In beeld: De handen van Jan Hoet: het wazige beeld tussen leven en dood

Wided Bouchrika
Wided Bouchrika Freelancejournaliste

Zonder ooit een fotografiecursus of lessen aan de academie te hebben gevolgd, begon Jan Kersschot jaren geleden foto’s te nemen van de handen van zijn patiënten. Ook de gewone man in de straat zou een plaatsje in de collectie krijgen als zijn handen wonderlijk waren. Maar Jan Hoet moet wel de bijzonderste uit de reeks geweest zijn.

‘Ik ben jaloers op kunstenaars die dat kunnen’

‘Nadat ik hem op tv had gezien, zocht ik zijn nummer op in de telefoongids. Ik heb lang moeten aandringen bij zijn vrouw. Hij had toen al problemen met zijn gezondheid’, vertelt Kersschot over de eerste keer dat hij contact opnam met de kunstpaus, in de zomer van 2012.

Op een maandagavond om 20u30 was het eindelijk zover. Kersschot ging met zijn fototoestel en lamp naar Hoets rijhuisje in Gent. ‘Maar ik was wat voorbarig geweest. Hij onderwierp me eerst aan een test.’ Hoet was geboeid door fotografie en Kersschot was een hem onbekende naam. ”Kunt ge mij iets tonen’, vroeg hij mij. Ik had een beeld bij, A3-formaat. Daar keek hij nog geen tel naar. Toen zei hij dat hij de foto wilde houden’, zegt Kersschot. Het beeld kreeg meteen een plaats in de kleine Gentse living.

Of hij nog meer had, vroeg Hoet. Kersschot had een boekje met twintig foto’s bij, dat hij ooit voor zichzelf had laten drukken. Ook dat wilde Hoet houden en ‘Handscapes’ kreeg een plaatsje tussen de kunstboeken aan de muur. ‘Interessant’ was de eerste reactie van de kunstkenner over Kersschots werk geweest. ‘Het boeit mij als iemand mij iets kan laten zien, wat ik nooit eerder heb gezien. Ik ben jaloers op kunstenaars die dat kunnen’, had hij gezegd.

Tussen leven en dood

Daar stond hij dan, met zijn rug tegen de boekenkast, Kersschot recht voor hem – met zijn camera en zijn vrouw ernaast met die ene lamp. ‘Hij wist niet goed hoe hij zich moest houden, want hoe poseer je voor een foto van je handen?’ ‘Toen begon hij te praten over kunst en dat het belangrijk is je passie te volgen. En daar was het weer, dat enthousiasme dat ik die eerste keer op televisie had gezien. Zijn handen gingen van hier naar daar om zijn woorden bij te staan. Dat moment heeft de mooiste foto’s opgeleverd.’

Maar die energie verdween net zo rap als ze gekomen was. ‘Nu is het genoeg geweest’, vond Hoet. Toen zijn handen weer gingen rusten nam Kersschot de laatste foto uit de reeks, de foto waar Hoet zelf erg enthousiast over was: ‘zijn bijna-doodervaring’. De foto was een beetje flou en Hoet vond dat het zijn ervaring tussen leven en dood in Duitsland verbeeldde.

‘De dokter van de handen!’

Een halfjaar later belde Kersschot de kunstenaar op met de vraag of hij niet naar de vernissage van zijn expo wilde komen. Hoet: ‘De dokter van de handen, de dokter van de handen!’ Op een hete zomerdag, 4 augustus 2013, stond Hoet erop zelf naar Antwerpen te rijden voor de expo. ‘Hij werd bijna kwaad toen ik voorstelde een taxi te regelen’, zegt Kersschot.

Voor bijna honderd aanwezigen voerde Hoet een speech van een kwartier. ‘Ik was verrast. Hij had een papiertje mee en had alles zo goed voorbereid. Toen vertelde hij dingen over mijn foto’s die ik zelf nog niet ontdekt had. Levendig, zoals altijd’, herinnert Kersschot zich.

‘Hij bleef nog uren plakken en ging haast met spijt terug naar huis. Ik wilde hem graag iets geven om hem te bedanken. Maar zijn vrouw had me gewaarschuwd dat hij daar kwaad om zou zijn. Hij deed het allemaal puur uit passie.’

‘Iemand vertelde me dat ik een van de laatste kunstenaars moet zijn geweest die door hem erkend werd. Toen ik hoorde dat hij overleden was, kreeg ik de tranen in de ogen. Hij werd 77 en is nooit met pensioen gegaan. Tot het einde van zijn leven was hij die gedreven, authentieke, charismatische kunstpaus.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content