Naomi Van den Broeck

‘Goldrush op de zeebodem: tijd voor een moratorium op diepzeemijnbouw’

Naomi Van den Broeck Medewerker Fairfin

‘We moeten nu in actie schieten om commerciële diepzeemijnbouw te voorkomen’, schrijft Naomi Van den Broeck van Fairfin.

In de Stille Oceaan ligt de Clarion Clipperton Zone, een gebied van zo’n 5 miljoen vierkante kilometer waar we op de oceaanbodem allerlei kostbare mineralen zoals lithium en kobalt terugvinden. Het laatste decennium ontstond een ware goldrush om deze mineralen te ontginnen via diepzeemijnbouw. De betrokken bedrijven verwachten in de nabije toekomst een enorme vraag naar deze mineralen die noodzakelijk zouden zijn voor de klimaattransitie. Deze mineralen worden onder andere gebruikt in batterijen en elektronica, die nodig zijn voor de productie van bijvoorbeeld elektrische wagens en windturbines.

De Belgische multinational DEME zet sterk in op het duurzaamheidsimago van diepzeemijnbouw en neemt, via haar dochteronderneming DEME-GSR een pioniersrol op bij het mijnen van de mineralen, met steun van Belgische financierders. Toch wijzen  wetenschappers en milieuactivisten al op de grote negatieve impact die diepzeemijnbouw met zich mee zou kunnen brengen.

Slecht voor de oceaan en dus slecht voor het klimaat

Hoewel er nog maar heel weinig geweten is over de oceaan en zijn bodem, benadrukken wetenschappers dat diepzeemijnbouw een grote en zelfs onomkeerbare impact zal hebben. Bij het mijnen worden er stofwolken gecreëerd die zich tot honderden kilometers kunnen verspreiden: zo worden vele, vaak nog onbekende, organismen verstoord of vernietigd. Vissen zoals tonijn, zwaardvis en marlijn verhongeren, een ware ramp voor lokale vissers in de Stille Oceaan die sterk afhankelijk zijn van deze visvangst als voedsel en inkomen.

Daarnaast zou diepzeemijnbouw juist heel slecht voor het klimaat kunnen zijn. Doordat de bodemlaag wordt verstoord, wordt er minder CO2 door het water opgenomen en kan de oceaan haar cruciale rol als blauwe long voor de planeet niet meer opnemen. 

De gevolgen van diepzeemijnbouw zijn bovendien niet van korte duur: de zeebodem herstelt zich enorm traag. Zo zijn er nog sporen te vinden van de eerste mijnbouwexpedities die in de jaren ‘70 plaatsvonden. Wanneer commerciële diepzeemijnbouw mogelijk zou worden op grote schaal, dan brengt het dus aanzienlijke en onomkeerbare schade op lange termijn met zich mee voor mens en planeet. Dat is allesbehalve ‘duurzaam’.

Tijd voor actie

We moeten nu in actie schieten om commerciële diepzeemijnbouw te voorkomen. In juni 2021 activeerde eilandstaat Nauru een ingrijpende clausule waardoor de Internationale Zeebodemautoriteit, het orgaan dat waakt over de oceanen en zijn grondstoffen, tegen begin juli 2023 aangepaste regelgeving moet voorzien voor de daadwerkelijke ontginning van de zeebodem. Hierdoor komt de ontginning van de zeebodem in een echte stroomversnelling terecht en kan commerciële diepzeemijnbouw snel realiteit worden.

(Lees verder onder het artikel.)

Ook België speelt een grote rol in dit kantelmoment. Zo is België momenteel zijn diepzeemijnbouwwet aan het aanpassen en zal België vanaf januari 2023 in de Raad van de Internationale Zeebodemautoriteit zetelen. Zij zullen dus mee kunnen onderhandelen over die internationale regelgeving, ook wel Mining Code genoemd.

