Gegoochel met cijfers verstikt het stikstofdebat: ’60 procent van onze veestapel moet verdwijnen’

© Getty
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

In Vlaanderen en Nederland verhit het stikstofdossier de gemoederen, vooral in landbouwkringen. Vlaamse en Nederlandse wetenschappers en juristen proberen klaarheid te scheppen. ‘Hoe je het ook wendt of keert, de landbouwuitstoot moet omlaag.’

Op maandag 13 juni brachten Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) en haar Nederlandse ‘stikstofcollega’ Christianne van der Wal (VVD) samen een bezoek aan het Grenspark Kalmthoutse Heide. Ze bekeken er onder meer de almaar uitbreidende velden met pijpenstrootje, een woekerend gras dat de heide verdringt omdat het sterk profiteert van de toenemende stikstofbelasting van onze leefomgeving. Die evolutie is niet alleen ongunstig voor de natuurwaarden, maar verhoogt ook de ‘brandbaarheid’ van het gebied, wat in deze tijden van klimaatopwarming een extra risico inhoudt.

Beide vrouwen liggen onder vuur bij landbouwers door de inspanningen die ze leveren om de schadelijke stikstofemissies tegen te gaan. Van der Wal werd thuis belaagd door boze boeren, Demir bengelde symbolisch aan een strop aan een tractor en krijgt sindsdien politiebewaking. ‘Het is ieders recht om kritiek te spuien en boos te zijn’, zei ze, ‘maar er zijn grenzen aan hoe je zoiets tot uiting brengt. Zonder stikstofakkoord zullen de gevolgen nog veel groter zijn, ook voor de landbouwers zelf.’

Met het stikstof dat naar het buitenland waait, wordt geen rekening gehouden, alsof het verdwijnt als het een grens oversteekt.

Op 15 juni organiseerden juristen van de universiteiten van Gent en Utrecht samen een studiedag over ‘De stikstofcrisis in de Lage Landen’, in samenwerking met uitgeverij Die Keure. Nergens in de wereld is de overlast van stikstof op de leefomgeving groter dan in onze regio, als gevolg van een combinatie van industrialisatie, verkeersdruk en een uitzonderlijk hoge concentratie van intensieve landbouwbedrijven. Er zijn grensoverschrijdende effecten: overlast van Vlaanderen gaat naar Nederland, en omgekeerd. Door de in onze contreien overheersende zuidwestenwind waait er wel twee keer meer stikstof van Vlaanderen naar Nederland.

Piepkleine fijnstofdeeltjes

Maar eerst moet er een misverstand opgehelderd worden: het is niet omdat de Lage Landen wereldrecordhouder zijn op het vlak van stikstofvervuiling, dat het niet om een mondiaal probleem gaat. Naar analogie van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) dat de Verenigde Naties wetenschappelijk adviseert in de strijd tegen de klimaatopwarming, bestaat er een International Nitrogen Management System (INMS). Dat moet de strijd tegen stikstofoverlast coördineren op planeetniveau. Stikstofvervuiling veroorzaakt een brede waaier van milieuproblemen, zoals levenloze zones in de oceaan, luchtvervuiling en verzuring van water en bodem. Ze draagt ook bij aan de klimaatopwarming.

In normale omstandigheden is de stikstofbalans op aarde min of meer in evenwicht: dieren en planten verbruiken er ongeveer evenveel van als ze er in omloop brengen. Alleen is dat evenwicht volledig ontregeld als gevolg van onder meer industriële landbouwprocessen, zoals de productie van kunstmest en de intensifiëring van de veeteelt. In normale omstandigheden kan de aarde zo’n 62 miljoen ton stikstof per jaar verwerken, maar alles samen zitten we nu aan 300 miljoen ton per jaar. Dat wordt onleefbaar.

