kleine, tengere vrouw met het haar strak in een vlecht draagt een inheemse halsketting. Ze glimlacht warm, spreekt aanvankelijk met een zachte stem. Maar dat verandert in de loop van het interview.
President Lula heeft over de wereldklimaatconferentie in november in het Braziliaanse Belém gezegd dat het ‘de laatste kans is om een onomkeerbare instorting van het klimaatsysteem te voorkomen’. De Verenigde Staten en president Donald Trump hebben het klimaatbeleid losgelaten. Hoe wilt u die instorting nog tegenhouden?
Marina Silva: Een maand geleden sprak ik met de voorzitter van het IPCC, de hoofdklimatoloog van de Verenigde Naties. Hij vertelde me dat we tot nu toe een tijdvenster hadden om die instorting te voorkomen. Die staat nu nog slechts op een kier. Door het vertrek van de VS uit het Klimaatakkoord van Parijs is die kier nóg kleiner geworden.
Is het dan nog zinvol om de strijd tegen de klimaatcrisis voort te zetten?
Silva: Ik kan me niet voorstellen dat we geen uitweg voor de mensheid zouden vinden. We mogen de vooruitgang op klimaatgebied niet opgeven.
Maar precies dat gebeurt momenteel in de VS.
Silva: De VS zijn de op een na grootste uitstoter van broeikasgassen. Tegelijkertijd beschikken ze over de grootste technologische middelen om de klimaatverandering te bestrijden. Toch zijn ze een tegenkracht geworden. Ook veel bedrijven keren zich af van de principes van klimaatbescherming. Het vertrek van de VS uit het Klimaatakkoord van Parijs betekent dat anderen dubbel zo hard hun best moeten doen om de planeet te redden.
‘We moeten allemaal ons deel doen – we zijn tenslotte geen zelfmoordenaars.’
Aan wie denkt u als u zegt dat anderen zich extra moeten inspannen?
Silva: Aan iedereen die naar de COP30-klimaatconferentie in Belém komt en zich moet verbinden aan de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Aan landen die ontwikkelingslanden financieel ondersteunen, zodat zij de energietransitie kunnen doormaken. We moeten allemaal ons deel doen – we zijn tenslotte geen zelfmoordenaars.
Vreest u niet dat andere landen het voorbeeld van de VS zullen volgen?
Silva: Ik begrijp dat elk land, binnen deze moeilijke en uitdagende geopolitieke context waarin we meer en beter klimaatbeleid nodig hebben, zijn eigen problemen kent. Toch blijf ik optimistisch. Zo heeft Europa vanwege de oorlog in Oekraïne gas als energiebron gedegradeerd.
Hoe zou een succesvol resultaat van de COP30 eruitzien?
Silva: De grootste wereldmacht doet niet meer mee aan het Klimaatakkoord van Parijs. Daarom moeten Brazilië, de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk, Zuid-Afrika, China en India een fundamentele strategische rol opnemen binnen het geheel van landen.
De laatste twee wereldklimaatconferenties eindigden vrij teleurstellend. Wat wilt u dit keer anders doen?
Silva: We hebben erop aangedrongen dat de COP30 de conferentie van de uitvoering moet worden, dus van het uitvoeren van de reeds gemaakte afspraken. Op de conferentie van twee jaar geleden in Dubai, in het hart van de olieproductie, hebben we afgesproken om de opwarming te beperken tot 1,5 graden, middelen beschikbaar te stellen voor uitvoering, het aandeel hernieuwbare energie te verdrievoudigen én de ontbossing volledig te beëindigen. Daarom noemen wij onze COP in Belém ‘Mutirão’, wat zoveel betekent als ‘gezamenlijke inspanning’ – het idee om mensen samen te brengen om iets belangrijks te bereiken.
‘Het ergste wat er kan gebeuren, is dat we door de omstandigheden worden veranderd in plaats van zelf te veranderen.’
Is dat niet eerder wensdenken?
Silva: Het ergste wat er kan gebeuren, is dat we door de omstandigheden worden veranderd in plaats van zelf te veranderen. En dat gebeurt nu al. De planeet bevindt zich al in de rode zone. Wat ons weer perspectief kan geven, is de oprichting van een groep die tot de volgende COP werkt aan een routekaart voor de uitfasering van fossiele brandstoffen en het stoppen van ontbossing. We hebben een eerlijke overgang nodig, ook voor landen die het technologisch of financieel moeilijk hebben om hun energiebronnen te vervangen. Daarom is het belangrijk om publieke en private middelen te mobiliseren.
Binnen de Duitse regering willen sommigen het doel van klimaatneutraliteit uitstellen van 2045 naar 2050.
Silva: We hebben een startpunt en een einddoel: CO₂-neutraliteit in 2050. Het is belangrijk om te weten wat daarvoor nodig is, zeker in democratieën waar regeringen veranderen, net als ceo’s van bedrijven of leiders van multilaterale instellingen. Stel dat we tijdens de eerste twee ambtstermijnen van president Lula ons huiswerk niet hadden gemaakt op klimaatgebied…
Hoe redden we het Amazonewoud? ‘We mogen niet alles verbruiken wat voor onze neus ligt’
Wat zou er dan gebeurd zijn?