Daarom roept FairFin, België op om diepzeemijnbouwactiviteiten niet meer te ondersteunen en zich mee achter een moratorium van diepzeemijnbouw te scharen. Een moratorium is een tijdelijke stop op diepzeemijnbouw. Op die manier kunnen de gevolgen van de diepzeemijnbouwactiviteiten volledig worden begrepen en beter worden ingeperkt,waardoor we kunnen verzekeren dat het mariene milieu en de biodiversiteit voldoende beschermd kan worden.

Een groeiend aantal (eiland)staten, ngo’s, wetenschappers, het Europees Parlement en zelfs verschillende autobedrijven riepen al op tot zo’n moratorium. Meer recent verklaarde ook Duitsland en Frankrijk (die ook exploratiecontracten bezitten) zich ook achter zo’n tijdelijke stop te willen scharen.

Ook voor de banken

Ook de banken actief in België moeten dit moratorium ondersteunen en mogen geen bedrijven financieren die aan diepzeemijnbouwactiviteiten doen. Het VN-Milieuprogramma is duidelijk in een rapport van 2022: de financiering van diepzeemijnbouwactiviteiten is niet in overeenstemming met de financieringsbeginselen van de duurzame blauwe economie.

Deze 14 niet-bindende beginselen werden in 2018 opgesteld door onder meer de Europese Commissie, WWF en de Europese Investeringsbank. Ze benadrukken dat investeringsbeslissingen rekening moeten houden met de lange termijn: met economische, sociale en milieuwaarden en dat dit verder moet gaan dan het vermijden van schade.

Financierders moeten volgens deze beginselen rekening houden met het voorzorgsprincipe. Wanneer we niet weten hoe schadelijk een investering is, dan is voorkomen beter dan herstellen. Aangezien we dus nog onvoldoende wetenschappelijke gegevens hebben over de exacte impact van diepzeemijnbouw, mogen we er dus niet in investeren.

Toch financieren BNP Paribas, de Nationale Bank van België, KBC, ING en Belfius  het bedrijf DEME, zonder voorwaarden te stellen. Hierdoor maken ze de toekomstige schadelijke diepzeemijnbouw van DEME-GSR mogelijk.

In tijden waarin banken woekerwinsten boeken op fossiele investeringen, energieprijzen voor burgers de pan uit rijzen en de klimaatcrisis maand na maand voelbaarder wordt, is het van fundamenteel belang dat ook banken hun verantwoordelijkheid opnemen en stoppen met diepzeemijnbouw te financieren.

Daarom zetten wij met FairFin druk op de banken in België die DEME financieren, want het kan anders. Een aantal banken, waaronder de Europese Investeringsbank en Triodos, schrapten diepzeemijnbouwactiviteiten al uit hun investeringsportfolio. Triodos ondersteunt mee de oproep tot een moratorium.

Meer regulering betekent geen financiering van diepzeemijnbouw

Banken moeten hun beleid in overeenstemming brengen met de klimaatdoelstellingen of daartoe gedwongen worden door de overheid. Elke schadelijke investering die ze immers vandaag doen, zorgt voor een globale maatschappelijke kost die wij als burgers en vele generaties burgers na ons zullen mogen ophoesten.

Momenteel wordt er werk gemaakt van een Europese wetgeving rond de zorgplicht of due diligence voor bedrijven. Dat is wetgeving die bedrijven dwingt om de internationaal erkende mensenrechten, arbeidsrechten en milieunormen doorheen de volledige productie- en aanvoerketen te bevorderen. Zo moeten bedrijven de negatieve gevolgen van hun activiteiten hierop vaststellen, en waar nodig voorkomen, stopzetten of verminderen.

Nu het ernaar uitziet dat deze Europese wetgeving niet van toepassing zal zijn op de financiële sector, moet de Belgische overheid zich inzetten voor gelijkaardige regels voor financiële instellingen op Belgisch niveau. Dan kunnen banken en investeerders diepzeemijnbouw niet meer blind financieren en stuwen we de hele bankensector de juiste richting in.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content