© National
In onze bloedvaten

In essentie zijn er twee stikstofvervuilers in het spel: ammoniak (NH3) en stikstofoxides (NOx). De eerste komt bijna uitsluitend van de landbouw en heeft een desastreus effect op belangrijke natuurwaarden. De tweede wordt vooral geproduceerd door verkeer en industrie en beïnvloedt de menselijke gezondheid – stikstofoxides zijn een component van het fijnstof dat voor chronische luchtvervuiling en dus ademhalingsproblemen zorgt. Maar een studie in het wetenschappelijke topvakblad Science toonde onomstotelijk aan dat de landbouwammoniak kan reageren met stikstofoxides om fijnstofdeeltjes te vormen die zo klein zijn dat ze tot in onze bloedvaten raken. De studie concludeerde dat de strijd tegen fijnstof veel sterker kan profiteren van het reduceren van de ammoniakuitstoot dan tot dusver werd aangenomen.

Het heeft bijgevolg geen zin om het landbouwelement van de stikstofproblematiek los te koppelen van de volksgezondheid, zoals sommigen proberen te doen, met als achterliggende gedachte dat het effect op natuurwaarden veel minder belangrijk is. De strijd tussen natuur en economie is in het hoofd van velen nog altijd geen echte strijd – economie moet in hun visie altijd en overal primeren. Onder druk van de Europese Commissie wordt natuur echter steeds meer naar waarde geschat. De Europese lidstaten krijgen normen opgelegd waaraan ze moeten voldoen. De strijd tegen stikstofvervuiling hoort daarbij, ook omdat er een groot effect van stikstofhoudende nitraten op de waterkwaliteit is. Stikstof duikt overal op in ons geteisterde landschap.

Technologische oplossingen volstaan niet om de stikstofemissies van de landbouw op korte termijn drastisch terug te dringen.

Gegoochel met cijfers

Een veelgebruikte tactiek om verwarring te zaaien is goochelen met cijfers. Op den duur word je er hoorndol van. Volgens de Boerenbond is de landbouw verantwoordelijk voor amper 29 procent van de Vlaamse stikstofproblematiek. Volgens de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) is het 78 procent. Het kabinet van minister Demir hanteerde op de studiedag in Gent een cijfer van 53,5 procent. Dat laatste had betrekking op de stikstofemissies (de uitstoot dus), maar de twee andere percentages betreffen de stikstofdepositie: het neerslaan op de grond en in het water, al dan niet in natuurgebieden. Als je heel Vlaanderen in rekening brengt, krijg je een cijfer van 78 procent voor de landbouw, maar als je uitsluitend de stikstofgevoelige natuurgebieden bekijkt, blijf je steken op 29 procent.

De analyses houden echter geen rekening met de factor ‘buitenland’. Van de stikstofneerslag in onze Vlaamse natuurgebieden is 58 procent afkomstig uit het buitenland (daar is Wallonië bijgerekend) – de meerderheid daarvan is trouwens ook landbouwuitstoot. Van de resterende 42 procent is 70 procent landbouwvervuiling. De combinatie van die twee laatste procenten geeft de schamele 29 procent waar de Boerenbond mee schermt. Meer dan de helft van de stikstofproductie van de Vlaamse landbouw waait naar het buitenland. Daar wordt in de balansen evenmin rekening mee gehouden, alsof stikstof ‘verdwijnt’ als het een grens overschrijdt.

Milieujurist Hendrik Schoukens (UGent), die de studiedag organiseerde, vertelde dat de Vlaamse Raad voor Vergunningsbetwistingen op 5 november 2019 een eerste waarschuwing publiceerde over de dreigende ontsporing van het lakse stikstofbeleid van de overheid. Die kreeg weinig aandacht. Het ging om een klacht van de Nederlandse provincie Noord-Brabant, die net boven onze noordgrens ligt, tegen de geplande uitbreiding van een kippenkwekerij in onze Noorderkempen. De Nederlanders waren toen al bezorgd over de impact van ‘onze’ stikstof op hun natuurgebieden. De controversiële vergunning kwam er toch.

60% van onze veestapel moet verdwijnen.