Silva: Tijdens de vier jaar onder Jair Bolsonaro – tot eind 2022 – lag de hele klimaatagenda stil. Daarom hebben we nu een routekaart nodig. Zoals president Lula heeft aangekondigd: hij wil de ontbossing in het Amazonegebied tegen 2030 tot nul terugbrengen. Ik moet toegeven dat dat doel me elke dag weer angst aanjaagt, maar het is een gezonde angst. We zijn er de afgelopen twee jaar in geslaagd de ontbossing met 46 procent terug te dringen.
Maar net nu de wereldklimaatconferentie eraan komt, haalt uw land negatieve krantenkoppen als het gaat om klimaat- en milieubeleid. Onlangs heeft het Braziliaanse parlement – tegen uw wil in – een wet aangenomen die de milieu-eisen bij aanbestedingen drastisch versoepelt.
Silva: Als deze wet blijft zoals ze nu door het Nationaal Congres is aangenomen, dan belemmert ze de bescherming van het milieu. Als ik bijvoorbeeld een weg aanleg zonder aan de voorschriften te voldoen, kan dat leiden tot de vernietiging van bossen en de uitstoot van broeikasgassen.
Kunt u daar nog iets aan doen?
Silva: President Lula heeft ons opgedragen om alternatieve voorstellen te doen, zodat we de onderdelen van het wetsvoorstel kunnen corrigeren die de nationale en internationale klimaatverplichtingen van Brazilië in gevaar brengen.
Als dat niet lukt, zal Brazilië zich moeilijk nog als koploper op het gebied van klimaatbescherming kunnen opwerpen.
Silva: Brazilië levert een grote bijdrage aan het wereldwijde klimaatbeleid. Om het goede voorbeeld te geven, hebben we ons tot doel gesteld om tegen 2035 de uitstoot van broeikasgassen met 59 à 67 procent te verminderen. Door de ontbossing terug te dringen hebben we voorkomen dat meer dan 400 miljoen ton CO₂ in de atmosfeer terechtkwam.
Daarnaast werken we aan de oprichting van de Tropical Forest Forever Facility, een wereldwijd fonds dat als doel heeft landen met tropisch regenwoud die goede resultaten boeken in de strijd tegen ontbossing per beschermde hectare financiële vergoedingen te geven. We proberen ongeveer twee miljard dollar te mobiliseren zodat Braziliaanse landbouwers gedegradeerde grond kunnen herstellen in plaats van bos te kappen om er landbouwgrond van te maken.
Veel parlementsleden en senatoren zijn zelf grootgrondbezitters. Welk belang zouden zij hebben bij strengere milieuwetten?
Silva: Ik ken veel landeigenaren die zich tegen de versoepeling van de milieuregels hebben uitgesproken. Ze weten wat er op het spel staat. Ook veel privébedrijven protesteren tegen de nieuwe regeling. Helaas zijn er ook anderen die denken dat we terug kunnen naar een economie zoals in het begin van de twintigste eeuw – niet alleen in Brazilië, maar wereldwijd. Zij hebben deze wet met een grote meerderheid aangenomen.
Zelfs als de president zijn veto uitspreekt, kan het Congres dat overrulen.
Silva: Uit een recent gepubliceerde peiling blijkt dat 77 procent van de bevolking tegen de versoepeling van milieuregels is. De bevolking staat dus aan onze kant.
‘De bevolking staat aan onze kant.’’
En president Lula ook?
Silva: De president staat aan de kant van het milieu. Hij was het die zich tijdens de verkiezingscampagne, en daarna als president, ertoe heeft verbonden om de ontbossing tegen 2030 tot nul te herleiden.
Lula komt uit de vakbondsbeweging en staat dicht bij de industrie. Milieubeleid was voor hem niet altijd een prioriteit.
Silva: De vakbondsbeweging is veranderd. President Lula had iemand anders kunnen benoemen als minister van Milieu. Maar hij heeft míj uitgenodigd en groene beleidslijnen vastgesteld waarop een beleid gebaseerd kan worden dat werkelijk tot verandering leidt.
En dat kost tijd om te rijpen. Lula leidt een brede coalitieregering, waarin het onvermijdelijk is dat er meningsverschillen tussen ministers zijn. Wat ons bindt, is de bescherming van onze democratie. Sommigen saboteren niet alleen onze democratie, maar bedreigen ook onze soevereiniteit, ten dienste van belangen die het Braziliaanse volk, de boeren en de industrie schade toebrengen.
‘De inmenging van Trump in onze politiek is juridisch onaanvaardbaar. In Brazilië zijn de machten gescheiden.’
U verwijst duidelijk naar de extreemrechtse ex-president Jair Bolsonaro, die momenteel onder huisarrest staat. De regering-Trump heeft zware invoerheffingen tegen Brazilië ingesteld en de verantwoordelijke rechter met sancties bedreigd. Die zouden pas opgeheven worden als het proces tegen Bolsonaro wegens poging tot staatsgreep wordt gestaakt.
Silva: Eigenlijk zouden politieke leiders het welzijn van hun volk moeten verdedigen. Maar op dit moment vindt er een perverse omkering van waarden plaats: de voormalige president, de partij en de familie van Jair Bolsonaro werken samen met de Amerikaanse regering om zich te onttrekken aan de misdaden die hij heeft begaan. De inmenging van Trump is juridisch onaanvaardbaar, want in Brazilië zijn de machten gescheiden. Hoe kan hij eisen dat het proces tegen Bolsonaro wordt stopgezet, of dat er anders 50 procent invoerheffingen worden opgelegd aan Brazilië?
Het is onvergeeflijk dat een voormalige president van onze republiek dit ondersteunt en zelfs deze chantage door de VS organiseert. Alsof het nog niet genoeg was dat hij tijdens de coronapandemie misdaden tegen de menselijkheid pleegde. Nu begaat hij ook nog een misdaad tegen het vaderland door actief te proberen de industriële, commerciële, economische, sociale en ecologische belangen van ons land te schaden.
Zit uw regering niet zelf ook gevangen in een spanningsveld: enerzijds de wil om het milieu te beschermen, en anderzijds de noodzaak om bedrijven en de landbouwindustrie te ondersteunen?
Silva: Wij willen aantonen dat het niet nodig is om de natuur te vernietigen om een grote voedselproducent te zijn. In de afgelopen twee jaar hebben we de ontbossing verminderd, terwijl de agrarische sector met 15 procent is gegroeid en het inkomen per inwoner met 11 procent is toegenomen.
Veel Europeanen vrezen dat de winst uit de teelt van soja en suikerriet ten koste gaat van het regenwoud.
Silva: We moeten de productiviteit verhogen. Brazilië kan een grote bijdrage leveren aan energiezekerheid en voedselzekerheid in de wereld. En dat kunnen we op een duurzame manier doen.
‘We mogen machismo en racisme niet accepteren, net zomin als femicide en andere gruweldaden die worden versterkt door politieke agressie tegen vrouwen.’
Tijdens een hoorzitting in het Congres bent u onlangs fel aangevallen door parlementsleden en senatoren. U werd onder meer uitgemaakt voor ‘onelegant’ en ‘een schande’. Tijdens een hoorzitting in de Senaat zeiden politici dat u ‘uw plaats moest kennen’ en geen respect verdiende. U verliet daarop de zaal. Wat ging er op dat moment in u om?
Silva: Helaas is politieke agressie tegen vrouwen in veel delen van de wereld een realiteit. In Brazilië is die nog meer uitgesproken. Maar onze vrouwen verzetten zich, en onze wetten blijven overeind. We laten ons niet intimideren. De reactie van niet alleen vrouwen, maar van de hele Braziliaanse samenleving, was duidelijk: machismo en racisme mogen we niet accepteren, net zomin als femicide en andere gruweldaden die worden versterkt door politieke agressie tegen vrouwen.
Vindt u het juist dat de staatsoliemaatschappij Petrobras wil boren naar olie voor de kust van de deelstaat Amapá, in het gebied van de Amazonemonding?
Silva: Er zijn nog veel vragen onbeantwoord. We hebben een onafhankelijk milieuagentschap, Ibama, dat beslist over deze kwestie. De vorige directeur van Ibama, die ik heb benoemd, heeft geconcludeerd dat Petrobras niet over de nodige informatie beschikt voor dit risicovolle project. De huidige directeur heeft die beslissing nog niet herzien. Nu heeft het ministerie van Energie een strategische studie aangekondigd die uiterlijk eind 2025 klaar moet zijn. Pas daarna kan een onderbouwde beslissing worden genomen.
Carlos Nobre wil het Amazonewoud redden: ‘Het is tijd voor agressieve maatregelen’
In 2008 nam u ontslag als minister van Milieu onder president Lula. Wat was toen de breuklijn?
Silva: Dat was op het moment dat de regering begon af te wijken van het pad dat we samen waren ingeslagen. Ik had toen geen ruimte meer om mijn werk als minister naar eer en geweten uit te voeren. Dat is nu anders.
Hoe groot is de kans dat u dat opnieuw moet doen?
Silva: (lacht) Daar denk ik helemaal niet aan. Zolang ik het gevoel heb dat ik kan bijdragen aan een beleid dat de juiste richting uitgaat, zal ik dat doen. De president respecteert mijn werk. Hij weet dat het succes van dit beleid ook zijn succes is.
Wat is uw rode lijn?
Silva: Ik zou de regering verlaten als ik zou worden gedwongen om een beleid te verdedigen dat ik moreel en technisch niet kan verantwoorden. Zo ben ik opgevoed door mijn grootvader, een voormalige rubbertapper en analfabeet: ik moet trouw blijven aan wat ik geloof, ongeacht de gevolgen.
Geograaf Gerard Govers: ‘Waarom zouden we onze veilige kerncentrales niet meer mogen gebruiken?’