Ammoniak

‘Je kunt er niet omheen dat je, om de overlast van stikstofdepositie in onze natuur tegen te gaan, de emissies moet aanpakken’, stelde de Nederlandse milieujurist Chris Backes (Universiteit Utrecht), die mee zijn schouders onder de studiedag zette. ‘De emissies zouden met zo’n 50 procent moeten afnemen – dat is een grote opgave. Je kunt er evenmin omheen dat, hoe je de cijfers ook bekijkt, de emissies van de landbouw veel meer omlaag moeten dan die van andere sectoren. De landbouw draagt een grote verantwoordelijkheid in het eventuele succes van onze strijd tegen de gevolgen van stikstofvervuiling.’

Waarom dat zo is, werd duidelijk uit de cijfers die analist Wouter Lefebvre van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) presenteerde: ‘Als je naar de evolutie van de emissies kijkt, zie je dat de uitstoot van stikstofoxides sinds 2000 gestaag afneemt, vooral als gevolg van maatregelen in de transportsector en de industrie. Met de komende elektrificatie van ons wagenpark lijkt het erop dat we qua stikstofoxides de reductiedoelstellingen voor 2030 kunnen halen. Maar voor de ammoniak uit de landbouw liggen de zaken anders. De emissies daalden aanvankelijk vrij sterk, vooral door strengere maatregelen voor het uitrijden van mest, maar sinds 2008 wordt er bijna geen afname meer geregistreerd. Een gevolg is dat de lijnen van stikstofoxides en ammoniak elkaar in 2015 op onze grafieken kruisten. Ammoniak weegt sindsdien zwaarder door in onze stikstofproblematiek dan stikstofoxides.’

78% bedraagt het aandeel van de landbouw in de stikstofproblematiek.

18 miljoen extra kippen

Lefebvre wijst op een belangrijk verschil in de afstand die beide stikstofverbindingen in de lucht kunnen afleggen: stikstofoxides reizen verder dan ammoniak, wat voor lobbyisten uit de landbouw volstaat om te poneren dat natuurgebieden veel meer overlast van verkeersstikstof te verwerken krijgen dan van landbouwstikstof. ‘Het is correct dat NOx verder reist dan NH3’, zegt hij, ‘maar zelfs van de uitgestoten ammoniak raakt bijna de helft verder dan 80 kilometer. Het verschil in reisafstand is weinig relevant in deze context.’

Er werd op de studiedag ingegaan op de vraag hoe het komt dat de landbouw er niet meer in slaagt zijn stikstofuitstoot verder te laten dalen. Dat is niet alleen omdat het laaghangend fruit geplukt is – de gemakkelijkste maatregelen zijn al genomen. Jurist Dries Verhaeghe van de milieuvereniging Dryade wees op ontwikkelingen die ervoor zorgen dat de eventuele winst die de landbouw maakt in bepaalde aspecten van de bedrijfsvoering verloren gaat door andere evoluties. Zo is de Vlaamse pluimveestapel tussen 2014 en 2020 gegroeid van 27 miljoen naar een waanzinnige 45 miljoen stuks – dat is een stijging met 18 miljoen kippen in iets meer dan vijf jaar tijd.

In die zin is het significant dat het fameuze Vlaamse stikstofarrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 25 februari 2021, dat het juridische debat over stikstof in Vlaanderen in gang zette, de vernietiging betrof van een vergunning voor de uitbreiding van een kippenstal in het Limburgse Kortessem. Een boerenfamilie wilde haar bedrijf uitbreiden van 79.000 naar 177.000 kippen, zodat twee gezinnen ervan zouden kunnen leven. Maar Natuurpunt en de Limburgse Milieukoepel konden aantonen dat de impact van de uitbreiding op kwetsbare natuurgebieden veel te hoog zou worden. Rechters corrigeerden voor het eerst de laksheid van de vergunnende autoriteiten.

Verhaeghe wees ook op onderzoek uit Nederland én een juridisch vonnis van 8 april 2022 dat illustreerde dat technologische oplossingen niet volstaan om de vereiste afbouw van de uitstoot te halen. Nieuwbakken Vlaams landbouwminister Jo Brouns (van de boerenpartij CD&V) maakte zich in Trends nog sterk dat je ‘met innovatie naar een landbouw kunt gaan die bijna niets uitstoot’. Volgens de Nederlandse inzichten klopt dat niet, zeker niet op korte termijn. ‘Je kunt vooralsnog niet rekenen op luchtwassers die stikstofverbindingen uit de emissies van stallen halen om de uitstoot sterk genoeg te reduceren’, zo vatte Verhaeghe de conclusies samen. ‘Hetzelfde geldt voor aangepaste veevoedertechnieken. Bovendien is er zelden controle op die systemen, waardoor landbouwers bijvoorbeeld hun luchtwassers, die energie vreten, ongemerkt kunnen afzetten om op hun kosten te besparen.’

© Belga Image
Bloedbad vermijden

Een derde hangijzer dat volgens Verhaeghe over het hoofd wordt gezien, is het feit dat er in Vlaanderen nog altijd 30.000 hectare bos en natuur moet worden ingekleurd als extra te beschermen. Daardoor dreigen er nog meer boerderijen een rode kaart te krijgen en hun activiteit te moeten stoppen dan de 41 die nu op de lijst staan (op een totaal van ongeveer 22.000 Vlaamse landbouwbedrijven). Voor een aantal waarnemers is het duidelijk: het stikstofdoel kan alleen gehaald worden als er drastisch gesnoeid wordt in onze veestapel. Een vermindering met liefst 60 procent zou nodig zijn als er niet op andere maatregelen kan worden gerekend.

Dat laatste klinkt hard, maar het lijkt onafwendbaar, zeker als je rekening houdt met de ontwikkeling van een technologie die wél een groot effect zal hebben: kweekvlees. Het is écht vlees gemaakt van échte dierlijke cellen, maar zonder de milieubelastende tussenstap van échte koeien, varkens en kippen. Dat zal een mokerslag voor onze landbouw zijn, maar tegelijk een zegen voor de strijd tegen natuurverloedering en de klimaatopwarming. De heroriëntatie naar een andere landbouw kan dus beter vandaag al ernstig in gang worden gezet als we later een bloedbad willen vermijden.

Een belangrijk discussiepunt is de rechtszekerheid. Boerenorganisaties schermen met contractbreuk als boeren niet meer verder kunnen werken, ondanks de beloftes en vergunningen die ze in het verleden kregen. De vraag is, bijvoorbeeld, wat er moet gebeuren met vergunningen die gebaseerd zijn op het plaatsen van luchtwassers die niet zo efficiënt blijken te zijn in het vasthouden van ammoniak als werd aangegeven. ‘Vanuit juridisch oogpunt kunnen bestaande vergunningen overruled worden als er sprake is van een blijvende belasting van het milieu’, stelt jurist Schoukens. ‘Ze zijn niet in steen gebeiteld. Ook als er nieuwe goed onderbouwde wetenschappelijke inzichten komen, moet men een vergunning kunnen herzien.’

58% van de stikstofneerslag in onze Vlaamse natuurgebieden komt uit het buitenland.

Zowel in Vlaanderen als in Nederland is de commotie rond de stikstofplannen groot. In beide gevallen hebben verantwoordelijke politici hun nek uitgestoken om te doen wat decennialang verwaarloosd is: de intensieve landbouw zo proberen te stroomlijnen dat haar impact op milieu en volksgezondheid binnen de perken blijft. In beide gevallen botsen de betrokken ministers op politieke weerstand binnen hun regering. Op 11 juni stemde 51 procent van de leden van minister Van der Wals VVD tegen haar stikstofplan. Ondanks het feit dat het, net als het stikstofakkoord van de Vlaamse regering, een roadmap is waarvan de details nog moeten worden uitgewerkt.

‘De boerenorganisaties hebben het in de context van het stikstofakkoord constant over waanzin’, zegt Schoukens. ‘Maar ik haal graag een citaat aan dat wordt toegeschreven aan een van de slimste mensen die ooit op aarde hebben rondgelopen: Albert Einstein. “Waanzin is hetzelfde blijven doen en toch een ander resultaat verwachten.” Om een blijvende juridische impasse te vermijden is het belangrijk dat we het anders gaan doen. Er is geen alternatief.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content